Asset allocatiespecialist Matthieu De Coster (foto) van Argenta en zijn team blijven voorzichtig positief over aandelen.
De Coster: ‘We zijn voorzichtig positief, met de nadruk op ‘voorzichtig’ omdat de beurzen nu eenmaal al sterk gestegen zijn. We zijn wel optimistisch omdat er nu toch een handelsakkoord zit aan te komen. In welke vorm dan ook zal dit de markten ondersteunen. Ook voor de brexit ziet het er beter uit. Alles wijst nu op een duidelijke verkiezingsoverwinning voor Boris Johnson. Een zachte brexit kan ondersteuning bieden aan het Brits pond en aan Britse aandelen. Onze onderweging in het VK hebben we weggewerkt. We hebben daarom posities genomen in Britse aandelen en obligaties.’
Positief
De Coster benadrukt dat de economische cijfers goed blijven. ‘Een status quo is voor ons geen probleem. Vier maanden geleden was de rentecurve in de VS nog invers, wat de voorbode is van een recessie. Vandaag is die rentecurve opnieuw licht stijgend en normaler. Het risico op een recessie lijkt kleiner te zijn geworden.’
Aandelen
In het aandelenluik is Argenta typisch meer in Europa belegd omdat ze die regio nu eenmaal het beste kennen, maar toch zijn ze al een hele tijd overwogen in de VS. De Coster: ‘De economische groei in de VS is krachtiger. Indien er een handelsdeal komt, zal Europa echter het meeste profiteren dankzij haar open economie. Ook zijn de waarderingen in Europa een stuk aantrekkelijker. In de groeilanden zijn we enkel overwogen in India en China. Die twee landen blijven sterke groeipolen. In de andere regio’s zoals Latijns-Amerika en Afrika hebben we echter geen posities.’
Obligaties
De Coster: ‘Aangezien we nog steeds overwogen zijn in aandelen, hebben we een onderwogen positie in obligaties. We zitten in het overheidsluik nu in perifeer Europa, met name het VK en Scandinavië (Noorwegen), alsook Polen, Italië, Spanje en Portugal. De duration houden we vrij kort indien de rentevoeten toch zouden gaan stijgen.
Investment grade obligaties hebben we ook wat opgetrokken. In het high yield segment zitten we vooral in Scandinavische bedrijfsobligaties. In obligaties uit de groeilanden hebben we geen posities.’