Axa Investment Managers is een samenwerkingsverband aangegaan met Instituut Clingendael: China Forum, dat ondermeer data verzamelt over de duurzaamheid van Chinese aandelen en obligaties. Inmiddels nemen volgens Axa IM ongeveer tien pensioenfondsen aan het initatief deel.
Volgens Hanneke Veringa (foto), landenmanager van Axa IM Nederland, proberen pensioenbeleggers een inhaalrace te maken in hun kennis van de Chinese markt. Ze moeten wel, want Chinese aandelen en obligaties worden steeds belangrijjer in de wereldwijde indices waarin deze partijen doorgaans beleggen.
Zo zal op termijn 40 procent van de weging in de MSCI-index voor opkomende landen voor rekening van China komen. Het besluit over een verdere verhoging daarover wordt later deze maand verwacht. Zo hebben buitenlandse (institutionele) beleggers in januari meer dan 9 miljard dollar geinvesteerd in Chinese aandelen - deels omdat men anticipeert op een handelsakkoord tussen China en de VS, maar ook vanwege de zwaardere, op handen zijnde weging in MSCI-indices.
Veringa vertelde tegenover het platform Pensioenpro dat bij studiereizen aan China duidelijk werd dat bestuurders van pensioenfondsen zo’n reis niet genoeg vonden en om meer initiatieven vroeg. Clingendael, een in Den Haag gevestigd instituut voor internationale betrekkingen, organiseert in het kader van China Forum een driemaandelijkse bijeenkomst waarin China-expert Frans-Paul van Putten de bestuurders bijpraat over actuele ontwikkelingen.
Veringa meent dat China ook bereid is rekening te houden met de Nederlandse beleggers, omdat pensioenfondsen en verzekeraars samen zijn goed voor ongeveer 1600 miljard dollar aan vermogen. Daarmee is Nederland één van de grotere beleggers in de wereld.
Markt- en buitenlands-politieke analisten stellen dat China langzaamaan opener wordt naar buitenlandse beleggers. Dat begon met de deelname aan de Wereldhandelsorganisatie WTO, de toevoeging van de renminbi aan een mandje met internationale reservemunten. Hierdoor nam de vraag naar Chinees staatspapier toe, zodat meer institutionele buitenlandse beleggers exposure naar dergelijke staatsobligaties wat de door Chinese particuliere beleggers gedomineerde obligatiemarkt minder volatiel maakte. Dit heeft volgens Veringa ook een positief effect op het Chinese bedrijfsleven.
Zij wijst erop dat er sinds begin dit jaar 226 Chinese A-shares, die genoteerd staan aan de beurs van Sjanghai, onderdeel zijn van de MSCI-index opkomende markten. Volgend jaar komen Chinese staatsobligaties in de veelgebruikte Barclays-index. Daarnaast zijn Chinese staatsbanken de grootste uitgevers van groene obligaties - dergelijke obligaties zullen zelfs in euro’s worden uitgegeven. Over dit en andere thema’s wisselt het China Forum kennis en ervaringen uit.
Pensioenpro schrijft dat thans slechts tien van de beursgenoteerde ondernemingen in de MSCI-index het VN Global Compact te hebben ondertekend, wat ondermeer betekent dat de ondertekenaar belooft zich te houden aan principes zoals het recht op vakbondsvrijheid. Dat slechts tien indexbedrijven ze hebben ondertekend, wil niet zeggen dat de VN-beginselen niet leven in China, stelt Veringa: ‘De afgelopen vier maanden is het aantal ondertekenaars gestegen naar 250. Het gaat bijvoorbeeld om grote banken, zoals de Agricultural Bank of China. Die informatie is van belang voor obligatiebeleggers. Die bank geeft veel obligaties uit.’
Een andere uitdaging is dat ESG in China. Dat blijkt onder meer uit data van MSCI, dat bedrijven rangschikt aan de hand van ESG-criteria. Over het algemeen scoren grote ondernemingen beter dan kleine. In China is dat anders. ‘Daar is nog geen duidelijk patroon te zien. Zowel grote als kleine bedrijven kunnen nog veel verbeteren. Wij spreken ze daar namens beleggers zoals pensioenfondsen op aan. We leggen uit dat dit soort beleggers alleen geld steekt in bedrijven die degelijk rapporteren over bijvoorbeeld CO2-uitstoot, milieu-impact en watergebruik’, aldu Veringa tegenover Pensioenpro.