De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wil een reclameverbod voor ‘schadelijke financiële producten’, zoals de toezichthouder onder andere binaire opties, warrants, coco’s en verschillende CfD’s en turbo’s aanduidt.
De AFM start met dit oogmerk een consultatie met de markt. Dit meldt de toezichthouder in een persbericht.
Volgens de AFM zou een verbod ‘een belangrijke stap’ zijn in de strijd tegen schadelijke financiële producten. ‘Consumenten kunnen met deze producten snel geld verliezen, terwijl het op lange termijn niet goed mogelijk is winst te maken’, aldus de AFM.
Aanleiding voor de maatregel is de constatering van verschillende Europese toezichthouders dat ‘op grote schaal en op agressieve wijze’ schadelijke producten aan consumenten worden aangeboden. De minister van Financiën kondigde hier in september al maatregelen op aan.
‘De huidige lage-rente en digitalisering zijn een belangrijke voedingsbodem voor de opkomst van schadelijke online financiële producten. Ook hebben we hier te maken met partijen die vanuit het buitenland deze producten aanbieden’, zegt Merel van Vroonhoven (foto), voorzitter van de AFM.
‘Daarom is het voor de AFM een prioriteit consumenten te beschermen tegen producten die tot grote verliezen leiden of met hoge kosten gepaard gaan. Met het reclameverbod krijgen we een belangrijk middel in handen in de strijd tegen giftige producten.’
De AFM wil de volgende beleggingsproducten aanwijzen voor het reclameverbod: binaire opties, warrants, coco’s, CfD’s met een mogelijkheid tot restschuld, CfD’s met een hefboom van 10 of hoger, turbo’s met een hefboom van 10 of hoger en futures met een hefboom van 10 of hoger.
Daarnaast wil de AFM een reclameverbod voor (flits)kredieten met zeer hoge kredietvergoeding. ‘Kwetsbare consumenten in geldnood worden door veelal buitenlandse aanbieders verleid om snel geld te lenen, maar overzien niet dat hiervoor te hoge kosten in rekening worden gebracht’, aldus de toezichthouder.
Marktpartijen kunnen zich tot 3 april bij de AFM melden om mee te praten over de eventuele invoering van het verbod.