De Belgische federale regering zou een akkoord bereikt hebben om Belfius nog dit jaar naar de beurs te brengen. De staatsbank wordt gewaardeerd op 7 mrd euro tot 9 mrd euro. Omdat de Belgische overheid slechts 30% van de aandelen naar de beurs brengt, mag ze rekenen op inkomsten van 2,1 mrd tot 2,7 mrd euro.
De beursgang was op de lange baan beland door de impasse rond de Arco-coöperanten. Dat zijn beleggers in een vehikel van de christelijke beweging die bij de ondergang van Belfius-voorganger Dexia hun geld verloren.
De regering had deze coöperanten onder druk van het christendemocratische CD&V op de valreep van het faillissement een depositogarantie gegeven. Later bleek Europa zich hiertegen te verzetten omdat het een discriminatie betekende ten aanzien van de andere aandeelhouders die wel al hun geld waren verloren.
De zoektocht naar manieren om deze 800.000 beleggers alsnog voor minstens een deel te vergoeden leidde tot een jarenlang gesteggel. In de tussentijd groeide Belfius uit tot een stabiele, winstgevende bank. Omdat CD&V bij monde van vicepremier Kris Peeters weigerde om een beursgang toe te staan zolang de Arco-coöperanten niet waren gecompenseerd, gingen de plannen keer op keer de koelkast in.
Opnieuw een vergoedingsfonds
Nu zou dat obstakel dus toch van de baan zijn, meldt Vlaamse zakenkrant De Tijd. Als glijmiddel komt er een fonds van 600 mln euro om de Arco-gedupeerden te vergoeden. De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) legt daarvoor maximaal 550 mln euro op tafel, Belfius vult 50 mln euro aan onder de noemer van een ‘commerciële geste’. Concreet betekent dit dat de Arco-coöperanten ongeveer 40% van hun claims zullen terugzien.
Opmerkelijk is wel dat de regering ondanks de juridische voorgeschiedenis geen advies vraagt aan de Europese Commissie over de aanvaardbaarheid van deze steunconstructie. De uitvoering moet uiterlijk op 15 september van start gaan, waardoor een beursgang voor het jaareinde lonkt.