De Bank of England gaat stresstesten uitvoeren onder beleggingsfondsen en asset managers. De Britse centrale bank wil weten of er risico’s zijn buiten de bankensector die als kern van het financiële systeem wordt beschouwd.
In zijn laatste Financial Stability Report verklaarde het financieel politiek comité (FCA) dat open-ended fondsen zeer snel groeien en dat men zich zorgen maakt over de onderliggende liquiditeit. Bankgouverneur Mark Caney (foto) wil weten wat het effect van die groei en van mogelijke illiquiditeit voor de markt als geheel kan betekenen als er een crash zou volgen, zoals bij voorbeeld 24 augustus op Wall Street het geval was.
Zo houden de tien grootste asset managers in de wereld nu meer dan 2.000 miljard dollar aan obligaties aan, tegen iets dan 920 miljard dollar begin 2008.
FCA heeft aangekondigd dat er een simulatie komt, die moeten laten zien wat er gebeurt als beleggers massaal geld terugtrekken uit fondsen. Tevens wil het comité bereiken dat het bewustzijn onder beleggers toeneemt van mogelijke liquiditeitsproblemen in beleggingsfondsen en trackers.
In het kader van het onderzoek heeft FCA een bijeenkomst gehad met 17 asset managers en 143 fondsen. De conclusie die men op basis van die bijeenkomst trok is dat deze partijen voldoende doen om de liquiditeit in de fondsen te waarborgen.
Wel werd er door de autoriteiten gewaarschuwd dat asset managers niet alleen oog moeten hebben voor een gezonde asset mix in de portefeuilles van de fondsen, maar ook dat zij heldere, transparante rapportages moeten maken. Daarover bestaat nu twijfel.
De aandacht voor de rol van asset managers in het financiële stelsel volgt op het feit dat hun relatieve belang is toegenomen na de crisis van 2008. Dat komt mede doordat bij voorbeeld zakenbanken minder prominent aanwezig zijn als market makers nu wet- en regelgeving dat aan banden heeft gelegd door strengere kapitaaleisen en handelen voor eigen rekening.
Steeds meer toezichthouders zijn van mening dat grote (Amerikaanse) asset managers als BlackRock, Vanguard en State Street ‘systeemrelevant’ zijn net zoals de grootbanken. Om die reden vindt onder toezichthouders thans een discussie plaats of er vergelijkbare eisen zouden moeten worden gesteld als aan banken, zoals Volcker Rule en Bazel II.
Een andere zorg die op dit moment gehoord wordt is dat asset managers in reactie op de opmars van goedkope passieve producten en -oplossingen zich proberen te specialiseren. Een voorbeeld daarvan is het Schotse Aberdeen Asset Management, dat een kwart van zijn beheerde vermogen in emerging markets heeft. Nu blijkt dat een dergelijke specialisatie een huis echter kwetsbaar maakt.
Aberdeen AM - één van de grootste fondshuizen in Europa - heeft alleen al in laatste drie maanden een uitstroom uit EM-fondsen te verwerken gehad van bijna 13 miljard pond. De topman van Aberdeen, Martin Gilbert, zou volgens Ignites Europe hebben gezegd dat ‘the issue we have is the money going out is beyond our control’.
Aberdeen wil daarom meer diversificeren en overnames doen buiten het terrein van emerging markers. Zo zou het huis nu azen op het obligatiehuis Rogge Global Partners. Dat zou ook aansluiten bij de aansporing van de Britse toezichthouder om asset managers te laten verbreden om mogelijke systeemrisico’s tegen te gaan.