Asset managers die specifieke instrumenten inzetten om de liquiditeit van fondsen te bevorderen, moeten dit melden bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De toezichthouder heeft dit verklaard in reactie op de huidige marktomstandigheden die ‘om extra alertheid en discipline van de markt vragen’.
De AFM is over de gevolgen van de impact van de coronacrisis op de markten structureel in gesprek met de belangenvereniging Dufas en een aantal asset managers in Nederland. Dat laat Tanya Pieters-Gorissen, die verantwoordelijk is voor het toezicht op asset managers binnen de AFM, in een reactie aan Fondsnieuws weten.
Op dit moment gaat er vooral speciale aandacht van de AFM uit naar de liquiditeit in de markt en de netto-instroom van middelen. De toezichthouder wijst erop dat beleggingsinstellingen hierover ‘informatie moeten geven die correct, duidelijk en niet-misleidend is’. Ook kijkt zij naar instrumenten die worden ingezet ten behoeve van de inkoop of terugbetaling van deelnemingsrechten, het opschorten daarvan, of als de bepaling van de intrinsieke waarde (NAV) wordt uitgesteld.
‘Wij houden permanent een vinger aan de pols om te bezien in hoeverre fondsen en beleggers geraakt worden als gevolg van de coronacrisis. Voorbeelden van liquiditeitsbeheersingsmaatregelen die direct gemeld moeten worden zijn het opschorten van inkoop of terugbetaling van deelnemingsrechten, het instellen van gates, het opzetten van side pockets en het uitbetalen van uittredende beleggers in onderliggende stukken (‘redemption in kind’)’, schrijft de AFM in een verklaring.
Pieters-Gorissen van de AFM benadrukt dat deze verklaring feitelijk niet anders beoogt dan in herinnering te roepen dat dit staande wet- en regelgeving is. De AFM stelt: ‘Het nemen van liquiditeitsmaatregelen is in beginsel een teken dat zaken werken zoals dat bedoeld is. Voor open-end beleggingsfondsen gelden regels ten aanzien van de waardering van het fonds dan wel de deelnemingsrechten. Als die waardering niet correct kan worden bepaald, is het in het belang van de beleggers dat er niet in wordt gehandeld. Beheerders horen daar als eerste op te letten en naar te handelen.’
Fondsnieuws meldde maandag dat fondsmanagers van beleggingsfondsen stresstesten moesten doen om de risico’s van liquiditeitsproblemen in beeld te brengen. Dat betrof echter gedateerde informatie uit het pre-corona tijdperk, stelt de AFM. Deze verplichting werd in 2019 door de de Europese toezichthouder Esma opgelegd. Daarmee nam men het beleid van de Britse toezichthouder FCA over, die daarmee concreet inspeelde op de gedwongen liquidatie van een fonds waartoe de gewezen stermanager Neil Woodford door forse uitstroom gedwongen was.
De Europese toezichthouder Esma greep die gebeurtenissen vorig jaar aan om richtsnoeren te formuleren voor fondshuizen en de beheerders van hun fondsen om onder meer stresstesten te doen, waarmee inzichtelijk kan worden gemaakt of deze fondsen wel voldoende liquide zijn als beleggers er en masse uit willen stappen. De stresstest moest worden gedaan door alle fondsen die óf een Ucits-registratie hebben, óf tot Alternative Investment Funds (AIF) worden gerekend.