De private banks van de Nederlandse grootbanken hebben zich niet gek laten maken door de hevige turbulentie op de financiële markten. De beleggingsmix bleef grotendeels onveranderd. Aandelen blijven aantrekkelijk gevonden worden, staatsobligaties zijn ‘dood hout’.
Wel heeft zowel ING als ABN Amro MeesPierson de weging van Europese aandelen in de beleggingsmix verlaagd naar neutraal, zo blijkt uit een rondgang van Fondsnieuws langs de grootbanken bij het begin van het tweede kwartaal.
Ze hebben dat onder meer gedaan met het oog op de risico’s voor de korte termijn, zoals problemen met overheidsbudgetten in Spanje, Griekenland en Portugal of het mogelijk uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De Britten mogen zich daar op 23 juni in een referendum over uitspreken. Bij ABN Amro MeesPierson is het lagere gewicht van Europese aandelen in de breed gespreide modelportefeuilles ten goede gekomen aan Amerikaanse aandelen (van onderwogen naar neutraal).
‘De redenen daarvoor zijn betere vooruitzichten voor groei van de economie en de bedrijfswinsten in de Verenigde Staten, onder meer als gevolg van een wat zwakkere dollar dan we eerder voorzagen’, zegt hoofdstrateeg Ben Steinebach (foto). ‘Ook vinden we de koers- winstverhoudingen weer wat beter worden voor de Verenigde Staten.’
De spanningen met betrekking tot de Amerikaanse presidentsverkiezingen wegen volgens hem niet op tegen de risico’s in Europa.
ING ziet weer meer kansen in de regio ‘Azië, exclusief Japan’, waarvan het gewicht werd verhoogd van onderwogen naar neutraal. ‘Wij verwachten dat de economische groei in China stabiliseert en dat daardoor ook de grondstoffenprijzen verder zullen stabiliseren. Aandelen uit Hongkong, Singapore, Australië en Nieuw-Zeeland zullen hier naar verwachting van profiteren’, stelt Simon Wiersma van het ING Investment Office.
Vergeet timen van correctie
De waarderingen van aandelen in het algemeen vindt ING inmiddels weer aantrekkelijk, al blijft de bank vooralsnog bij haar neutrale weging. ABN Amro is ‘in het licht van de gematigd positieve vooruitzichten voor de wereldeconomie’ en ‘aantrekkelijke relatieve waardering van aandelen ten opzichte van obligaties’ overwogen in aandelen.
Ook Rabobank handhaaft ‘in volle overtuiging’ haar overweging van aandelen, nadat ze in het eerste kwartaal veel tijd heeft gestoken om te bepalen of er werkelijk sprake was van een bearmarkt. Met het koersherstel in de tweede helft van het kwartaal kreeg de bank het gelijk aan haar zijde.
Han Dieperink, hoofd beleggingsbeleid bij Rabo, wijst daarnaast op twee zaken. Ten eerste dat hij niet gelooft in het ‘timen’ van correcties in een verder opgaande markt. ‘Je moet twee keer goed zitten, je maakt twee keer kosten en je loopt het risico dat je een deel van de opgaande fase mist. De realiteit is dat er met dit soort bewegingen eerder waarde wordt vernietigd.’
Daarnaast is van belang te vermelden dat de bank tegenwoordig een zogenaamde core-factor-satellite strategie voert. ‘Uitsluitend in het satellietendeel maken we keuzen op het gebied van regio’s en specifieke thema’s. Begin dit jaar is daar het thema robotica toegevoegd. Dit is ingevuld met het Pictet Robotics fonds.’
Vanwege de divergentie in monetair beleid - in de VS wordt de rente verhoogd terwijl het beleid in Europa en Japan nog uitermate ruim is - biedt dat kansen op de aandelenmarkten buiten de VS. Dieperink legt al geruime tijd binnen de portefeuille accent op met name Duitse en Japanse aandelen.
Over staatsobligaties zijn de banken eensgezind negatief. Steinebach: ‘Centrale banken blijven sterke neerwaartse druk uitoefenen op de obligatierente, waarbij negatieve rendementen – in Duitsland tot en met looptijden van zeven jaar en in Japan zelfs tot en met tien jaar – inmiddels gebruikelijk zijn geworden.’
Inflatielinkers
Hij vervolgt: ‘De oude vertrouwde risicokarakteristieken van staatsobligaties als stabiele en veilige belegging zijn daarmee veranderd. Niet het geringe risico van beperkte fluctuaties voert nu de boventoon, maar het sterk toegenomen risico van rentestijging, en dus koersdaling.’
Wiersma: ‘De huidige kapitaalmarktrentes blijven historisch laag en bieden slecht een kleine buffer om het negatieve koerseffect te compenseren in het geval van hogere marktrentes. Onze rendementsverwachtingen voor staatsobligaties zijn niet positief.’
Dieperink: ‘Obligaties is een lastige categorie geworden. Eigenlijk is het “dood hout”, afgezien van het feit dat je afgelopen kwartaal wel een positief rendement kon behalen van 3 procent. Door de lage rente, de grotere renteschommelingen en de langere duratie zijn de rendementsverwachtingen uiterst somber en is het risico - in de zin van volatiliteit - vrijwel gelijk aan aandelen. Dat betekent dat de traditionele gespreide neutrale portefeuille niet meer bestaat en dat ook alternatieven als risk parity geen soelaas meer bieden.’
Met staatsobligaties uit de Europese periferie of EM Debt, inflatielinkers, bedrijfsobligaties en high yields is nog wel enig rendement te behalen. Maar, merkt de Rabo-cio op: ‘Obligatiebeleggers doen er goed aan hun rendementsverwachtingen te matigen.’
Dit artikel staat in het Fondsnieuws-magazine ‘Monetaire hocus pocus uitgewerkt’ dat op 20 april is verschenen.