Peter Vanden Houte, ING
Peter Vanden Houte_ING.jpg

De ING-beleggersbarometer valt in oktober fors terug met 17 punten, vooral vanwege de minder gunstige conjunctuurvooruitzichten. Beleggers gaan ervan uit dat corona ook in 2022 nog een belangrijke impact zal hebben op de economie. Meer dan 40 procent van de beleggers vreest zelfs een financiële crisis binnen het jaar. Wat de pensioenen betreft, maken de Belgen zich weinig illusies over de toereikendheid van het wettelijk pensioen. Meer dan de helft is bezorgd dat het wettelijk pensioen niet zal volstaan. Een eigen woning en pensioensparen worden algemeen gezien als belangrijke buffers, maar meer dan een derde van de beleggers denkt dat de pensioenleeftijd zal moeten mee evolueren met de levensverwachting.

De ING-beleggersbarometer buitelt in oktober flink naar beneden tot 104 punten, nog altijd lichtjes boven het neutrale niveau van 100 punten. Maar in september stond de barometer nog op 121 punten.

‘De Belgische belegger begint duidelijk te twijfelen aan de kracht van het economische herstel.’ zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom bij ING België

Meer dan een derde van de beleggers ziet de economie vertragen

Het aantal respondenten dat de Belgische economie in de voorbije drie maanden zag vertragen steeg fors tot 37 procent. Voor het eerst sinds april van dit jaar zijn er opnieuw meer Belgische beleggers die de economie zagen vertragen dan beleggers die een meer positieve conjunctuurevolutie vaststelden (36 procent). Ook voor de toekomst werden de verwachtingen neerwaarts bijgesteld. 36 procent van de respondenten ziet de economie in de komende maanden aantrekken, terwijl dat percentage in september nog op 48 procent lag. Toch overtreffen de optimisten nog altijd nipt de zwartkijkers (34 procent).

‘De stijgende COVID-19-cijfers en dure energieprijzen hebben vermoedelijk hun stempel gedrukt op de economische verwachtingen. Toch verwacht bijna de helft van de beleggers (47 procent) dat de Belgische economie in 2022 beter zal presteren dan in 2021. Slechts 23 procent ziet een minder goed jaar in aantocht.’ zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom bij ING België.

Franstalige beleggers blijken iets pessimistischer dan de Nederlandstalige: liefst 34 procent verwacht in de komende zes maanden een stijging van de werkloosheid, terwijl maar 18 procent van de Nederlandstaligen deze mening is toegedaan.

Vier op de tien ziet een grote kans op een financiële crisis binnen het jaar

Een grote meerderheid van de beleggers (83 procent) denkt dat corona ook in 2022 nog een bedreiging zal vormen voor de Belgische economie. 7 procent van de respondenten schat deze bedreiging zelfs groter in voor het jaar 2022 dan in 2021 het geval was. Dat de angst er nog altijd in zit blijkt ook uit het feit dat 37 procent van geënquêteerden in de komende vijf jaar een pandemie ziet opduiken die nog erger zal zijn dan corona. Ook wat de financiële markten betreft, blijken nogal wat Belgen op hun hoede. Zo acht 41 procent de kans op een financiële crisis binnen de 12 maanden groot. Amper 14 procent denkt dat de probabiliteit daarvan laag ligt. Opmerkelijk is dat ook bij de actieve beleggers, die meestal wat meer risico durven nemen, het percentage beleggers die een financiële crisis verwachten 37 procent  bedraagt.

Meer dan de helft van de beleggers maakt zich zorgen over zijn pensioen

Nu de Belgische regering werk gaat maken van een pensioenplan, werd bij de Belgische beleggers gepolst hoe zij tegenover deze problematiek staan. Amper 23 procent van de beleggers denkt dat de regering erin zal slagen het pensioenstelsel zo te hervormen dat iedereen een fatsoenlijk pensioen zal kunnen genieten. Liefst 70 procent van de respondenten jonger dan 55 jaar denkt dat het wettelijk pensioen ontoereikend zal zijn. 56 procent van de respondenten maakt zich daarover zorgen, de Franstaligen nog meer dan de Nederlandstaligen.

Opmerkelijk is dat 40 procent van de Franstaligen niet akkoord gaat met de stelling dat het normaal is dat het inkomen na de pensionering lager ligt dan wanneer men werkt. Dat zijn er meer dan het aantal (38 procent) dat wel met deze stelling akkoord gaat. Dit zou te verklaren kunnen zijn door een gemiddeld lager inkomen. We zien gelijkaardige antwoorden ook bij jongere beleggers (34 procent akkoord, 38 procent niet akkoord). Bij de Nederlandstaligen gaat het om een kwart van de respondenten die vindt dat het inkomen na pensionering niet mag terugvallen, maar 51 procent vindt dat een normale zaak.

Waar 80 procent van de beleggers het over eens is, is dat een eigen woning hebben bij pensionering zeer belangrijk is. Daarnaast vindt 77 procent van de respondenten dat men zeker aan het fiscaal aftrekbare pensioensparen moet doen zolang men aan het werk is.

Het is wel zo dat deze stelling grotere bijval heeft bij de de 65-plussers, het deel van de bevolking dat al grotendeels gepensioneerd is. Maar in de jongere leeftijdscategorieën is ook ongeveer een derde het eens met het idee dat de pensioenleeftijd eerder zal moeten verhogen in de toekomst.

graf



 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No