‘Wij zeggen niet: beleg in de Japanse economie. De macro-economische omgeving is uitdagend, al biedt ze nog houvast. Met ons fonds beleg je echter in de 1 procent meest aantrekkelijke Japanse bedrijven.’ Dat zegt investment manager Keita Kubota van het Japanse aandelenteam van Aberdeen.
Japan is wat totale marktkapitalisatie betreft na de VS de grootste aandelenmarkt ter wereld. Met zo’n 3.600 beursgenoteerde bedrijven is er volop keuze voor stockpickers als Aberdeen. Actief beheer kan hier lonen, stelt de manager.
42 procent van de Japanse bedrijven aan de beurs wordt niet of maar door 1 analist gevolgd. In de VS ligt dat percentage op slechts 7 procent.
Meer recent zijn daar de positieve effecten van engagement bijgekomen. ‘Toen ik 10 jaar geleden bij Aberdeen begon hadden sommige bedrijven hun aandeelhouders nog nooit ontmoet. Inmiddels probeert men serieus rekening te houden met minderheidsaandeelhouders. Dat is echt een nieuwe ontwikkeling’, stelt Kubota op een presentatie in Amsterdam.
Corporate governance
Die verbetering van de corporate governance is het gevolg van een reeks initiatieven, zoals de introductie van de JPX-Nikkei Index 400, een gedragscode en de ‘Ito review’. De laatste schrijft onder meer voor dat bedrijven hun rendement op investeringen moeten opschroeven naar zo’n 8 procent.
Aberdeen is een van de partijen die zich in de ‘frontlinie’ begeven van minderheidsaandelenhouders die de dialoog met bedrijven opzoeken. Funac, maker van industriële robots, noemt hij als voorbeeld. ‘Dit bedrijf houdt 10 miljard dollar in contante middelen aan, twee keer zijn jaaromzet. Ze hebben geen idee wat ze ermee moeten doen. Daar proberen we hun bewust van te maken.’
Bedrijven die over veel cash beschikken zouden volgens Kubota hun investeringen kunnen opschroeven, een groter deel van de winst in dividend kunnen uitkeren of eigen aandelen inkopen.
In absolute zin staat het bedrag dat Japanse bedrijven aan dividend uitkeren nu op het hoogste niveau ooit en groeit het sterk.
Een ander voorbeeld van een verbetering op het vlak van corporate governance in Japan is de benoeming van onafhankelijke leden in de raden van bestuur. Dit zijn mensen die geen banden hebben met de oprichtersfamilie of carrière hebben gemaakt bij een ander bedrijf, iemand met een ‘frisse kijk op zaken’ dus.
‘Had in 2013 nog 80 procent van de Japanse bedrijven geen enkele onafhankelijke bestuurder, nu heeft 90 procent dat wel’, aldus de Japanner. ‘De volgende stap is dat ze er meerdere willen aanstellen.’
Dispersie
Niet alle largecap bedrijven ontwikkelen zich echter positief. Kubota spreekt van een groeiende kloof tussen bedrijven die (internationaal) willen groeien en bedrijven die zich tevreden stellen met een stabiele kasstroom, maar nauwelijks investeren en in slaap zijn gesukkeld.
Hij richt zich met zijn team dus op bedrijven die een flink deel van de omzet in het buitenland behalen, en dankzij de afgelopen jaren gedaalde yen hun marges hebben kunnen verbeteren. Groeibedrijven van hoge kwaliteit, omdat die in Japan op de lange termijn een betere belegging zullen blijken te zijn dan value-aandelen.
De macro-omgeving noemt hij uitdagend, al blijft hij optimistisch gestemd. Dat terwijl een toenemend aantal beleggers hun vertrouwen in premier Abe om de economische groei en inflatie aan te wakkeren lijken te verliezen. ‘Het beleid van Haruhiko Kuroda van de Bank of Japan is erop gericht de munt te verzwakken. Daardoor zal de inflatie uiteindelijk toenemen.’
Aberdeen is echter geen fondshuis met een uitgesproken macro-economische visie, maar een echte stockpicker. Het Aberdeen Japanese Equity (A2 JPY) fonds heeft 35 aandelen geselecteerd uit een universum van 100 aandelen, ofwel 1 procent van het totaal aantal beursgenoteerde fondsen.
Buy & Hold
In de top 10 staan drie bedrijven die het al meer dan tien jaar in portefeuille heeft: Seven & I Holdings (7-Eleven), Toyota Motor en Amada Holdings (metaalbewerking). Met uitzondering van KDDI Corporation staan de overige namen ook al langer dan vijf jaar in de lijst. Het fonds hanteert dus met recht een buy & hold strategie.
In de eerste drie maanden van het jaar behaalde het volgens de meest recente factsheet een rendement van -9,00 procent tegen -12,04 procent voor de benchmark, de Topix 1st section Index.
Op een- en driejaarsbasis ligt de performance in lijn met de benchmark, op vijfjaarsbasis heeft het fonds het bijna 2 procentpunt beter gedaan. Het fonds heeft geen vermelding in de FN Universe, de database van meest bemiddelde fondsen in Nederland.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: