De lat op het vlak van duurzaamheidscriteria wordt in snel tempo steeds hoger gelegd. Artikel 8 onder de nieuwe SFDR-wetgeving zal de ondergrens worden om van een duurzaam product te spreken, en het strengere Artikel 9 zal de norm worden om van echte ‘groene’ producten en beleggingsfondsen te spreken. En onderschat ook de impact niet van de Principal Adverse Impact reporting.
Dat blijkt uit een exclusief gesprek dat Investment Officer had met Levi Sarens (foto), hoofd asset management Funds bij Nagelmackers. Hij staat aan het hoofd van het fondsenbeheer en de externe fondsenselectie, die gebruikt wordt om de portefeuilles van privatebankingcliënten te stofferen en om fondsen van fondsen mee samen te stellen.
‘Voor retailcliënten hebben we, naast onze huisfondsen, tien tot vijftien externe fondsen beschikbaar. De volledige selectie van externe fondsen is echter een veelvoud daarvan. Binnen private banking mandaten, waar de ondergrens ligt op een belegbaar vermogen van een half miljoen, hebben we immers meer niche thematische strategieën, zowel actief beheerde fondsen als ETF’s. Zo bieden we voor retailcliënten een breder thematisch fonds aan van Allianz dat in zes tot zeven tendensen tegelijk belegt. Bij private banking zorgen we zelf voor de timing tussen de verschillende trends,’ stelt Sarens.
Verduurzaming
Ook in het team van Sarens zien ze een sterke opmars van de verduurzaming van beleggingsproducten en -diensten.
Er is een sterke rush aan de gang om fondsen ‘op te schalen’ richting Artikel 8 of 9 gelabelde producten (in het kader van de SFDR-wetgeving), daar waar de exacte toedracht hiervan een halfjaar geleden nog heel wat minder duidelijk was. Heel veel partijen zijn daarom nu een inhaalbeweging aan het maken naar Artikel 8, wat de ondergrens zal worden om enigszins van een duurzaam product te mogen spreken.
‘Gaandeweg zal de lat steeds hoger gelegd worden en zal je pas vanaf Artikel 9 van een heus duurzaam product mogen spreken. Binnen het MiFID verhaal zal op termijn Artikel 8 op zich onvoldoende worden om van een duurzaam product te spreken. Er zal een soort Artikel 8 ‘plus’ nodig zijn, vermoedelijk te linken aan de Principal Adverse Impact (PAI) reportings waarover vanaf 2022 data moeten worden bijgehouden en nadien gerapporteerd.’
Expliciet duurzaam
Sarens stelt dat je een expliciete duurzame activiteit zal moeten aantonen. De Artikel 9 fondsen zullen volgens hem meer evolueren richting zuivere thematische fondsen die bijvoorbeeld inzetten op gendergelijkheid, waterfondsen, en dergelijke meer. ‘De Principal Adverse Impact reporting is in volle ontwikkeling, en dataleveranciers zoals MSCI en Sustainalytics zijn momenteel druk aan de gang om de nodige data te verzamelen.
Je moet dat als bedrijf in de toekomst verplicht gaan opnemen in jouw jaarrapport, maar vandaag maken de dataproviders nog zelf schattingen. Bijgevolg is het vandaag nog niet zo evident om als fondsenbeheerder nu al deze info al op te nemen in je beleggingsproces. Het is trouwens ook maar pas vanaf 30/06/22 dat je als financiële entiteit verplicht effectief die data te verzamelen – daar waar de ESMA aanvankelijk de deadline op 31/12/2021 had gelegd.’
Lagerenteomgeving
Ook Sarens stelt dat de lagerenteomgeving een uitdaging vormt om het ‘betonnen’ gedeelte van de portefeuille dat vroeger werd opgevuld met obligaties, in te vullen. ‘De CPI – referentie voor de inflatie in de VS - bedraagt ongeveer 5 procent op dit moment. Wanneer dan de tapering begint, zullen de rentevoeten normaal gezien aantrekken en zal dat veilige gedeelte onder druk komen te staan.’
Daarom voorziet Nagelmackers in tijden van stijgende rentevoeten short duration oplossingen, die dus minder rentegevoelig zijn, in die segmenten die van nature een langere looptijd hebben, zoals inflatiegelinkte obligaties en overheidsobligaties.
Sarens bevestigt dat ook alternatieve beleggingen al geruime tijd deel uitmaken van de gespreide portefeuilles. ‘We kunnen hierbij tot 10 à 15 procent gaan. We beleggen bijvoorbeeld in CTA’s, die het dit jaar moeilijker hebben maar wanneer de markten onderuit gaan mooie decorrelatie bieden, zoals vorig jaar bij de COVID-uitbraak. We beleggen daarnaast ook in convertible arbitrage, wat eerder voor privatebankingcliënten is weggelegd in plaats van retail.
Tot slot zijn ook long short (zowel equity als credit) en merger arbitrage goed presterend. Die laatste klasse is vooral sterk aan het einde van de cyclus, wanneer M&A aantrekt. Deze fondsen kunnen met een beperkte hefboom een mooi rendement neerzetten door bijvoorbeeld in te spelen op de spreads in overnamedeals.’
Open architectuur
Sarens geeft nog mee dat Nagelmackers zich positioneert als een open architectuur speler, in aanvulling op het zelf beheerde gamma aan fondsen. ‘Het eigen fondsengamma van Nagelmackers focust voornamelijk op de activaklassen die we zeer goed kennen, zoals Europese obligaties en aandelen, small- en midcaps en beursgenoteerd vastgoed. We gaan bijvoorbeeld geen Japanfonds in-house beheren, maar dan wel een beroep doen op externe expertise. We waren tien tot vijftien jaar geleden trouwens een van de pioniers op het vlak van open architectuur.’
Performance
Dat levert gunstige prestaties op, aldus Sarens. Afhankelijk van het gamma staan de gebalanceerde portefeuilles per 31/8 8,5 tot 10 procent in de plus. Er zijn drie gamma’s: value, duurzaam en private banking beheer. Hiermee zitten we voor elk gamma bij de betere helft in onze peer group. We beheren alles samen zo’n kleine 4 miljard euro voor cliënten.’