Asset managers weten de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties maar moeilijk een plek te geven in hun beleggingsstrategieën. In totaal slaagt naar eigen zeggen niet meer dan 14 procent van de 60 onderzochte managers positief bij te dragen aan die SDG’s.
Dat blijkt uit de jongste editie van de jaarlijkse ESG Marktreview dat Altis Investment Management heeft verricht. In dat onderzoek (zie bijlage) van Altis - het onderdeel van NN IP dat selectie van managers doet en beleggingsstrategieën onderzoekt - wordt jaarlijks gekeken naar de vooruitgang die partijen op dit vlak boeken.
De SDG’s die asset managers actief toepassen zijn vooral SDG 11, die zich richt op duurzame steden, en SDG 13 die klimaatactie als speerpunt heeft. De onderzochte asset managers erkennen dat de SDG’s maar beperkt in de beleggingsstrategieën worden toegepast. Er is wel ambitie om die SDG’s volgend jaar meer te gaan toepassen.
Aan het onderzoek deden 60 asset managers mee - op geaggregeerd niveau. Daarbij worden bovendien 210 strategieën onderzocht op hun ESG-kwaliteit. Op managerniveau is naar 195 datapunten gekeken en op het niveau van beleggingsstrategieën zijn 120 datapunten gewikt en gewogen. Volgens Altis is er sprake van een grote dispersie tussen de partijen waar het om ESG-integratie gaat.
“Early adaptors”
De gemiddelde asset manager scoort 58 punten (op een schaal van 100). Dat is 6 punten beter dan in 2020. Alle 60 partijen hebben de PRI-verklaring van de Verenigde Naties getekend, maar partijen die dat al tussen 2006 en 2011 hebben gedaan, de zogenoemde “early adaptors”, lopen nog altijd voorop en halen de hoogste ESG-scores: gemiddeld 66 punten. Partijen die de PRI-verklaring pas tussen 2017 en 2021 hebben getekend, blijven achter met niet meer dan gemiddeld 44 punten.
Uit het onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn in het uitsluitingsbeleid. Zo sluit niet meer dan 38 procent van de onderzochte partijen tabaksproducten uit. Voor palmolie is dat niet meer dan 11 procent. Opvallend is dat Europese asset managers het meest actief zijn in hun uitsluitingsbeleid.
Ten aanzien van het engagementbeleid blijkt dat er sprake is van aanzienlijke verschillen per asset class. Zo is er bij niet-beursgenoteerd vastgoed helemaal geen sprake van een stembeleid. Van de deelnemende partijen aan het onderzoek van Altis IM zegt 75 procent dat als engagement niet werkt er voor desinvesteren wordt gekozen. De overige 25 procent doet dat niet. Maar Altis waarschuwt dat engagement zonder de dreiging (en de uitvoering) van desinvesteren het beleid tot een tandeloze tijger maakt.
CO2-voetafdruk
Van de deelnemende partijen zegt 64 procent de CO2-voetafdruk in 2050 te willen reduceren; 53 procent wil dan CO2-neutraal zijn. Dat lijkt nog aanzienlijk uit de pas te lopen met de doelen die bij voorbeeld de Europese Unie heeft geformuleerd. Zij wil de CO2-uitstoot al in 2030 met de helft hebben gereduceerd ten opzichte van het huidige niveau - dat wordt notabene bij wet geëist.
Van de asset managers maakt 83 procent gebruik van ESG-data. Voor sommige asset classes, zoals hypotheken en microkrediet, is die data echter niet aanwezig. Daarom gebruik 52 procent ook eigen data. Ook voor illiquide beleggingen zoals private equity en hedgefondsen, hebben partijen moeite om data te vinden en tot ESG-integratie te komen.
Beleggingsstrategieën met een hoge ESG-score hebben ook de hoogste SFDR classificatie, dat wil zeggen volgens artikel 8 of 9 van deze richtlijn. De hoogste scores zijn voor asset managers uit Frankrijk, Nederland en Scandinavië.