De meeste fondsbeheerders waar de Autoriteit Financiële Markten contact mee heeft gehad over hun blootstelling naar Rusland, hebben de beleggingen afgewaardeerd naar nul of dichtbij nul. De toezichthouder waarschuwt dat bij waardering en waarschijnlijke herwaardering later, verwateringsrisico’s op de loer liggen.
‘Het gaat erom hoe je de investor dilution aanpakt’, aldus de AFM in een antwoord op vragen van Investment Officer.
Nederlandse aanbieders die vanuit hun beleggingsfondsen een blootstelling hebben naar Rusland, kunnen wat AFM betreft zowel voor een tijdelijke sluiting als een afwaardering van de Russische aandelen kiezen. NN Investment Partners koos met twee beleggingsfondsen in opkomende markten voor de eerste mogelijkheid. Robeco besloot vanuit zeker vijf beleggingsfondsen tot de tweede mogelijkheid.
‘Maar we zien ook andere keuzes’, zegt een woordvoerder van de AFM. ‘Wij verwachten van beheerders dat zij in hun keuzes de belangen van beleggers passend beoordelen, en hierbij onder meer een zorgvuldige afweging maken tussen het bieden van liquiditeitsopties aan beleggers enerzijds en verwateringsrisico’s anderzijds.’
Vertrekkende beleggers
Een vraagstuk in de markt is, in hoeverre een afwaardering van Russische aandelen zittende beleggers benadeelt ten opzichte van nieuwe beleggers. Nieuwe beleggers betalen immers de huidige - flink gedaalde - koers van het fonds, waarin geen Russische aandelen zitten verwerkt. Wat gebeurt er als de aandelen straks weer een waarde (zouden) krijgen?
AFM ziet een oplossing bij LMT’s, instrumenten van fondsbeheerders om beheerste in- en uitstroom en gelijke behandeling van fondsparticipanten te bewerkstelligen en gedwongen verkopen van de fondsactiva te voorkomen. Daarbij benadrukt de toezichthouder dat zittende beleggers bij een waardering op nihil geen verlies realiseren. ‘Dat materialiseert bij vertrekkende beleggers.’
Side pockets
‘Afhankelijk van de omvang van de exposure (vóór afwaardering) kunnen suspensions of side pockets passend zijn’, stelt de toezichthouder aanvullend over de twee oplossingen die in Nederland amper gebruikt worden omdat deze vooral geschikt zijn voor een heel grote blootstelling aan Rusland.
Internationaal is dit meer aan de orde. Vooral Pictet, Schroders, BlackRock, JP Morgan, Fidelity, East Capital, BNP Paribas, Robeco, Vontobel, Abrdn, Franklin Templeton en Amundi hebben vanuit sommige in Luxemburg genoteerde fondsen een grote exposure naar Rusland.
Richtlijnen
In Luxemburg heeft de CSSF in april dan ook richtsnoeren gepubliceerd over de manier waarop beleggingsfondsen met hun gestrande activa in Rusland kunnen omgaan. Gevraagd naar AFM-richtlijnen verwijst de Nederlandse financiële toezichthouder naar eerdere oproepen aan fondshuizen om voldoende liquiditeitsinstrumenten ter beschikking te hebben, waaronder die in maart vorig jaar in het licht van de impact van Covid-19 op de markt.
‘Uit een eerder onderzoek bleek dat niet alle beleggingsinstellingen en icbe’s over voldoende liquiditeitsinstrumenten beschikten. Naar aanleiding hiervan riep de AFM beheerders op om na te gaan of beleggingsinstellingen en Icbe’s voldoende liquiditeitsinstrumenten tot hun beschikking hebben om de door de beheerder geboden liquiditeit zo goed mogelijk te kunnen borgen met oog voor het belang van uittredende, instappende en zittende participanten.’