Banken gaan beleggers meer inzicht geven in het risico dat de diverse standaardportefeuilles met zich meebrengen. Daarmee komen ze tegemoet aan kritiek van onder meer de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en beleggersvereniging VEB.
Die vinden het verwarrend dat op het oog vergelijkbare risicoprofielen — met etiketten als ‘defensief’ — in de praktijk sterk uiteenlopen.
Verschillen
Het vermogen van klanten met het meest behoudende risicoprofiel wordt bijvoorbeeld door Rabobank standaard voor 10 procent in aandelen belegd en voor 90 procent in obligaties. Bij SNS Bank is dat echter 8 procent aandelen, 42 procent obligaties en 50 procent liquiditeiten. Verschillen in de beleggingsmix brengen ook een verschil in risico met zich mee. Maar omdat banken en vermogensbeheerders vergelijkbare namen hanteren voor de profielen, is dat verschil in risico niet altijd even duidelijk.
Meetlat
Daarom introduceren de banken een soort meetlat waarmee het risico van een standaardportefeuille kan worden afgezet tegen dat van andere portefeuilles. ‘We richten ons op onderlinge vergelijkbaarheid’, zegt Michiel Peters van de Nederlandse Vereniging van Banken. ‘Het feit dat die portefeuilles verschillen, dat is de kracht ervan. Dan heeft de klant wat te kiezen. Maar we willen wel dat hij beter in staat is de verschillende portefeuilles te vergelijken.’ De nieuwe meetlat moet in het eerste kwartaal van 2016 worden ingevoerd.
Transparanter
De standaardbeleggingsportefeuilles van banken worden beter vergelijkbaar. Banken introduceren in het eerste kwartaal een soort meetlat waarmee de verschillen in risico tussen bijvoorbeeld defensieve profielen inzichtelijk worden gemaakt. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is te spreken over de stap, en ook de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) is voorzichtig positief.
Zowel de toezichthouder als de beleggersvereniging had vorig jaar kritiek op de banken, die veelal dezelfde namen hanteren voor hun risicoprofielen, maar er daarbij in de beleggingsmix uiteenlopende portefeuilles op nahouden. Dat betekent dan ook dat de ene portefeuille risicovoller is dan de andere.
Vergelijkbaarheid
Neem het op een na behoedzaamste van de vijf standaardprofielen die door de meeste banken en vermogensbeheerders worden aangeboden. SNS Bank hanteert daarbij een mix van 20 procent aandelen, 65 procent obligaties en 15 procent liquiditeiten. Maar ING en Rabobank kiezen voor 30 procent aandelen en 70 procent obligaties, terwijl Alex voor 100 procent aandelen gaat. ‘Je ziet nu soms profielen met vergelijkbare namen als ‘behoudend’ of ‘conservatief’, waarbij de onderliggende portefeuilles verschillen’, zegt Michiel Peters (foto) van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Het idee is dat beleggers met de nieuwe meetlat het risico van de ene portefeuille kunnen afzetten tegen dat van een andere aanbieder. ‘We richten ons op onderlinge vergelijkbaarheid’, zegt Peters. ‘Het feit dat die portefeuilles verschillen, dat is de kracht ervan. Dan heeft de klant wat te kiezen. Maar we willen wel dat hij beter in staat is de verschillende portefeuilles te vergelijken.’
Concurrentiedruk
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) is ook voorzichtig positief. ‘Ik vind het op zich een goed idee, maar de vraag is in hoeverre het ooit helemaal lukt’, zegt Patrick Beijersbergen, VEB-econoom en auteur van Beleggen kun je zelf. ‘Veel aanbieders van financiële producten hebben de neiging meer risico te nemen dan het product belooft, om daarmee een hoger rendement te behalen. Ook stoppen banken mensen met een lange horizon vaak in een te defensief profiel. Gemakzucht, want ze verdienen vaak evenveel aan een defensief profiel als aan een offensief profiel.’
In Nederland hebben de grootbanken ongeveer 80 procent van de particuliere beleggersmarkt in handen. Maar ook de vermogensbeheerders staan open voor het initiatief, zegt Theo Andringa van brancheorganisatie VV&A. ‘Dit is verstandig, daar doen wij graag aan mee.’
De NVB werkt nog aan de precieze invulling, bijvoorbeeld aan de vraag hoe risico precies gemeten wordt. Traditioneel wordt daarbij naar de volatiliteit van het rendement gekeken, gecombineerd met de correlatie tussen verschillende beleggingscategorieën.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 28 december 2015.