‘De meeste fondsmanagers besteden te veel tijd aan stock picking en te weinig aan asset allocatie. Het is dat laatste dat voor 80 tot 90 procent het succes van je beleggingsstrategie bepaalt.’
Dat zegt Hans-Olov Bornemann, hoofd van het Quant team van het Zweedse SEB Asset Management, in een gesprek met Fondsnieuws.
Bornemann was afgelopen week in Nederland voor de Dag van de Belegger, waar hij de lancering in Nederland van het absolute return fonds SEB Asset Selection Fund toelichtte.
Bornemann zegt dat zijn fonds gebaseerd is op een model voor markttiming. Daarin wordt eerst bepaald of de marktontwikkeling positief of negatief is. Op basis daarvan wordt de long/short-strategie bepaald, waarbij de beleggingshorizon doorgaans niet meer dan 1 tot 3 maanden is.
Vervolgens kan worden belegd in vier asset classes: aandelen, obligaties, valuta en grondstoffen. Dat gebeurt met futures.
Gemiddeld rendement: 11,3 procent
Het fonds opgericht in 2006, heeft sindsdien een gemiddeld rendement behaald van 11,3 procent. Gestreefd wordt naar een jaarlijks rendement van 7 à 8 procent, hetgeen bestaat uit risk free rate (Euribor) plus 5 procent.
Bornemann zegt dat hij een volatiele markt verwacht in 2010, terwijl dat in 2006 en 2007 niet het geval was. Ook houdt hij rekening met stijgende inflatie. ‘Voor particulieren betekent dat dat je je vermogen moet beschermen tegen geldontwaardig. Dat betekent voor ons dat wij beleggen in ‘inflation-protected’ staatsobligaties’.
Het Quant team van Bornemann richt zich op markttiming. ‘Ja, wij geloven dat er sprake is van marktcycli. De factoren die daarbij een rol spelen zijn menselijk gedrag, fiscaal- en monetair beleid en het volume van geleend geld.’
Tactische en strategische allocatie
Marktbewegingen zijn er niet alleen op maand- of kwartaalbasis, maar ook op dagbasis. ‘Dat is een gevolg van “AlgoWars” ’, meent Bornemann - het toenemende belang van door algoritmen gestuurde computermodellen.
Het SEB Asset Allocation Fund volgt daarom verschillende marktet timing-strategieën: er is het zogenoemde ‘Top portfolio’, dat een zeer uiteenlopende portefeuille kent en gericht is op de grote marktcycli. Hier vindt de tactische asset allocatie plaats.
In de zogenoemde ‘Mid portfolio’ vindt de strategische asset allocatie plaats. Deze portefeuille bevat een aantal posities, die deels actief en deels passief wordt gevoerd met ETF’s.
Korte market timing
Tot slot bestaat de beleggingsstrategie uit ‘Base portfolio’. Dit portfolio bevat titels die lang worden aangehouden. Enerzijds zijn dat inflation-protected staatsobligaties en anderzijds zijn dat titels waarmee een korte market timing wordt nagestreefd.
Dankzij deze aanpak heeft het fonds, sinds de lancering in 2006, een volatiliteit van gemiddeld 10,4 procent, hetgeen zeer laag is voor hedgefondsen.
Volgens Bornemann heeft zijn fonds de karakteristieken van zowel een normaal Ucits-fonds als een hedgefonds. ‘We geven een dagelijkse waardebepaling van het fonds. Ook is er sprake van een dagelijkse liquiditeit en we vallen onder de Ucits-wetgeving. Daarnaast zijn we gericht op absolute return en gaan we zowel long als short.’
Statistische achtergrond
Het fonds heeft 1,5 miljard euro onder beheer. De klanten komen vooral van private banks. Inmiddels komt 20 procent van het vermogen van buiten Zweden. De management fee bedraagt 1,10 procent.
Het Quant team van Bornemann bestaat uit vijf beleggingsspecialisten, van wie enkelen een statistische achtergrond hebben. Het team werkt sinds 2003 samen en beheert inmiddels, via TAA-mandaten, 5 miljard dollar.
In Nederland is het fonds onder meer te verkrijgen via Binck Bank.