Belfius Research verwacht dat onze economie dit jaar met 8 procent krimpt. 2021 wordt beter met een groeipad van 3,9 procent. Na de zware recessie van dit jaar is dat eigenlijk niet zo veel. Dat komt omdat de pandemie en de gevolgen van de tweede lockdown nog blijven doorwegen. Ze zijn gematigd positief over 2021.
Hoofeconoom Véronique Goossens (foto): ‘De eerste jaarhelft van 2021 lijdt nog sterk onder de gevolgen van de tweede lockdown van eind dit jaar. De economische impact daarvan is kleiner dan bij de eerste lockdown, maar het herstel zal wellicht langzamer verlopen. Het is immers zo dat kwetsbare bedrijven die reeds verzwakt waren door de eerste lockdown mogelijk de tweede lockdown niet overleven. De faillissementen en ontslagen die daarop volgen zullen zich realiseren in 2021. Dankzij de financiële steun van de overheid en het systeem van tijdelijke werkloosheid blijven deze faillissementen en ontslagen gelukkig relatief beperkt.’
‘Strenge regels rond het aantal sociale contacten blijven in de eerste helft van 2021 nog een hele tijd van kracht wat weegt op bepaalde sectoren. Bedrijven blijven hun investeringen uitstellen. Door de zwakke vraag draait hun productieapparaat nog niet op volle toeren waardoor er geen nood is aan uitbreidingsinvesteringen. Covid-19 heeft bovendien de winstgevendheid van bedrijven aangetast en hun schuldgraad verhoogd waardoor er minder financiële ruimte is om te investeren. Gezinnen blijven veel sparen en minder consumeren door de beperkende maatregelen (geen skivakanties, geen massa-events, …) en door een grotere job-onzekerheid.’
Uitdoven van Covid-perikelen wakkert producenten- en consumentenvertrouwen aan
‘Door de geleidelijke verspreiding van de nieuwe Covid-19-vaccins zien we een zeer langzame normalisering van de economie in de tweede helft van 2021. De hoopgevende berichtgeving over doeltreffende vaccins geeft een perspectief op herstel, met een positief effect op het consumenten- en producentenvertrouwen. Als vaccinatieschema’s snel en efficiënt uitgerold worden, zien we een inhaalbeweging van de consumptie van gezinnen tegen het jaareinde, die het herstel in een stroomversnelling brengt. Bedrijven zullen eind 2021 echter nog niet dezelfde omzet behalen als vóór de pandemie.’
Betere perspectieven voor de industrie
Goossens: ‘We verwachten een sterk herstel van de industrie in 2021, waarbij onze export profiteert van de Duitse heropleving, dankzij de groei in China en andere Aziatische landen die de pandemie intussen achter zich gelaten hebben. Op internationaal vlak zien we in 2021 een aantal onzekerheden verminderen. Enerzijds zullen de handelsspanningen tussen Europa en de VS afnemen met de verkiezing van de nieuwe Amerikaanse president. Zo valt bijvoorbeeld het risico op Amerikaanse importtarieven op Europese auto’s weg. Anderzijds zal ook de brexit in 2021, in welke vorm dan ook, een feit zijn, waardoor Belgische exportbedrijven eindelijk weten waar ze aan toe zijn.’
De dienstensector blijft kwetsbaar
Ook de dienstensector herstelt zich, maar in de horeca, toerisme en de kunst-, cultuur en recreatiesector erg moeizaam omwille van blijvende Covid-19 restricties. We zien hier heel wat faillissementen en banenverlies in 2021. Overheidssteun blijft voor deze sectoren dan ook van cruciaal belang om het effect te verzachten. We nemen aan dat ook na de vaccinatie van zorgpersoneel en kwetsbare groepen de social-distancing maatregelen nog een hele tijd aan de orde blijven. Er blijft bovendien onzekerheid over de duurtijd van de bescherming die deze vaccins bieden.
Overheid: relanceplannen geven een boost aan de economie
We veronderstellen dat de overheid haar financiële steun aan getroffen sectoren, ondanks de hoge kostprijs, zal verderzetten zolang als nodig is om het effect van de pandemie op ons economisch weefsel te verzachten. De federale en regionale regeringen in ons land proberen bovendien de economie uit het slop te trekken aan de hand van een stevig investeringspakket. België kan daarnaast ook rekenen op een investeringsbudget van 5 miljard euro aan subsidies uit het Europese herstelfonds. Door lange doorloopprocedures verwachten we pas tegen eind 2021 het economisch effect van deze investeringsplannen te zien.
Het budgettair beleid zal in 2021 dus nog sterk expansief zijn. De tekorten kunnen gefinancierd worden aan een blijvend lage rente op Belgische overheidsschuld, onder meer dankzij het extreem soepele geldbeleid van de Europese Centrale Bank.