Windturbines
windturbines.jpg

Nederlandse beleggers zijn bereid om te betalen voor investeringen met impact, maar niet om meer te betalen om extra impact te maken. Ze willen een groene optie, ongeacht hoe licht- of donkergroen die is.

Geven particuliere beleggers daadwerkelijk om de mate van impact die beleggingen hebben of worden ze gedreven door de “warme gloed” die ze voelen als ze kiezen voor een groene belegging? Dat is de vraag die vier onderzoekers proberen te beantwoorden in het paper Do Investors Care About Impact? dat onlangs is gepubliceerd in de Review of Financial Studies.

De gangbare wetenschappelijke opvatting is dat beleggers positieve emoties ervaren door de impact van hun beleggingen, en dus bereid zijn om meer te betalen voor investeringen met een grotere impact.

Het onderzoek, onder 527 Nederlandse particuliere beleggers met ‘aanzienlijke beleggerskennis’ en 125 impact beleggers suggereert echter dat individuen verrassend onverschillig kunnen zijn over de mate waarin zij het verschil willen maken voor mens, milieu of maatschappij.

Een analogie met eerdere psychologische onderzoeken, waaruit naar voren kwam dat mensen evenveel geld overhebben om één of vier pandaberen te redden, versterkt deze hypothese. ‘Mensen geven veel om panda’s, maar het zijn meer hun emoties over panda’s en niet het aantal dieren, die hun beslissingen bepalen’, schrijven de onderzoekers. Voor impactbeleggen geldt dezelfde psychologie.  

93 procent van de respondenten geeft aan bereid te zijn een aanzienlijk bedrag aan kosten te willen betalen om te beleggen in een impactfonds, maar wanneer zij de optie hebben om te beleggen in een fonds dat 10 keer meer impact heeft in termen van CO2-reductie, zijn zij niet bereid om extra kosten daarvoor te betalen. De wil om te betalen voor hoge impact en lage impact is vrijwel identiek.

Het lichtgroene equilibrium

Stefan Zeisberger, Radboud UniversiteitDat beleggers meer hechten aan een goed gevoel dan aan feitelijke duurzame impact is problematisch volgens de onderzoekers. ‘Het creëert een impuls voor financiële instellingen om producten aan te bieden die de emoties van beleggers optimaliseren in plaats van de impact’, zegt Stefan Zeisberger, hoogleraar finance aan de Radboud Universiteit en mede-auteur van het onderzoek.

‘Financiële instellingen kunnen hun aanbod zo samenstellen dat beleggingsproducten met weinig impact naar voren komen als de meest impactvolle optie. Dit betekent dat beleggers het gevoel kunnen hebben bij te dragen aan duurzaamheid, terwijl financiële instellingen er grotendeels winst uit halen, zonder dat er substantiële maatschappelijke problemen worden opgelost.’ De onderzoekers noemen dit het lichtgroene equilibrium.

Regelgevers moeten er rekening mee houden dat elke classificatie van duurzame beleggingsproducten de markt sterk zal beïnvloeden. De vraag van beleggers naar deze producten zal reageren op de classificatie en aanbieders zullen proberen te voldoen aan de classificatie. Een goede regeling lost een belangrijk probleem op. Een verkeerde classificatie kan de zaken alleen maar erger maken.

ESG

Eerder onderzocht het National Bureau for Economic Research (NBER), het Amerikaanse equivalent van het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat tussen 2019 en 2022 het aandeel van indexfondsen met een milieu-, sociaal, en bestuurlijk (ESG) mandaat bijna verdubbelde, van 3 procent naar 5 procent.

Uit de bevindingen van het NBER blijkt dat beleggers bereid zijn om 20 basispunten per jaar extra te betalen voor een ESG-fonds in plaats van een traditioneel fonds. Dat is een onderschatting, aldus de onderzoekers, omdat er een aanzienlijke overlap is tussen de aandelen van ESG- en niet-ESG-fondsen. Investeerders zijn bereid om 63 basispunten extra neer te tellen om duurzame, maatschappelijk verantwoorde aandelen in handen te krijgen.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer

 

 

 

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No