laura_stortelder.jpg

De relatie beëindigen met klanten die een beleggingsrekening aanhouden kan niet zomaar. Dat is van belang, want als een opzegging onrechtmatig is, kan de beleggingsonderneming aansprakelijk gesteld worden voor geleden beleggingsverlies of andere schade. Een aantal recente (Kifid)-uitspraken biedt inzicht in de huidige stand van zaken.

Financiële instellingen bepalen zelf hun strategie en bepalen in het kader daarvan dus ook aan welke klanten zij wel of niet diensten willen verlenen. Dat is het principe van partijautonomie en contractsvrijheid. In sommige gevallen bestaat er een plicht om diensten te verlenen, bijvoorbeeld de wettelijke plicht voor banken om een consument een basisbetaalrekening te verstrekken. Deze wettelijke plicht geldt niet voor het aanbieden van een beleggingsrekening.

In het kader van (onder meer) de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering is er de afgelopen jaren door wetgever en toezichthouders steeds meer druk uitgeoefend op financiële instellingen om bestaande en nieuwe klanten kritisch tegen het licht te houden. Het gevolg is dat financiële instellingen al jaren hun handen vol hebben aan het uitvoeren van customer due diligence, onderzoek naar de herkomst van het vermogen van klanten, voortdurende controle en transactiemonitoring. Voor klanten betekent dit dat zij worden geconfronteerd met (steeds) strengere eisen tot bijvoorbeeld het verstrekken van door de bank of beleggingsonderneming gevraagde informatie. Ook wordt (potentiële) klanten financiële dienstverlening geweigerd en worden bestaande klanten opgezegd.

De toezichthouders en de minister van Financiën hebben de afgelopen jaren hun zorgen geuit over het feit dat het beleid van instellingen leidt tot maatschappelijk onwenselijke situaties, zoals personen onterecht de toegang tot financiële dienstverlening weigeren. De minister en de toezichthouders hebben zich expliciet uitgesproken dat het niet is toegestaan om hoog-risicoklanten – zoals charitatieve stichtingen, coffeeshops, religieuze instellingen, autodealers en massagesalons – enkel op basis van het behoren tot een degelijke hoog-risicogroep uit te sluiten (het zogenoemde ‘categoraal uitsluiten’).

Ook zijn er de afgelopen periode diverse uitspraken geweest – van zowel de rechter als het KiFiD – waarin is geoordeeld dat een bank of beleggingsonderneming ten onrechte de (beleggings)dienstverlening aan de klant heeft beëindigd. Deze uitspraken leiden tot de volgende inzichten met betrekking tot het opzeggen van klanten met een beleggingsrekening.

  • Geen plicht tot aanbieden beleggingsrekening

Juli 2020 oordeelde het Hof Amsterdam al dat de regels en jurisprudentie over de (wettelijke) plicht tot aanbieden/continueren van een betaalrekening niet gelden voor het aanbieden van een beleggingsrekening. Het uitgangspunt is ook dat de dienstverlening inzake een beleggingsrekening zonder zwaarwegende of gewichtige redenen kan worden beëindigd. De beleggingsonderneming moet dan wel een redelijke opzeggingstermijn in acht nemen om de ex-relatie de tijd te geven de portefeuille ergens anders onder te brengen.

  • Opzeggen moet redelijk en proportioneel zijn

Opzeggen van een klant met een beleggingsrekening mag dus. Wel moet een beleggingsonderneming ‘redelijk en proportioneel gebruik’ maken van deze opzeggingsbevoegdheid. In een uitspraak van februari dit jaar kwam de Commissie van Beroep van het KiFiD tot het oordeel dat een beleggingsonderneming niet redelijk en proportioneel gebruikgemaakt had van de opzeggingsbevoegdheid. De beleggingsonderneming had in het kader van de Wwft aan de klant gevraagd om de herkomst van zijn vermogen toe te lichten. De klant heeft hierop gevraagd naar de reden van dit verzoek, mede met het oog op het feit dat hij al vijf jaar klant was, waarop de beleggingsonderneming vervolgens alleen in algemene zin verwees naar haar wettelijke bevoegdheid tot het inwinnen van klantinformatie.

De klant heeft verscheidene malen geprobeerd telefonisch contact te krijgen met de beleggingsonderneming, hetgeen niet is gelukt. De klant heeft vervolgens informatie verstrekt binnen de gestelde termijn, waarna de beleggingsonderneming ook nog om de belastingaangifte van de klant heeft verzocht, en wel binnen drie dagen. Deze aangifte is niet verstrekt binnen deze termijn, waarna de beleggingsonderneming de klantrelatie heeft opgezegd en de portefeuille heeft geliquideerd.

De CvB van het KiFiD oordeelde dat de beleggingsonderneming de klantrelatie niet mocht opzeggen onder deze omstandigheden. Het op het laatste moment doen van een verzoek tot aanvullende informatie waaraan binnen enkele dagen voldaan moet worden – waarbij de klant te kennen gaf deze informatie binnen die termijn niet te kunnen opleveren – en de relatie opzeggen (en de portefeuille liquideren) indien niet aan het informatieverzoek wordt voldaan, is niet redelijk en niet proportioneel. De beleggingsonderneming moest een schadevergoeding van ruim 55.000 euro betalen, waarvan het grootste deel bestond uit het directe koersverlies als gevolg van de door de beleggingsonderneming geïnitieerde liquidatie.

  • Opzeggen zonder reden niet geldig

De opzeggingsbevoegdheid is vastgelegd in de overeenkomst met de klant. Wanneer er specifieke eisen voor opzegging zijn overeengekomen (bijvoorbeeld: met inachtneming van een bepaalde termijn of de eis dat de opzegging schriftelijk moet zijn), moet het opzeggen van de klantrelatie ook gebeuren volgens deze opzeggingsmodaliteiten en indien aan opzegging voorwaarden zijn verbonden, moet voor een geldige opzegging ook aan deze voorwaarden zijn voldaan.

In een uitspraak van het KiFiD van april dit jaar, ging het om een beleggingsonderneming die de klantrelatie met een klant met een beleggingsrekening had opgezegd maar de reden daarvan niet wilde toelichten. Op de vraag van de klant waarom de relatie was opgezegd, heeft de beleggingsonderneming geantwoord dat zij gebonden is aan wettelijke verplichtingen omtrent geheimhouding van mogelijke overtredingen van wet- en regelgeving en dat zij daarom de reden van opzegging niet kon geven.

De Geschillencommissie van het KiFiD oordeelde dat bij gebrek aan toelichting over de reden van opzegging, niet is aangetoond dat daadwerkelijke sprake is van een in de voorwaarden omschreven opzeggingsgrond. Opzegging zonder toelichting op basis van de voorwaarden met een specifieke opzeggingsgrond is (zonder toelichting) niet toegestaan.

  • Geldig opgezegd, maar schadeplichtig vanwege late overmaking saldo

Als laatste: als de klant is opgezegd, zorg er dan voor dat het saldo van de beleggingsrekening binnen een redelijke termijn aan de klant wordt overgemaakt. Want de Geschillencommissie oordeelde in januari vorig jaar dat een beleggingsonderneming de klant weliswaar geldig had opgezegd, maar alsnog schadeplichtig was omdat het saldo van de beleggingsrekening pas twee maanden na opzegging aan de klant was overgemaakt.

Laura Stortelder is advocaat financieel recht bij Hart Advocaten in Amsterdam. Hart Advocaten is een van de kennispartners van Investment Officer en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No