Paul Buchwitz, DWS
i-mWTkgR3-L.jpg

Een van de minst belegde onderwerpen van de door de Verenigde Naties opgestelde werelddoelen is ‘het leven in het water’. Aangezien de oceaan verantwoordelijk is voor elke tweede hap adem die we nemen en meer inzet van de Europese Commissie op deze SDG in het verschiet ligt, zou daar weleens verandering in kunnen komen.

Dat zegt Paul Buchwitz, die het DWS Concept ESG Blue Economy beheert. Dit aandelenfonds richt zich op de bescherming van oceanen en belegt daartoe in bedrijven die daaraan bijdragen én in bedrijven die een flinke verbeterslag kunnen maken op dat gebied. 

Het gesprek met Buchwitz vindt plaats op de dag dat het in maart gelanceerde fonds de grens van 100 miljoen euro aan beheerd vermogen is gepasseerd. Over kortetermijnrendementen spreken, doet de beheerder liever niet, mede omdat dit volgens hem bij uitstek een fonds is dat beleggers voor de lange termijn in portefeuille hebben en omdat een thematisch fonds als deze op de korte termijn kan afwijken van de brede markt. Wel stelt hij dat het fonds dat voornamelijk in cyclische bedrijven belegt, tot nu toe de markt redelijk volgt sinds de lancering in april. 

Belangrijker vindt Buchwitz de potentie die beleggen in de oceaan biedt. ‘SDG 14, leven in het water, is een van de minst belegde onderwerpen van alle SDG’s en staat bij veel beleggers niet op de radar. Ik geloof er sterk in dat dat begint te veranderen. Dit onderwerp kan dezelfde beweging maken als de waterindustrie, die dit jaar een van de best presterende sectoren was ten opzichte van de brede MSCI World index en die het de afgelopen vijf tot tien jaar ook beter heeft gedaan dan de markt.’

Elke tweede hap adem

Die interesse zal volgens hem toenemen als de Europese Commissie zich meer toelegt op een afname van het gebruik van antibiotica bij dieren. Buchwitz: ‘De invloed van de oceaan op de wereld wordt enorm onderschat. De oceaan is verantwoordelijk voor elke tweede hap adem die we nemen. Als dat besef neerdaalt, zullen bedrijven die zich daarop richten, meer aandacht van beleggers krijgen.’

Op de korte termijn hoopt hij te kunnen profiteren van de nadruk van het fonds op cyclische bedrijven en bedrijven uit Europa, ook vanwege een eventuele correctie bij Amerikaanse bedrijven. ‘Mijn visie op de markten is constructief. De prijzen zijn al erg sterk gestegen. Zeker in de Verenigde Staten zou ik niet verbaasd zijn als er een correctie volgt.’

Europese aandelen hebben hem meer ruimte om te groeien. Reden voor de belegger om momenteel overwogen Europese aandelen te zitten, bovenop de natuurlijke voorkeur van het fonds voor Europa. Sectoren en bedrijven die invloed hebben op de oceaan, zijn voornamelijk gevestigd in Europa.

Samen met het WNF

Voorbeelden van bedrijven in portefeuille zijn offshore wind-energiebedrijven, de sector aquacultuur en bedrijven in maritiem toerisme. Zijn deze bedrijven dan zo goed voor de oceaan? ‘Nee’, reageert Buchwitz, ‘maar anders dan veel ESG-fondsen willen we ons niet alleen richten op de bedrijven die het al goed doen binnen ons gekozen thema, maar juist óók vermogen alloceren naar bedrijven die afhankelijk zijn van de oceaan en juist een negatieve impact hebben op deze “blauwe economie”.’ 

De fondsbeheerders willen de negatieve impact van dit soort bedrijven reduceren, door hen te bewegen naar bijvoorbeeld een vermindering van hun CO2-uitstoot of visconsumptie. De oplossing ligt bij engagement, waarbij de fondsbeheerders voor drie tot vijf bedrijven uit portefeuille eerst de status quo uitvragen. Via de zeer gedetailleerde vragenlijst, willen ze bijvoorbeeld weten welke antibiotica-soort een landbouwbedrijf toedient aan de dieren, en hoeveel dan. 

Om die antwoorden goed te kunnen beoordelen en te verbinden aan passende doelstellingen, bekijken ze deze vervolgens samen met een expert van het Wereld Natuur Fonds. Het WNF helpt de fondsbeheerders daarnaast ook bij de monitoring. Een intensief traject, waar veel werk in zit, volgens Buchwitz.

Gaat het niet de goede kant op, dan zijn er allerlei sancties die de beheerders kunnen opleggen. Buchwitz: ‘Zoals spreken op aandeelhoudersbijeenkomsten en stemmen (proxy voting). Mocht een bedrijf écht niet willen bewegen en bijvoorbeeld een heel grote aandeelhouder hebben waardoor wij geen kans hebben, kan uitstappen ook een mogelijkheid zijn. Maar dat is niet onze insteek. Ons doel is transformeren.’

Bron van rendement

Verbetert een bedrijf op het vlak van ESG, dan kan dat namelijk een bron van rendement zijn, voert de beheerder aan. ‘We mikken op positieve impact, maar uiteindelijk zijn we natuurlijk een belegger en willen we een goed rendement halen. En we kunnen een bedrijf ook een wortel voorhouden: als je de goede kant op beweegt, zullen wij onze weging in je bedrijf vergroten.’ 

Circa 40 procent van de portefeuille gaat naar dit soort bedrijven dat zich nog kan verbeteren als het gaat om de blauwe economie. De overige 60 procent van het vermogen in portefeuille gaat naar bedrijven die oplossingen bieden die de oceaan al vooruit helpen. Sommige bedrijven zijn daarbij voor de hand liggend, zoals die ondernemingen die vervuild water kunnen filteren of producenten van alternatief visvoer. Buchwitz: ‘Maar het is breder dan je misschien denkt. Een maker van afwateringssystemen die veel gebruik maakt van gerecycled plastic, is ook een investeringsmogelijkheid. Hoe minder plastic, hoe minder dat in de zee terecht komt.’

Author(s)
Categories
Tags
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No