Wie duurzaam wil beleggen, kan investeren in de beste bedrijven in iedere categorie, maar je kunt ook alleen in echt ‘goede’ bedrijven stappen.
Behalve het uitsluiten van ondernemingen die zich bezighouden met ‘foute’ activiteiten (tabak of controversiële wapens, maar soms ook dierproeven of genetische manipulatie), kijken beheerders van duurzame beleggingsfondsen ook naar de mate waarin bedrijven oog hebben voor mens en milieu.
Vervolgens worden beleggingsbeslissingen over het algemeen genomen op basis van het best-in- class-principe. Critici wijzen erop dat een bedrijf dat het ‘beste’ scoort in een bepaalde sector of industrie niet per se duurzaam bezig hoeft te zijn. Wat is bijvoorbeeld het meest duurzame oliebedrijf?
Next level
Voor een groeiende groep beleggers gaat deze manier van duurzaam beleggen niet ver genoeg. Zij willen dat de bedrijven waarin ze beleggen ook daadwerkelijk werken aan oplossingen voor een betere wereld. De Europese koepel van duurzame beleggers Eurosif verwacht dat deze nu nog relatief kleine fondscategorie de komende jaren flink zal groeien.
Een van de grondleggers van deze beleggingsovertuiging is de voormalige Amerikaanse vice-president en klimaatgoeroe Al Gore. Samen met David Blood richtte hij in 2004 Generation Investment Management op.
Ook het Amsterdamse DD Equity Fund van het in Amsterdam gevestigde DoubleDividend belegt op deze manier. ‘Wij leveren een positieve bijdrage met het kapitaal van onze klanten en onszelf’, zegt duurzaamheidsanalist Floris Lambrechtsen.
Game changers
Het wereldwijde aandelenfonds bestaat uit een geconcentreerde portefeuille van largecaps die vanwege hun omvang een significant verschil kunnen maken. Unilever bijvoorbeeld, dat volgens Lambrechtsen geldt als ‘game changer’ op het gebied van het tegengaan van uitbuiting van boeren in arme landen of het gebruik van duurzaam geproduceerde palmolie.
Van bedrijven als Vestas of Tesla, producenten van respectievelijk windmolens en elektrische auto’s, houdt de fondsbeheerder zich verre. ‘Dit zijn wat wij duurzame knuffelbedrijven noemen, waarin enorm veel groei is ingeprijsd. Uit- eindelijk doen wij financieel noch maatschappelijk enige concessie aan onze beleggingen.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van 17 juni 2015.