Grote olieconcerns zijn vastbesloten vast te houden aan hun stabiele dividendbeleid, maar dit heeft echter wel gevolgen voor het investeringsniveau. Op termjn kan dit de toekomstige winsten aantasten en dus ook de continuïteit van het dividendrendement.
Dat stelt olieanalist Allen Good van Morningstar in de jongste editie van het blad Effect van de Vereniging van Effectenbezitters.
Good zegt dat grote olieconcerns als Shell, Total en Chevron hun productie afstemmen op hun vrije kasstroom, gericht op uitkering van dividend, ook in de komende jaren.
‘Investeringen van oliegiganten zijn broodnodig om de reserves op peil te houden in een dalende oliemarkt’, aldus Good in Effect. Beleggers moeten volgens hem rekenen op een lager rendement. Hij verwijst naar het LNG-project van bijvoorbeeld Shell in West-Australië. Het concern investeerde inmiddels 50 miljard dollar, maar het heeft daar niet tot volwaardige industriële productie van LNG geleid.
Beleggers zijn bang dat de pay out van de winst van grote concerns als Shell onder druk komt te staan nu de olieprijs in de VS tot onder de 40 dollar is gedaald en de vrees bestaat dat van deze lage olieprijs nog lang sprake zal zijn.
Als bedrijven als Shell geen stabiel dividendrendement meer zouden uitkeren zou dat een schok van ongekende omvang zijn voor dividendbeleggers. Zo wordt Shell tot de zogenoemde ‘Dividend aristocrats’: beursgenoteerde bedrijven die vrijwel onder alle omstandigheden dividend blijven uitkeren.
Olieconcerns staan er echter op dit moment veel slechter voor dan in aanloop naar de crash van 2008, toen de olieprijs onder de 140 dollar per vat piekte. De halfjaarwinsten liggen nu allemaal onder het winstniveau van toen.
De sterk gedaalde olieprijzen zijn een gevolg van een combinatie van factoren: afnemende vraag door een zwakke wereldwijde groei, het oliekartel Opec dat geen productieplafond wil opleggen en nieuwe concurrenten op de wereldmarkt die samenhangt met de schalieolie en -gas revolutie in de Verenigde Staten.
Morningstar schat dat de olieprijs voorlopig niet boven de 45 dollar per vat komt en over vijf jaar niet hoger zal zijn dan 75 dollar. Voor de wereldeconomie is dat voor de langere termijn goed nieuws, maar op de korte termijn raakt het vooral opkomende landen als Brazilië, Venezuela en Rusland die sterk van olie-inkomsten afhankelijk zijn.
Good denkt dat Shell het dividendrendement aan zijn aandeelhouders overeind kan houden, maar hij betwijfelt of dat ook voor andere oliebedrijven geldt, zoals bij voorbeeld ENI. Shell ging maandag, net als de rest van de AEX, fors onderuit op het nieuws dat de beurzen in China met 8,5 procent waren gedaald. Het aandeel daalde in de ochtendhandel bijna 4 procent.