Zie Centraal Beheer APF als de pensioensector in het klein. Alle contractvormen zijn welkom. Dat werkt alleen met een efficiënt beleggingsbeleid. ‘Onder de motorkap heerst zoveel mogelijk eenduidigheid’ - eerste aflevering in een serie over APF‘en en PPI’s.
Wat hebben bedrijven als Equens, RBS, HP en Sligro gemeen? Met hun pensioenregeling vormen zij ieder een eigen collectiviteitskring onder de hoede van Centraal Beheer APF. Daarnaast zitten zo’n 1.250 Nederlandse werkgevers in multi client-kringen, van mkb tot grootzakelijke spelers. Twaalf collectiviteitskringen bedient Centraal Beheer APF in totaal.
De combinatie van zoveel bedrijven en pensioenfondsen in één algemeen pensioenfonds is in Nederland uniek, volgens bestuursvoorzitter Janwillem Bouma. ‘Wij zijn eigenlijk een klein ecosysteem, met ruimte voor alle regelingen, van DB tot DC.’ Sinds de oprichting ruim vijf jaar geleden voert Achmea IM het uitgestippelde beleggingsbeleid uit. De balans tussen maatwerk en efficiency door schaalvoordelen is uitgekiend. Elke collectiviteitskring heeft zijn eigen, afgescheiden kapitaal en beleggingsbeleid. Maar dat beleid varieert vooral in de specifieke weging van de vier onderliggende normportefeuilles.
Een voorbeeld: de pensioenpot in de kring van bierbrouwer Bavaria bestaat voor 46 procent uit de renteportefeuille, terwijl de rendementsportefeuille goed is voor 28 procent, de matchingportefeuille voor 16 procent en de inflatieportefeuille voor 10 procent. Abrupte inflatieschokken Wat die portefeuilles behelzen, legt Jeroen van der Put uit, als bestuurslid verantwoordelijk voor de beleggingen en klantrelaties. De renteportefeuille mikt op een stabiel pensioenresultaat met onder meer Europees staatspapier en bedrijfsobligaties met beperkte spreads en hoge ratings.
High yield en leningen in opkomende markten zijn onderdeel van de rendementsportefeuille. De combinatie met aandelen is gunstig voor het risico-rendementsprofiel, aldus Van der Put. De matchingportefeuille bestuurt het renterisico van de vastrentende waarden. Zeer actueel is tot slot de inflatieportefeuille, waaraan twee jaar geleden niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen zijn toegevoegd. ‘Die zijn weliswaar vrij illiquide, maar de inkomstenstroom is stevig en wordt aangepast aan de inflatie. De waarde is stukken stabieler dan bij beursfondsen’, aldus Van der Put.
De inflation linked-obligaties in deze portefeuille vangen abrupte inflatieschokken op, terwijl de reële assets bestand zijn tegen langdurig hogere inflatie. Uit ALM-studies blijkt volgens Van der Put telkens weer dat deze aanpak tot een robuustere portefeuille leidt. ‘De laatste tijd zien we dat meer deelnemers overtuigd raken van het belang.’ Zo besloot de Schotse bank RBS begin 2021 meer inflatierisico’s te gaan afdekken naarmate de dekkingsgraad stijgt. Centraal Beheer APF ontwikkelde daarvoor een staffel met reële sturing, waardoor de inflatie- en beleggingsrisico’s in de portefeuille steeds verder kunnen worden afgebouwd.
Voorsorteren
Voor de vier normportefeuilles put Centraal Beheer APF uit het volledige aanbod van beleggingsfondsen dat aansluit op de ESG-uitgangspunten, onder meer van BlackRock, LG Investment Management, Nomura en PGIM. ‘Er is maar één free lunch’, zegt Van der Put, ‘en dat is diversificatie’. Vandaar de keuze voor breed gespreide normportefeuilles, al sluit hij niet uit dat in de toekomst ook individuele titels in portefeuille komen. Actief of passief?
Daarover valt per beleggingscategorie vanuit een investment case een besluit. Voor beleggingen in emerging markets en voor beursgenoteerde vastgoedfondsen volstaan bijvoorbeeld passieve fondsen. Voorsorterend op het nieuwe stelsel combineert Centraal Beheer APF een zekere mate van flexibiliteit en solidariteit. In de opbouwfase van Kring DC kan elke deelnemer kiezen uit achttien risicoprofielen met een bijbehorende lifecycle-strategie.
Uit al die individuele keuzes komt een gewogen gemiddelde, dat collectief wordt belegd. Typerend voor Centraal Beheer APF is dat het al collectief kan doorbeleggen na de pensioendatum, met een opt-out voor deelnemers. Daarin zit volgens bestuursvoorzitter Bouma een belangrijk verschil met een PPI die deze mogelijkheid niet heeft. Het zorgt voor schaal en naar verwachting voor een duidelijk hoger pensioenrendement bij DC-contracten.
Dit artikel is verschenen in de eerste editie van FN Institutioneel, de krant voor pensioenfondsbestuurders en -beleggers die 6 keer per jaar verschijnt.