Bart Van Craeynest.jpg

De fouten van de jaren 70 herhalen, met name de factuur van de loon-prijsspiraal doorschuiven naar de bedrijven en in mindere mate de overheid, kan ons duur te staan komen. België is daarom relatief kwetsbaarder voor een stagflatiescenario dan onze buurlanden. ‘Een recessie is nu heel reëel.’

Dat blijkt uit een gesprek met Bart Van Craeynest (foto), hoofdeconoom bij Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, op een moment waarop stagflatie en structureel hogere inflatie hete hangijzers zijn.

Een stagflatiescenario is voor hem geen basisscenario omdat de hoge inflatie volgens hem een eerder tijdelijk fenomeen is. Om van een stagflatie à la jaren 70 te praten, moet de inflatie structureel hoger liggen gedurende langere tijd. België is volgens de econoom echter relatief kwetsbaarder voor een stagflatiescenario dan de buurlanden.

‘Dat komt door ons automatisch loonindexeringssysteem. Het doet denken aan de mechanismen van de jaren 70, die in de meeste Europese landen bestonden, behalve Duitsland, dat er na de Weimar inflatie een afkeer van had gekregen. In de meeste andere landen ontstond zo een vicieuze cirkel. Pas in de jaren 80 en 90 werden die mechanismen in Europa afgeschaft, behalve in België dus.’

Van Craeynest stelt dat dit de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven verzwakt. Door de indexering komt de loon-prijsspiraal wel op gang. Een aantal jaren later moet dat dan worden rechtgetrokken via indexsprongen. Hij stelt dat alles op alles moet worden gezet om deze fouten te vermijden. Toen werd de hogere levensduurte gecompenseerd met overheidsuitgaven, monetair beleid en loonsverhogingen.

Recessie 

Van Craeynest verwacht voor het tweede kwartaal uitgesproken negatieve groeicijfers in Europa en België. Aan het begin van het jaar verwachtte hij nog een groei van 3 tot 4 procent, maar door de Oekraïnecrisis is dat nu helemaal niet meer aan de orde. Dat leidt dus quasi zeker tot een recessie, een periode van twee opeenvolgende kwartalen negatieve groei, die volgens hem echter geen jaar tot anderhalf jaar zal duren, en eerder kortstondig zal zijn. 

De inflatie blijft volgens hem nog wel een tijdje op het huidige niveau. De hogere grondstoffenprijzen vertalen zich nu ook naar de kerninflatie. ‘Hoe ver dit doorgaat, is afhankelijk van de loononderhandelingen.’

De verstrakkingscyclus die de centrale banken hebben ingezet, is volgens hem dan ook een noodzaak. In corona was het volgens hem nodig om te versoepelen, maar nu ziet de situatie er heel anders uit in het herstel post-Covid. Toch is er volgens de econoom nog steeds een monetair risico op ‘te weinig focus op inflatie en te veel stimuleren, zeker bij de ECB.’

Langetermijnrente

Ook de langetermijnrente zal volgens de econoom op langere termijn verder moeten stijgen. ‘Ze is nog niet afgesteld op een omgeving van hogere inflatie en een zeer krappe arbeidsmarkt. Op korte termijn kan de lange rente wat dalen, maar op langere termijn is de logische evolutie opwaarts gericht. De tijd van het gratis geld is nu echt wel voorbij. Dat moet tot uiting komen in de rentestand.’

Naast de hogere grondstoffenprijzen, die volgens Van Craeynest structureler zijn dan vroeger, moeten we ook leren leven met de hogere kosten van de duurzaamheidstransitie die momenteel wordt uitgerold.

Hij pleit tot slot bij gezond verstand bij politici en vakbonden in België: ‘Je kan burgers niet afschermen van de hogere levensduurte door alles door te schuiven naar de bedrijven en de overheid. Dat zijn exact de recepten van de jaren 70. Dat gaat zich wreken in onze concurrentiepositie en binnen enkele jaren moeten worden rechtgezet. Vergeet niet dat een devaluatie zoals begin jaren 80 geen optie meer is. De kosten zullen gewoon over de hele economie moeten worden verdeeld,’ besluit hij.

Over Bart Van Craeynest
Begon zijn carrière bij KBC
Werd daarna hoofdeconoom bij Petercam en vervolgens bij Econopolis
Werkt sinds 2018 bij Voka

Gerelateerde artikelen op Investment Officer

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No