Als de stijging van de kapitaalmarktrentes verder doorzet, overweegt Van Lanschot haar positie in Europese staatsobligaties weer te verhogen. Dat stelt senior vermogensbeheerder Maarten Kneepkens van de private bank in een update over haar asset allocatie.
Vooralsnog houdt de private bank haar beleggingsbeleid ongewijzigd. Dit betekent binnen het vastrentende deel van de neutrale portefeuille dat 54 procent naar Europese staatsobligaties is gealloceerd tegen 100 procent in de strategische verdeling.
De laatste wijziging in de beleggingsmix dateert van september, toen een deel van de liquiditeiten werd omgezet naar Amerikaanse staatsobligaties. ‘De hogere rente vergeleken met de Duitse staatsrente bood volgens ons meer ruimte voor rentedaling en daarmee extra rendementspotentieel’, zegt Kneepkens.
Ongehedged
‘Bovendien is de Amerikaanse dollar bij toenemende onzekerheid over de economische groei en aanhoudende geopolitieke kwesties meestal een veilige haven. We dekten de blootstelling aan de dollar dan ook niet af.’
Wat betreft bedrijfsobligaties noemt hij de risico-opslagen historisch gezien laag, ‘maar nog niet zo laag als in 2014 of 2018’. In de lage rente-omgeving vindt hij Europese investment-grade bedrijfsobligaties daarom nog steeds aantrekkelijk.
‘We denken niet dat de economie zo zwak zal worden dat deze bedrijven meer in betalingsproblemen gaan komen. Bovendien koopt de ECB naast staatsobligaties ook bedrijfsobligaties op in haar opkoopprogramma, wat de koersen opdrijft.’
Omdat Amerikaanse bedrijfsobligaties de steun van een opkoopprogramma missen, en bedrijven er over het algemeen wat scherper zijn gefinancierd, is deze markt relatief minder aantrekkelijk.
Geen high yield
Voor high yield bedrijfsobligaties vindt de beleggingsspecialist van Van Lanschot het beleggingsklimaat niet sterk genoeg, vooral vanwege de hogere schuldenlast van deze bedrijven. Kneepkens: ‘Bij een mindere economische situatie kan de winstcapaciteit teruglopen en daarmee het vermogen om aan de rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen.’
Staatsobligaties van opkomende landen in Amerikaanse dollars (EMD hard currency) vindt hij wel aantrekkelijk. ‘Gemiddeld genomen zijn de fundamentals van opkomende landen, zoals schulden, tekorten en betalingsbalansen, redelijk tot goed. We willen daarom profiteren van de relatief hoge rentevergoeding op obligaties van deze landen.’
De aandelenpositie blijft onderwogen in vergelijking met de strategische weging. Kneepkens: ‘We hebben oog voor mogelijke stabilisatie van de wereldeconomie, maar zijn nog onvoldoende overtuigd. De rol van centrale banken raakt meer uitgespeeld, de verwachtingen voor verdere monetaire verruiming zijn de afgelopen weken flink getemperd. Aandelenmarkten moeten daarmee meer op eigen benen staan.’
Winstgroei
Maar het zijn vooral de te positieve winstverwachtingen die zorgen baren. ‘We denken dat de verwachtingen voor de omzet van bedrijven te uitdagend zijn, gezien de afnemende groei die we wereldwijd waarnemen. Winstbijstellingen liggen dan voor de hand en kunnen voor een sentimentsomslag zorgen. Zover is het nog niet, maar we zijn daardoor wel op onze hoede.’
In de regionale verdeling geeft Van Lanschot de voorkeur aan aandelen uit Noord-Amerika boven Europa. ‘De cyclus is in de VS minder zwak en de Fed heeft – gezien de hogere rente in de VS - meer mogelijkheden om de economie te steunen als dat nodig is. Vooral voor de komende kwartalen lijken de winstverwachtingen ook wat minder ambitieus in de VS.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: