Een kleine tweeënhalf jaar geleden konden de Britten het niet langer aan. De koek was op, de relatie te verstikkend. Decennia hadden beide partijen het geprobeerd; soms verliep de relatie soepel, maar meestal was het trekken en duwen. Het was beter dat ieder zijn eigen weg zou gaan dan de worsteling nog langer voort te laten duren.
We just have to face it
This time we’re through
Breaking up is never easy, I know
But I have to go
Knowing me, knowing you
It’s the best I can do
ABBA – Knowing me, knowing you
De meest fanatieke Brexiteers brachten het alsof het dumpen van de oude liefde – die sowieso nooit veel positieve passie had opgeroepen – en het veroveren van nieuwe liefdes – politieke en economische polygamie moet kunnen en is zelfs noodzakelijk - soepel zouden verlopen. Al snel zouden de vonken er weer vanaf spatten in de relaties met nieuwe blokken en landen. Op de klanken van Carole King zou de wereld als een blok vallen voor het vrijgezelle VK en de Britten andersom voor alle aantrekkelijke partners die zich zouden aandienen:
I feel the earth move under my feet
I feel the sky tumbling down
Met de deadline voor Brexit die met steeds rassere schreden nadert lijken de woorden van King nog steeds relevant, maar nu meer als komende onheilstijdingen dan als beschrijving van de vlinders in de buik van Britten die overal politiek en economisch de bloemetjes buiten zetten na Brexit.
Fudge deal
Londen en Brussel zijn nu al lange tijd verwikkeld in een ingewikkelde echtscheidingsprocedure die steeds meer trekken heeft van een vechtscheiding. Een scheiding in twee bedrijven: eerst is de uittredingsovereenkomst nodig en daarna een deal over de toekomstige relatie. Over die eerste wordt nu hard onderhandeld. Over de inboedelverdeling en alimentatie lijkt wel overeenstemming, maar met name de omgangsregeling met het Noord-Ierse kind zorgt voor grote spanningen.
Toch zou ik mijn geld nog steeds zetten – voorzichtig en geen bergen fiches - op een soort van ‘fudge deal’ waarbij Noord-Ierland half wel en half niet deel blijft uitmaken van de douane-unie en waarbij dan waarschijnlijk gesproken zal worden over een tijdelijke situatie die opgelost wordt als de techniek voorhanden is om controles uit te oefenen zonder dat het fysieke obstakels oplevert. Zo’n periode kan dan voor onbepaalde, hele lange tijd aangehouden worden. Zeker als de heetste Brexit-gemoederen zijn gaan liggen en blijkt dat met passen en meten en creatieve woordenkeuze zowel Londen als Brussel kunnen volhouden dat ze aan het langste eind hebben getrokken. Hierbij is Noorwegen een mooi voorbeeld. Een akkoord tussen de Noren en de EU in 1994 zou in eerste instantie maar een tijdelijke oplossing zijn, maar we zijn inmiddels al 25 jaar verder en nog steeds is de ‘tijdelijke’ oplossing van kracht.
Rebellie
In elk geval heeft de Britse regering een juridische deadline van 21 januari voor een scheidingsovereenkomst met de EU. Volgens artikel 50 van het EU-verdrag is wel een verlenging mogelijk van de officiële onderhandelingsperiode van twee jaar, maar daarmee zouden alle 27 EU-lidstaten (naast het VK) moeten instemmen. Bovendien zou een verlenging ervoor zorgen dat de onderhandelingen nog zouden lopen tijdens (de campagne voor) de Europese verkiezingen in mei volgend jaar. Ook zou het de transitieperiode dan waarschijnlijk verder opschuiven terwijl het voorziene einde daarvan nu samenvalt met het aflopen van de huidige meerjarenbegroting van de EU in 2020 (Dat maakt het afhandelen van betalingsverplichtingen van Londen makkelijker). Een lange verlenging van de uittredingsonderhandelingen lijkt dus geen optie.
De risico’s op het volledig vastlopen van de gesprekken zijn niet denkbeeldig. Zo vrezen sommige EU-sceptici in Mays ministersploeg dat May dezelfde weg zal kiezen als met het recente Chequers-plan: slikken of stikken. May mag dan de afgelopen weken haar positie versterkt hebben, ze zit nog altijd niet heel stevig in haar premierszetel en er gaan al geluiden op dat 30-40 Tory parlementsleden bereid zijn om tegen haar in opstand te komen als May aan komt zetten met een deal die veel weg heeft van Chequers. Bovendien wordt de komende weken ook de nieuwe begroting gepresenteerd. Dat kan ook nog voor hoofdbrekens zorgen voor de premier.
Sprong in het diepe
Ook al slagen May en haar Europese tegenhangers erin de komende weken overeenstemming te bereiken, dan nog is het zware werk bij lange na niet gepiept. De toekomstige handels- en andere relaties met de EU moeten worden vastgelegd. Daarvoor zijn nu ruwweg vier scenario’s zichtbaar:
> Mays eigen Chequers-plan: voor vrijhandel met de EU voor goederen en het vasthouden aan veel EU-regels, maar zonder vrij verkeer van diensten en personen.
> Het Noorwegen-model: onderdeel van de European Economic Area (EEA), zodat handel zonder problemen kan doorgaan. Voor verreweg de meeste Brexiteers gaat dit al veel te ver, omdat de Britten dan regels van de EU moeten slikken zonder dat ze er zelf veel invloed op hebben.
> De Canada-weg: een akkoord zoals de EU dat onlangs met Canada sloot, maar dan een “plus plus plus” variant, in de woorden van voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk. Dit zou hoe dan ook leiden tot een soort van harde grens tussen Noord-Ierland en de rest van het VK. Dit zou onacceptabel zijn voor de DUP en ook voor menig ander Brit voor wie de laatste restanten van het Britse Rijk heilig zijn.
> Blind Brexit: een akkoord op hoofdlijnen met hoogdravende, zeer ambitieuze verklaringen maar tevens met expres vaag gehouden intenties voor de definitieve betrekkingen.
De vierde variant is vooralsnog de meest waarschijnlijke. Ook omdat in tegenstelling tot de Withdrawal Agreement waarschijnlijk alle nationale EU-parlementen en mogelijk zelfs een aantal regionale parlementen moeten instemmen met een akkoord. Dan helpt het om de afspraken vaag te houden, zodat een ieder in eigen land zijn eigen invulling kan geven aan het salespraatje voor de overeenkomst.
Opluchting of optater
Voor het bedrijfsleven heeft dit twee kanten. De negatieve zijde is dat het nog lang zal duren voordat definitieve duidelijkheid ontstaat over hoe Brexit verloopt en wat de gevolgen zijn voor productieketens en dergelijke. Zoals autoproducent Nissan verklaarde: “For us a position of stability is more positive than a collection of unknowns.” Nissan en veel andere bedrijven zullen nog wel een tijd moeten accepteren dat veel onzekerheden blijven bestaan.
Tegelijk lijkt een harde Brexit waarbij het VK direct terugvalt op de WTO-regels niet waarschijnlijk en ligt een fudge overeenkomst het meest voor de hand waarbij handel en dienstverlening zeker niet zo vlekkeloos verlopen als nu, maar we zullen ook geen rampscenario’s zien ontvouwen zoals sommige van de grootste paniekzaaiers menen. De Britse groei zal zeker hinder ondervinden, maar Brexit zelf zal het VK waarschijnlijk niet in een recessie storten. Wel kan het onderdeel zijn van een geheel aan tegenvallers, waarbij Brexit misschien net dat laatste zetje geeft.
Er zal zeker opluchting zijn als eenmaal zeker is dat Londen en Brussel voor een fudge deal gaan. Maar dit is ook waarvan de markten al grotendeels uitgaan. Het opwaarts potentieel op het pond en Britse aandelen is vanuit deze hoek bezien dan ook beperkt. Het risicopotentieel naar beneden daarentegen is een stuk groter, omdat een harde Brexit nog altijd wordt gezien als onwaarschijnlijk.
Andy Langenkamp is senior politiek analist bij ICC Consultants en ECR Research