Al 112 maanden duurt de huidige bull markt op de Amerikaanse beurzen. Het is de op één na grootste tsunami van koerswinsten in de S&P sinds de Tweede Wereldoorlog. Onaangevochten koploper in de historische lijstjes is nog altijd de zogenoemde ‘Great Expansion’, die duurde 114 maanden van november 1990 tot en met maart 2000.
Deze periode leverde beleggers cumulatief een winst op van bijna 420 procent.
Maar ‘de Grote Expansie’ eindigde in het tranendal van 2001, toen de internetbubbel barstte. De beurshausse van dit moment is 112 maanden lang en heeft een stijging van de Amerikaanse hoofdgraadmeter gebracht van 302 procent. De jaarwinst is in deze periode gemddeld 16,7 procent geweest, tegen 19 procent in de recordperiode van eind jaren negentig.
Inmiddels neemt de nervositeit op de markten toe. Asset allocatiestrategen zijn al bezig de obligatieportefeuille met staatspapier te versterken. Tegelijkertijd wordt erop gewezen dat de wereldeconomie er zeer sterk voor staat en dat de hoogconjunctuur nog wel enige tijd kan aanhouden.
Maar als het scharnierpunt wordt gepasseerd dan kan het hard gaan. Zo stond de Dow Jones Index aan het einde van de vorige expansie (die eindigde door de financiële crisis, in het najaar van 2007) op 14.400 punten. In de nasleep van de kredietcrisis daalde deze naar 6.600 punten. Het kostte jaren voordat de Dow toen weer op het oude niveau van vóór de kredietcrisis terugkeerde.
Sinds de liberalisering- en dereguleringgolf die in de jaren tachtig werd ingezet door de Amerikaanse president Ronald Reagan zijn de toppen hoger en de dalen dieper; de volatiliteit neemt toe en het sentiment loopt op. Veelal komt aan beurshausses een einde door een omslag in de conjunctuur, geopolitieke spanningen en plotseling opdoemende sentimenten als overmoed en angst.
Zie hier het overzicht bullmarkten