Zoë du Chattel, AFM
i-Jq7h6Cq-L.jpg

Luttele weken voor de inwerkingtreding van de nieuwe Europese duurzaamheidsregelgeving SFDR is nog veel onduidelijk. Zo vragen een aantal vermogensbeheerders zich af of de nieuwe regels ook op hun fondsen van toepassing zijn. De AFM spreekt van een ‘lastige situatie’. 

Hoewel de SFDR al op 10 maart aanstaande in werking treedt, is nog niet duidelijk of de nieuwe duurzaamheidsverordening straks ook geldt voor zogenoemde ‘AIFM light’-beheerders die vallen onder het registratieregime met een beperkte vergunningsplicht.

De gezamenlijke Europese toezichthouders (ESA’s) hebben de Europese Commissie al op 7 januari hierover om opheldering gevraagd, maar een antwoord is tot dusverre uitgebleven. Alleen al in Nederland vallen meer dan 1100 fondsen, die beleggen in alternatieve, niet-beursgenoteerde assets, in de regel onder het registratieregime. 

Onder registratieregime of niet

‘We krijgen veel vragen van deze beheerders over de SFDR’, vertelt Zoë du Chattel (foto), toezichthouder vermogensbeheer bij de AFM, in een gesprek met Fondsnieuws. Volgens de SFDR moeten fondsmanagers vanaf 10 maart rapporteren over het duurzaamheidsgehalte van hun fondsen, en moeten zij aangeven of hun fondsen compatibel zijn met ‘artikel 6’ (niet duurzaam), ‘artikel 8’ (‘promoten’ van duurzaamheid) of ‘artikel 9’ (nastreven van impact).

Maar of die verplichting ook geldt voor de vermogensbeheerders onder het registratieregime is dus nog steeds niet duidelijk. ‘Dat is een lastige situatie, voor ons maar ook voor marktpartijen’, aldus Du Chattel, die de betreffende beheerders adviseert om zich voor te bereiden op het scenario dat ze net als andere vermogensbeheerders ‘gewoon’ aan de nieuwe regels moeten voldoen. ‘Het risico dat ze daarbij lopen, is dat achteraf blijkt dat ze onnodig werk hebben gedaan. Ik snap helemaal dat dit geen ideale situatie is.’

Wanneer zou blijken dat de SFDR ook van toepassing is op vermogensbeheerders die vallen onder het registratieregime, ‘begrijpt’ de AFM dat partijen mogelijk op 10 maart nog niet aan alle vereisten zullen voldoen, aldus Du Chattel. 

‘De nodige discussiepunten’ 

Providence Capital is een van de vermogensbeheerders die te maken heeft met die onduidelijkheid. Providence heeft zeven fondsen geregistreerd onder het AIFMD-light regime, waaronder drie gepoolde private debt fondsen en een infrastructuurfonds. CIO Wouter Weijand laat in een schriftelijke reactie weten zich te realiseren dat er ‘inderdaad nog de nodige discussiepunten’ zijn waarover nog knopen moeten worden doorgehakt. ‘We moeten dus maar even zien hoe die besluiten uitvallen en gaan ondertussen door om zoveel als mogelijk aan de nieuwe regelgeving te voldoen.’ 

Voor het Amstelveens Wealth Management Partners (WMP) betreft het zelfs 11 fondsen waarover onduidelijkheid is. Die vermogensbeheerder lijkt erop te vertrouwen dat de gespecialiseerde asset managers die het geld in die fondsen beheren aan de SFDR voldoen. In een document op de website van WMP valt te lezen dat ‘een groot deel van deze managers op jaarlijkse basis rapporteert over de voortgang van ESG binnen de onderliggende investeringen. ESG is hiermee één van de selectiecriteria in het investeringsproces’. 

Hoe promoot je duurzaamheid?

De reikwijdte van de SFDR is niet het enige waarover nog onduidelijkheid bestaat. Ook inhoudelijk bestaan er nog verschillende discussiepunten. Du Chattel: ‘Zo hebben we onder meer ook gevraagd om meer duiding over wat het promoten van duurzaamheid nu precies is, en zouden we graag een verduidelijking zien van de definitie van artikel 8 en 9.’ 

Over het algemeen is het onderscheid tussen artikel 8 en 9 trouwens niet zo ingewikkeld, nuanceert Du Chattel. ‘Artikel 8 is geen duurzaamheidskeurmerk, het kan ook best om een product met beperkte duurzame kenmerken zijn. Het gaat er meer om dat het fonds openheid geeft over zijn duurzaamheidsprofiel. Artikel 9 daarentegen is beter afgeschermd met strenge criteria over het maken van impact.’ Het verschil tussen de twee is daarmee in de meeste gevallen duidelijk genoeg, stelt ze. 

 

‘Maar wel willen we vooral bij artikel 8 een ondergrens zien: wanneer classificeert een fonds nu als artikel 8 en wanneer niet? Dat is een heel belangrijke vraag waar nog niet voldoende duidelijkheid over is. Ook bij artikel 9 speelt deze vraag, maar in mindere mate.’

En die antwoorden moet komen van de Europese Commissie. ‘Helaas kun je niet even de Commissie bellen om opheldering te vragen’, zegt Du Chattel. ‘ Dit moet middels een formele procedure waardoor het lang duurt voor die antwoorden er zijn.’ Nog twee weken, dan treedt de SFDR in werking.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

  

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No