Michael Burry die in 2007 met shortposities inging tegen de opmars van hypotheekobligaties in de VS en naar wie de film The Big Short is gemodelleerd, ziet een nieuwe bubbel: ETF’s.
Het belang van passieve producten als ETF’ is fors toegenomen, maar beleggers kijken onvoldoende naar zowel de samenstelling als naar de fundamentals van de onderliggende waarden, stelt Burry. Grote beleggers zijn vanwege de lagere kosten in passief gestapt, maar hebben vrijwel alleen oog voor de bedrijven met een groot gewicht in de indices.
Die opvatting kreeg veel kritiek. Zo stelde Ben Carlson van A Wealth of Common Sense dat in de VS slechts 14% van de aandelen in handen is van indexfondsen, terwijl het handelsvolume in aandelen slechts 5% is. Carlson verklaart het succes van passief uit lagere kosten en belastingen en een betere trackrecord.
Maar Burry krijgt steun van Han Dieperink, de ex-CIO van de Rabobank: ‘Een bubbel gaat me wat ver, dat zegt ook wat over de waardering van de markt. Ik vind dat de disruptieve innovatie van passief beleggen heeft gewerkt door de kosten fors te verlagen. Maar de kosten zijn niet langer een doorslaggevend voordeel van passief beleggen. Het voordeel, een portefeuilleweging naar marktkapitalisatie, is een nadeel geworden.’
Dieperink geeft volgende argumenten:
• De winnaars van gisteren hebben een zwaar gewicht in de index, de winnaars van morgen niet.
• Dure aandelen wegen zwaarder dan goedkope aandelen.
• Beleggers selecteren aandelen op gewicht in een index, niet op rentabiliteit.
• ESG toepassen is per definitie actief beleggen.
• Er zal een grotere dispersie zij binnen de aandelenmarkt door versnelling van disrupties, stijgende lonen en stijgende rente.
• Disrupties zorgen voor winnaars en verliezers. Winnaars zitten ingedeeld in tech, maar horen feitelijk in andere sectoren. De sectorverdeling gaat daardoor ten koste van het rendement.
• Private equity is bijna 20 procent van de aandelenmarkt. Bedrijven komen alleen naar de beurs om te cashen. Bedrijven hebben door de Cloud etc minder kapitaal nodig. Dat is een voordeel voor small caps, omdat ze makkelijker kunnen concurreren met de grote bedrijven.
• Grote bedrijven vinden het lastig om te innoveren door alle legacy-systemen en de angst om de bestaande business pijn te doen.
• De piek van passief is nabij. De marginale instroom, die zorgde voor een outperformance van de index, zal afnemen. Het was simpelweg een gevolg van vraag en aanbod.
Dieperink concludeert dat ‘beleggen voor de markt een zero-sum-game is, maar dat bovenstaande ontwikkelingen het makkelijker maken voor actieve beleggers om te outperformen’. De voormalige CIO stelt met Burry dat actieve beleggers te weinig oog hebben voor small caps en waarde-aandelen. Daar zijn veel koopjes, zegt hij.