‘Er wordt door beleggers verdacht weinig aandacht besteed aan economische geschiedenis. Wie veel geschiedenis leest, zal ontwaren dat er eigenlijk niet zoveel verandert. Zo worden varkens nog steeds afgeslacht, terwijl stieren en beren het geld verdienen.’
In dit derde deel van de zomerserie “Beleggers en Boeken” spreekt Investment Officer met Léon Cornelissen, voormalig beleggingsstrateeg en hoofdeconoom bij Robeco, over zijn favoriete fictie en non-fictieboeken.
“Stieren en beren verdienen geld, varkens worden afgeslacht”
‘Voor mij is Reminisces of a stock operator dé klassieker voor beleggers, en ik zal niet de enige zijn. Dat boek, een fictieve biografie van WallStreet-speculant Jesse Livemore, is in 1923 geschreven door Edwin Lefèvre, maar het is nog steeds actueel. De psychologie van beleggers is weinig veranderd.
“Stieren en beren verdienen geld; varkens worden afgeslacht” is een adagium uit het werk dat vandaag de dag nog bekend is. Met andere woorden: diegene die te gretig wordt en afwijkt van een gedegen beleggingsstrategie, verliest vroeg of laat op de beurs. Zoals de bekende econoom John Maynard Keynes al zo mooi formuleerde: “een markt kan langer irrationeel blijven, dan jij solvabel”.
Over Keynes gesproken, die was als speculant zelf ook niet vies van een gokje. Aan het einde van de eerste wereldoorlog maakte hij een enorme klapper door goedkoop een schilderijenverzameling uit Frankrijk te kopen. Als market-timer stond hij echter ook twee keer financieel aan de afgrond. Daar geeft het boek Investing with Keynes uit 2008 van Justyn Walsh mooi inzicht in.
Het grote probleem echter met die klassieke economen, is dat hun belangrijkste boeken bijna onleesbaar zijn. Dat geldt trouwens niet voor de werken van Joseph Schumpeter.’
Leesbare klassiekers
‘Van alle klassieke economen is de Oostenrijkse econoom Schumpeter nog steeds verdacht goed leesbaar. Hij had al snel in de smiezen dat een markt onderhevig is aan willekeur. Zijn boek Capitalism, Socialism and Democracy uit 1942 beschrijft hoe “creatieve vernietiging” inwerkt op de volatiliteit en onvoorspelbaarheid van een markt. Dat is voor beleggers een belangrijk werk. Niet zozeer omdat ze een recept krijgen om de winnaars uit een innovatiecyclus te selecteren, maar omdat het boek inzicht geeft in de dynamiek van een kapitalistisch systeem.
Fooled by randomness door Nassim Nicholas Taleb (2001) is nog zo’n prachtig boek. Dat is een goede inleiding tot waarschijnlijkheidsleer, die door de gewone lezer volledig te begrijpen is. Die boeken zijn ook nu relevant omdat de markt op dit moment totaal niet onder de indruk lijkt te zijn van de economische problemen in de wereld.
De huidige bullmarkt in de VS vind ik verbazingwekkend. Olieprijzen en voedselprijzen stijgen, net zoals de rente. De toekomst van de eurozone als munt-unie is alles behalve zeker en ook in China blijven de problemen zich opstapelen. Dat de markten er zo kalm bij liggen, vind ik op zijn zachtst gezegd vreemd.’
Te weinig aandacht voor productie
‘Een andere leestip voor beleggers is Economics: The User’s Guide, een boek van Ha-Joon Chang. Wat ik charmant aan hem vind, is dat hij aangeeft dat het belangrijk is dat de gewone man in de straat zich in economie verdiept. Ook stelt hij dat er in de huidige economische wetenschap te weinig aandacht is voor de factor productie.
Op die manier ontstaan er volgens Chang waanideeën zoals bijvoorbeeld het idee dat India zich direct op de service-sector zou kunnen storten zonder dat het land een industriële revolutie doormaakt.
Als toonvoorbeeld neemt hij Zwitserland. Hij houdt ons voor dat dat land écht niet rijk is geworden door chocolade, toerisme en witwassen. Nee, Zwitserland is een van de hoogst-geïndustrialiseerde landen ter wereld samen met Japan en Singapore, schrijft Chang. Je hoeft alleen maar de bruto toegevoegde waarde van de industriële sector te bekijken. Omdat ze heel veel intermediaire producten maken, staat nergens “Made in Switzerland” op, maar ze zijn wel degelijk heel industrieel.’
Karl Popper
‘Wat mij altijd erg aangesproken heeft, zijn de werken van Karl Popper. Met name zijn boek The Open Society and its Enemies uit 1945.
Popper’s pleidooi voor een open maatschappij is op dit moment relevanter en waardevoller dan ooit, nu er sprake is van toenemende de-globalisering. Popper stelt dat we een open samenleving nodig hebben waarin een fatsoenlijke en vrije uitwisseling van ideeën plaats kan vinden. Grote ideologische narratieven, zoals uitgewerkt door bijvoorbeeld Plato, Hegel en Marx, zijn wat hem betreft onzinnig en zelfs vijandig aan een open samenleving.
Een samenleving moet gewoon het een en ander proberen, en als iets niet werkt, proberen we weer wat anders. Zo komen we verder, volgens Popper. Grote geschiedsfilosofie remt onze vooruitgang alleen maar.’
Proust
‘De schrijver die de meeste indruk op mij heeft gemaakt, is de beroemde fransman Marcel Proust. Zijn romancyclus Op zoek naar de verloren tijd is een meesterwerk van ruim drieduizend pagina’s. Het boek is vergelijkbaar met een hal waarin schilderijen hangen. Het geheel is misschien niet zo boeiend, maar de individuele doeken die er hangen, zijn uiterst verfijnd. Datzelfde geldt voor deze roman. De algemene verhaallijn en structuur zijn niet denderend, maar de personages en achtergronden zijn heel fijnmazig uitgewerkt.
Overigens was Proust een vroege afnemer van de wijsheden van een vermogensbeheerder, zijn neef Lionel Hauser. De zeer vermogende Proust hield er een extravagante en vrijgevende levensstijl op na, die bekostigd werd door gewaagde speculaties op de beurs.
De taak van zijn neef en financieel adviseur was ervoor te zorgen dat deze speculaties niet zouden mislukken. Gian Balsamo beschrijft in het boek Proust and His Banker: In Search of Time Squandered hoe Proust een meester was in het omzetten van financiële uitspattingen in literair vakmanschap, en van economische kosten in artistieke mogelijkheden.’
Gerelateerde artikelen op Investment Officer: