Het kreeg relatief weinig aandacht, maar de overname van de Europese asset managementtak van BMO Financial Group door Columbia Threadneedle Investments kent een interessante Nederlandse “angle”: BMO is een succesvolle fiduciair manager van pakweg 12 pensioenfondsen, dat historische relaties heeft gehad met Achmea, Rabobank en ook Robeco.
De Canadese BMO Financial Group, het moederbedrijf van BMO Global Asset Management, besloot de activiteiten in Europa, Midden-Oosten en Afrika (Emea) te verkopen aan Columbia Threadneedle Investments dat hiervoor 710 miljoen euro aan cash op tafel legt.
BMO Financial Group heeft met de overname ingestemd, omdat het een optimale efficiency mogelijk maakt van regio’s waar het een sterke marktpositie heeft, zoals de wealth management business in Noord-Amerika, zo laat zij in een persbericht weten. Tegelijkertijd gaat BMO Wealth Management een strategische relatie aan met Columbia Threadneedle Investments, zodat beleggingsoplossingen en strategieën voor zijn klanten beschikbaar komen. Doel van deze deze deal: de winstgevendheid verhogen.
‘Een exceptionele kans’
Ted Truscott, de topman van Columbia Threadneedle Investments, zei maandag in een toelichting op de overname dat BMO ‘an exceptional growth opportunity’ is en ‘a strategic acquisition’. Want het Amerikaanse Columbia Threadneedle is, anders dan BMO, veel minder sterk op het terrein van institutionele dienstverlening. Expliciet noemde Truscott met verwijzing naar BMO diens rol op het terrein van verantwoord beleggen, fiduciair management en liabilty driven investments (LDI) - kennis en kunde die toenemend aan belang winnen.
De overname onderstreept een trend die al enige tijd gaande is: de markt institutionaliseert op beleggingsterrein, - dat wil zeggen langere termijndoelen worden leidend -, terwijl de fiduciare kennis van deze partijen steeds meer naar de semi-institutionele markten van family offices, wealth managers en staatsfondsen wordt gebracht.
Sterk onder bedrijfstakpensioenfondsen
Voor wat betreft de institutionele dienstverlening van BMO is Nederland een relatief belangrijke deelmarkt. BMO is al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw actief in dit land, onder meer als fiduciair manager. Het door pensioenfondsen aan haar toevertrouwde fiduciair vermogen wordt geschat op ruim 27 miljard euro. Vooral bij bedrijfstakpensioenfondsen heeft de Brits-Nederlandse partij een sterke positie.
Zo is BMO Global Asset Management afgelopen jaren bij voorbeeld geselecteerd door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (ter vervanging van Robeco) voor het fiduciaire beheer van de totale portefeuille van het pensioenfonds - ruim 3 miljard euro -, inclusief het beheer van de LDI-portefeuille.
Hierbij ging het ondermeer om maatwerk op het gebied van strategische advisering, managerselectie, vermogensbeheer en balans- en risicomanagement. Ook draagt BMO bij aan de verdere ontwikkeling van het maatschappelijk verantwoord ondernemen beleid (MVO), waarin het ook een sterke positie heeft. Ook zijn de afgelopen jaren nog twee andere klanten toegetreden, waaronder Waterbouw.
Mede door deze nieuwe klanten op fiduciair terrein heeft BMO zichzelf heruitgevonden. Dat was nodig, nadat de fiduciair manager in Nederland jarenlang afhankelijk was van enkele grote mandaten van een relatief klein aantal klanten.
In het afgelopen decennium lag F&C Asset Management, de partij die in 2014 werd overgenomen door BMO Financial Group, aanzienlijk onder druk. Zo werd er op de deur geklopt door de activistische belegger Sherborne Investors, die in recordtempo een belang opbouwde tot bijna 10 procent - en die vervolgens uitbouwde. Dat gebeurde een jaar nadat de eigenaar van F&C, de Britse verzekeraar Friends Provident, zijn 52 procent belang in de asset manager onder zijn aandeelhouders verdeelde.
Die aandeelhouders waren ondermeer Rabobank en Achmea, die via de alliantie Eureka aandeelhouder waren in F&C. Voordat die aandelen werden afgestoten, hebben gesprekken tussen F&C en Rabo-dochter Robeco plaats gevonden over een fusie. Hiervan kwam uiteindelijk niks terecht: Rabobank stootte Robeco af en werd door het Japanse Orix ingelijfd.
Vertrek Achmea hard gelach
Tot 2014 bleef de Britse verzekeraar zijn gelden via F&C investeren. Dat deed ook Achmea. Maar vanaf dat jaar hadden zowel Friends Provident als Achmea de contractuele vrijheid om met andere asset managers in zee te gaan. En zo geschiedde: verzekeraar Achmea trok een mandaat van 12 miljard euro weg bij de Britse vermogensbeheerder F&C Asset Management. Dat was een deel van de circa 30 miljard euro aan vermogen dat Achmea er voor zijn klanten had ondergebracht.
Maar Achmea trok in de loop van de tijd meer fiduciair en/of beheerd vermogen terug, nadat de in Zeist gevestigde partij ook zijn aandelenbelang in F&C afstootte. Toch wist het Nederlandse smaldeel van F&C nieuwe klanten aan te trekken, ondanks het feit dat Edward Bramson van Sherborn Investors de macht had gegrepen bij de asset manager en er sprake was van onrust. Zo werd een nieuw mandaat van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) binnengehaald, terwijl ook het bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf (BPF Schilders) voor F&C koos ten behoeve van een verdere verduurzaming van haar beleggingsbeleid.
Daarmee overleefde F&C dat van oudsher relatief zwaar afhankelijk was van enkele grote mandaten, zoals de gelden van de voormalige aandeelhouder en verzekeraar Achmea. Zij trok gaandeweg haar vermogen terug en voegde alle know how binnen het concern samen. Dat vormde mede de basis voor het feit dat Achmea Investment Management inmiddels een van de succesvolste fiduciaire managers in Nederland is.
Succesvolle herpositionering
De toenmalige topman van F&C Nederland, Ben Kramer, gaf indertijd tegenover Fondsnieuws toe: ‘wij hebben het zwaar net als de rest van de industrie, maar daar binnen doen we het goed.’ Er vond indertijd een strategische heroriëntering en reorganisatie plaats waarin het aantal medewerkers in Nederland werd verlaagd van 60 naar 45. Inmiddels is BMO weer op sterkte in Nederland. Bovendien werd de Nederlandse tak het wereldwijde centrum voor fiduciair beheer binnen BMO Global Asset Management, kwamen risk en compliance naar Amsterdam, alsook een deel van de Europese marketing.
Edward Bramson van Sherborne Investors, die op een bepaald moment zelfs de chairman van F&C Asset Management was, heeft in die heroriëntatie een niet-onaanzienlijke rol gespeeld, zo valt in de markt te horen.
Rest de uitdaging voor de nabije toekomst: het kantoor van Columbia Threadneedle in Nederland heeft een bezetting van minder dan vijf mensen, onder leiding van Prosper van Zanten. Maar daar staat BMO Global Asset Management tegenover, dat hier geleid wordt door Rogier van Harten, head of institutional Europe, Bart Kuijpers, head of fiduciary investment en Marco Mante de Vreede, executive director business support. De vermogensbeheerder heeft bijna 50 medewerkers op de loonlijst staan.
De tijd zal uitwijzen hoe dat georganiseerd wordt en wie de eerste viool mag spelen in Nederland.