Pensioenfondsbestuurders zijn zo gefocust op de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel dat zij vrijwel geen tijd en aandacht kunnen besteden aan nieuwe beleggingsideeën. Asset managers kloppen vaker dan voorheen tevergeefs aan: alleen het noodzakelijke risicobeheer kan nog op belangstelling rekenen.
De “wachtstand” wat betreft het beleggingsbeleid wordt breed herkend in de pensioensector. ‘Nu even niet, is het devies’, zegt Joost Höppener, hoofd sales van BNP Paribas Asset Management in Nederland. ‘Nieuwe beleggingscategorieën overwegen, daar is nu geen ruimte voor’, zegt Reiniera van der Feltz, uitvoerend bestuurder vermogensbeheer van SBZ Pensioen. ‘Dat kost ontzettend veel tijd en we zijn nu bezig met een reeks andere vragen. In dit stadium van de overgang naar het nieuwe stelsel willen pensioenfondsen niet nóg meer complexiteit toevoegen. Het is al ingewikkeld genoeg.’
Wat overigens niet betekent dat het hele beleggingsbeleid “even” genegeerd kan worden. Karin Roeloffs, hoofd fiduciair management van Aegon Asset Management: ‘Natuurlijk hebben pensioenfondsen de plicht de kwaliteit van de portefeuille op peil te houden. Dus als er iets is met een asset manager, of er blijkt echt iets te ontbreken in de strategie, dan pakken wij dat als fiduciair namens onze klanten aan.’
Invaren
De focus ligt echter op de uitvoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Welke nieuwe regeling wordt gekozen, de solidaire premieregeling of de flexibele premieregeling? Worden oude rechten in het nieuwe stelsel ingevaren of niet? Hoe zien de verschillende compensatieregelingen eruit? En wanneer maken “we” de overstap?
Pensioenfondsbesturen breken hun hoofd over dergelijke majeure issues. Waarbij ze, terwijl de tijdsdruk oploopt, vaak moeten wachten op de uitkomsten van het overleg dat de sociale partners over die issues voeren. Een overleg waarin niet in alle gevallen evenveel vaart zit.
Voorbarig
Los van het feit dat pensioenfondsbesturen nu nauwelijks tijd en aandacht kunnen vrijmaken om over beleggingsinnovaties te praten, heeft dat nu ook weinig zin: de keuzes die nu ter discussie staan, hebben praktisch allemaal repercussies voor het beleggingsbeleid. Op dit moment aanvullende beleggingsbeslissingen nemen, zou dus voorbarig zijn.
Volgens Van der Feltz van SBZ Pensioen moeten pensioenfondsen soms ook nog een beslissing nemen over nóg fundamentelere vragen. ‘Meerdere pensioenfondsen stellen zich naar aanleiding van de Wtp de vraag of ze nog wel zelfstandig door moeten. Bijvoorbeeld gesloten fondsen. Men onderzoekt of het niet beter is zich aan te sluiten bij een APF of een bedrijfstakpensioenfonds. Natuurlijk heeft de uitkomst van een dergelijk onderzoek grote gevolgen voor het asset management. Dan ga je intussen niet met “nieuwe ideetjes” aan de gang.’ SBZ Pensioen nam zelf die strategische beslissing al langer geleden: het fonds voor de financiële en zakelijke dienstverlening is een vrijwillig (en “open”) fonds en neemt zich voor de komende jaren juist te groeien.
Werkeloos toekijken?
Moeten asset managers dan maar even werkeloos toekijken? ‘Er is genoeg te doen hoor’, lacht Höppener van BNP Paribas Asset Management. ‘Beleggingsbeleid is niet ineens onbelangrijk geworden. Nu is bijvoorbeeld de vraag hoe in de tussentijd, tot het moment van de overgang, het afdekkingsbeleid eruit moet zien. Ga je de huidige hoge dekkingsgraad beschermen? En in welke mate dek je de renterisico’s (a)symmetrisch af? Pensioenfondsen zullen toch willen voorkomen dat ze bijvoorbeeld vlak voor het moment van invaren ineens grote koersdalingen moeten verdisconteren.’
Vanuit risicobeheer gezien, zou dat dus betekenen dat er nu zelfs méér werk aan de winkel is. Höppener: ‘De risico’s zijn immers niet kleiner geworden - kijk naar het toegenomen reputatierisico - en de transitie naar het nieuwe stelsel brengt allerlei nieuwe risico’s met zich mee. Waar pensioenfondsen in het beleggingsbeleid voortdurend rekening mee moeten houden. De winkel moet open blijven tijdens de verbouwing.’
Verschillen in tempo
Roeloffs van Aegon Asset Management ziet ook dat het “niet zwart-wit” is. ‘De overgang naar het nieuwe stelsel is nu hét issue en dus is het wel wat lastiger om tijd vrij te maken in de agenda voor een vermogensbeheerder die “eens wil praten”. Aan de andere kant: er zijn behoorlijke verschillen in tempo bij de pensioenfondsen. Bij sommige zijn de sociale partners nog met elkaar in gesprek over het type regeling, andere zijn al veel verder en kunnen zelfs de invoeringsdatum naar voren halen.’
Over de hele linie ziet Roeloffs echter ook dat dit niet een periode is van grote verschuivingen en veel wisselingen van asset manager binnen fiduciaire portefeuilles. ‘Pensioenfondsen nemen de plicht tot risicobeheer zeer serieus en kijken goed naar wat er in de aanloop naar de overgang nodig is qua beleggingsbeleid. Maar bijvoorbeeld het opnemen van een nieuwe beleggingscategorie, dat staat momenteel niet bovenaan het lijstje.’
Gerelateerde artikelen
- Overallocatie bij pensioenfondsen zet extra rem op woningbouw
- Pensioenfondsen laten private markten niet los, maar de rek is eruit
- Lagere rating VS maakt voor pensioenfondsen niets uit