Verlamde mensen die weer kunnen lopen, fabrieksarbeiders die de kracht in hun armen vertienvoudigen. Een draagbaar skelet is niet langer sciencefiction, het is onderdeel van de trend waarbij mens en machine samenwerken.
Je trekt een pak aan, dat je dankzij sensoren en rekenkracht (krachtiger) laat bewegen. Dat is kort gezegd wat cyborg is, de fysieke samensmelting van mens en machine.
Hoewel al een tijd geëxperimenteerd wordt met de technologie — onder meer door het Amerikaanse leger, dat bekendstaat als kweekvijver voor innovatie — staat deze volgens kenners nog in de kinderschoenen.
De fase waarin men via dit zogeheten ‘exoskelet’ slechts enkele stappen kon zetten wegens gebrek aan rekenkracht en bovendien loodzwaar was voor de drager door een batterij van 80 kilo, is nog maar net voorbij.
Het aantal makers van exoskeletten is bovendien op één hand te tellen. De grootste in zijn soort is roboticaconcern Cyberdyne, een verlieslatend Japans bedrijf met een marktkapitalisatie van 1 miljard dollar. Sectorgenoot Ekso Bionics is met een marktwaarde van enkele tientallen miljoenen dollars fors kleiner.
Voor direct beleggen in exoskeletten, is het volgens professionele beleggers dan ook te vroeg. De vraag is zelfs of dat moment wel komt, aangezien de winstverwachtingen van bedrijven in de sector niet om naar huis te schrijven zijn.
Dat wil niet zeggen dat beleggers de trend moeten afschrijven. Integendeel. Experts zien het namelijk wél als onderdeel, als exemplarisch voorbeeld, van een grotere trend: de samenwerking tussen mens en machine, die meer en meer sectoren in haar greep krijgt. Johan Van der Biest van Candriam noemt dit het ‘versmarten’ van de wereld.
Beleggers kunnen daarvan profiteren door direct in roboticabedrijven te beleggen zoals BNP Paribas Obam doet, door te kiezen voor een sector die op digitaliseringsvlak nog veel te winnen heeft, waar Robeco voor kiest, of door te gaan voor ondersteunende technieken zoals Candriam.
Roboticabedrijven
BNP Paribas Obam, een van de oudste beleggingsfondsen van Europa, belegt bijna 30 procent van het belegd vermogen van 1 miljard euro in technologisch innovatieve bedrijven (per 31 juli 2019), waarvan een deel in robotica. ‘Robots zijn er al zo’n twintig jaar, maar ze worden steeds verfijnder en diverser’, zegt senior portefeuillebeheerder Erwin van Zuidam. ‘Zo heb je tegenwoordig robo-rupsen die via smalle kieren op onderzoek uit kunnen gaan, maar ook robo-drones die pakketjes kunnen rondbrengen.’
Dankzij kunstmatige intelligentie worden ze bovendien steeds slimmer, volgens de portfoliomanager. ‘Daardoor zijn ze beter te programmeren. Robots leren hoe ze moeten nadenken. Uiteindelijk gaan we naar een situatie waarin een robot begrijpt dat als er een vrachtwagen met een volle lading het terrein oprijdt, hij die moet uitladen.’
Maar op dat punt zijn we nog niet, benadrukt Van Zuidam. De robotproducenten waar hij namens Obam in belegt, maken voornamelijk ‘caged robots’. ‘Ze staan letterlijk in een kooi, om te voorkomen dat ze iemand verwonden. De volgende generatie robots zal zich meer bewust zijn van de omgeving en met mensen en andere robots samenwerken.’
Gezondheidszorg
De samenwerking tussen mens en machine en machines onderling is te zien bij diabetici met een artificial pancreas. Henk Grootveld van Robeco ziet deze kunstmatige alvleesklier als een van de belegbare ‘angles’ van cyborg, vooral omdat het product in Amerika sinds kort vergoed wordt door de zorgverzekeraar en de lobby daarvoor ook in Europa gaande is.
De pancreas werkt via sensoren op de huid van de diabetespatiënt, die de glucosevoorraad meten en op het juist moment een seintje geven aan een pomp, die vervolgens de juiste hoeveelheid insuline afgeeft. Beleggen in zo’n kunstmatige alvleesklier of een ander hulpmiddel, kan op verschillende manieren. In het geval van de alvleesklier door de machinebouwers te kopen, of te investeren in een pompmaker of een specialist in het analyseren van medische data.
Grootveld noemt de kunstmatige alvleesklier niet voor niks als voorbeeld. Juist in de gezondheidszorg is nog veel te ontginnen. ‘Digitalisering op consumentenvlak is al vijftien jaar verder, daar is de regulering aan het indalen en minder winst te halen voor beleggers. Op het gebied van gezondheidszorg is met simpele technieken veel vooruitgang te behalen.’
Het daadwerkelijke startschot voor de digitalisering in de gezondheidszorg moet misschien nog wel gegeven worden, zegt Grootveld over het momentum. ‘De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 kunnen een rol spelen, aangezien gezondheidszorg een van de speerpunten is van verschillende verkiezingsprogramma’s. Het percentage van het bbp dat wordt besteed aan gezondheidszorg loopt tegen de 19 aan en is het hoogste ter wereld.’
Dat Robeco hoog inzet op de digitalisering van de gezondheidszorg, blijkt ook uit de allocatie van het 98 miljoen euro grote Global Growth Trends Equities-fonds en het 700 miljoen euro grote Rolinco: een vijfde tot een kwart van de portefeuille wordt belegd in de gezondheidstrend.
Ondersteunende technieken
Het Candriam Robotics & Innovative Technologies-fonds, dat een grootte heeft van $800 mln, kiest voor technologieën die robots kunnen ondersteunen. 20 procent van het fonds is gealloceerd naar ‘sensor exposure’, vertelt beheerder Johan Van der Biest, die sensorbedrijven ‘zijn belangrijkste beleggingssegment binnen de IT’ noemt.
‘De hoeveelheid, gevoeligheid en kwaliteit van sensoren neemt snel toe. Tel het aantal toepassingen waar “smart” voor staat maar eens op: smarthomes, smartphones, smartwatches, smart cars. Daar zijn allemaal sensoren voor nodig. Een onlangs geïntroduceerde auto in China bevat 526 sensoren, enkel en alleen om de omgeving te scannen.’
Voor zijn beleggingen selecteert Van der Biest de grotere bedrijven met voldoende trackrecord en voldoende te analyseren factoren. Het aanbod is groot genoeg, blijkt uit zijn lange opsomming van Europese, Amerikaanse en Aziatische sensorbedrijven.
Wel gaat het om dure aandelen, beaamt hij. De koers-winstverhouding van de sensorbedrijven in zijn robotics-portefeuille ligt gemiddeld een stuk hoger dan de gemiddelde koers-winstverhouding van de MSCI World Index. ‘Anderzijds ligt de omzetgroei soms 10% hoger dan het gemiddelde van de markt. Ook de marges liggen significant en consistent hoger. Dat heeft alles te maken met een sterke onderliggende vraag.’
Candriam is zo overtuigd van sensortechnologie dat Van der Biest durft te stellen dat het fondshuis zelfs voor zijn wereldwijde aandelenfonds slechts onder zeer uitzonderlijke omstandigheden onderwogen zal gaan in die technologie. ‘Ja, vanuit China en de VS kan wat druk komen, maar de trend is zó duidelijk. Dit is te belangrijk om te negeren.’
Dit artikel verschijnt ook in het Fondsnieuws-magazine, dat uitkomt op 2 oktober.