Pensioenfondsen dringen er bij fondshuizen op aan dat de allocatie naar India hoger moet. Sommigen pleiten voor een toewijzing van 20 procent vanuit de opkomendemarktenportefeuille, nu het groeitraject van India dat van China kan overschaduwen. Baillie Gifford ziet kansen, zegt de Schotse asset manager. Vooral bij Indiaas schuldpapier.
Dat bleek tijdens een bijeenkomst voor journalisten eind vorige week in Edinburgh, waar verschillende investment managers van Baillie Gifford de beleggingsmogelijkheden van India uit de doeken deden. Eveneens positief waren ze over Latijns-Amerika en Indonesië, vooral door de toenemende connectiviteit en de zich ontwikkelende wereldwijde energietransitie.
Alternatieven voor China
Beleggers zoeken naar alternatieven voor China. Baillie Gifford kiest voor een gediversifieerde benadering, met een focus op India, Latijns-Amerika én Indonesië. Het fondshuis ziet de optelsom van landen als een antwoord op de wereldwijde trends van digitalisering en energietransitie.
In India legt het fondshuis de nadruk op de dienstensector, de energietransitie en het verbeteren van de connectiviteit dankzij een betere fysieke en digitale infrastructuur. In Latijns-Amerika liggen er kansen in private banking, e-commerce en sommige grondstoffen, terwijl in Indonesië de ‘unbanked’ bevolking een aanzienlijk potentieel biedt voor financiële diensten.
Connectiviteit
Sally Greig, investment manager bij Baillie Gifford, is onlangs teruggekeerd uit India. Ze gaf in Edinburgh hoog op over de nieuwe metrolijnen in Mumbai en een aanzienlijke uitrol van de infrastructuur, waaronder nieuwe luchthavens en wegen. ‘Die connectiviteit is India echt aan het transformeren, waardoor het samenkomt als één land’, zei ze. De Indiase economie is nu een van de meest stabiele in de opkomende markten, gestimuleerd door hervormingen van de overheid en een inflatiecijfer dat is gedaald van 8 procent tien jaar geleden naar gemiddeld 5 procent nu.
‘India is niet op weg om een productie-economie te worden zoals China’, merkte Greig op. In plaats daarvan is de dienstensector de afgelopen tien jaar met 50 procent gegroeid. Modi’s “slimme hervormingen” zijn de wrijvingen volgens haar aan het wegnemen. ‘Ze creëren een veel beter klimaat voor bedrijven.’
Baillie Gifford richt zich vooral op Indiase schuldpapier, omdat de aandelenkansen nog dun gezaaid zijn. ‘In ons team hebben we een duurzaam EM-obligatiefonds dat belegt in obligaties uitgegeven door Greenko en Renew, twee enorme duurzame bedrijven in India’, aldus Greig. ‘Ze maken echt optimaal gebruik van de mogelijkheden voor zonne-energie, met name zonne-energie in India, omdat het zo’n heet land is. En windenergie, waarvan ik denk dat het echt de drijvende kracht zal zijn achter duurzame energie. Ze hebben hun netto nul verplichtingen voor 2070. Dat is nog ver weg, maar ik denk dat er veel te doen is. Er zullen veel kansen liggen op het gebied van klimaat.’
Veel kleine bedrijven, voorlopig
De reden dat de aandelenkansen schaars zijn, is dat de Indiase economie nog erg gefragmenteerd is. De kansen kunnen toenemen zodra de digitalisering vruchten begint af te werpen en bedrijven nader tot elkaar komen. ‘Een van de problemen van India is misschien wel dat het veel heel kleine bedrijven heeft en een paar grote. Er zit niet zoveel tussenin. Wat digitalisering zou moeten doen, is een aantal van die kleinere bedrijven helpen gemakkelijker te groeien’, zei Greig.
Participaties in banken uit de private sector in India worden ook als aantrekkelijk gezien, aangezien 70 procent van de Indiase bankensector in handen is van slecht beheerde staatsbanken. ‘Dat is een geweldige achtergrond voor de private banken die echt goed worden geleid’, zegt partner Roddy Snell van Baillie Gifford. ‘Het betekent dat ze de afgelopen twintig of dertig jaar elk jaar 1 of 2 procent marktaandeel hebben kunnen veroveren. We denken dat dat de komende tien, vijftien jaar zo zal blijven. En ze zijn niet bijzonder duur. Ze zijn erg winstgevend, 15 tot 20 procent (rendement op eigen vermogen, red.). Je betaalt niet bijzonder veel in termen van koers/boekwaarde.’
“Verstandig” beleid in Latijns-Amerika
Het geopolitieke landschap in Latijns-Amerika is veranderlijk. Ondanks de politieke instabiliteit hebben landen als Mexico en Brazilië vooruitgang geboekt bij het implementeren van een “over het algemeen verstandig” beleid, zoals Andrew Stobart, een andere investment manager bij Baillie Gifford, opmerkte.
De van de VS afhankelijke verwerkende economie van Mexico profiteert van geopolitieke veranderingen, waaronder een verschuiving weg van China. ‘Vanuit het oogpunt van de aandelenmarkt, of vanuit het oogpunt van een belegger, zijn er heel weinig manieren om direct blootstelling te krijgen aan deze trends. Dus hebben we ervoor gekozen om dat indirect te doen’, aldus Stobart.
De investeringen van Baillie Gifford in Mexico zijn gericht op private banken zoals Banorte en retailers zoals Wallmex. In Brazilië heeft het bedrijf onder meer oliemaatschappij Petrobras en First Quantum Minerals in portefeuille.
Het e-commerce platform Mercado Libre, opgericht door een Argentijn met een Amerikaanse MBA in 1999, is een van de investeringen die Baillie Gifford sinds 2009 heeft in Latijns-Amerika. Het bedrijf is gemodelleerd naar het Chinese Alibaba en Baillie Gifford heeft zijn positie een aantal keer uitgebreid en heeft ook deelgenomen aan de beursgang. ‘Het is heel snel gegroeid door gewoon heel goed te presteren’, zei Stobart, eraan toevoegend dat het bedrijf er ook in is geslaagd om verouderde netwerken van postkantoren effectief in te zetten voor distributie en sindsdien ook kredietdiensten heeft toegevoegd.
Indonesië: groeipotentieel
Een vergelijkbaar bedrijf in de portefeuille van Baillie Gifford is Sea Limited, actief in Indonesië. Digitalisering, betere connectiviteit en vooruitzichten op betere financiële diensten stellen Sea in staat om in Azië te groeien op een vergelijkbare manier als Mercado Libre dat doet in Latijns-Amerika. Het bedrijf is nu een toonaangevend wereldwijd consumenteninternetbedrijf in de regio. Sea is een relatief nieuwe holding voor Baillie Gifford, in de fondsen na de beursgang van het bedrijf in 2015.
Indonesië wordt gezien als een markt met groeipotentieel, vooral in de financiële sector. ‘Ongeveer de helft van de mensen heeft nog steeds geen bankrekening in het land’, zegt Snell. Het bedrijf heeft een belang in Bank Rakyat, dat Snell beschouwt als ‘de beste bankfranchise in heel Azië’.