iShares, het onderdeel van BlackRock dat passieve producten als ETF’s beheert en ontwikkelt, heeft een synthetische S&P 500 ETF gelanceerd. Daarmee wil iShares beleggers toegang bieden tot de Amerikaanse hoofdgraadmeter via een swap-based product. Het is voor ‘s werelds grootste ETF-provider een niet-onomstreden stap.
De iShares S&P 500 Swap Ucits ETF komt vanaf vandaag beschikbaar voor beleggers op zowel Euronext, de London Stock Exchange als de Xetra. Het product wordt aangeboden voor een totale kostenratio van slechts 0,07 procent.
BlackRock/iShares breidt door de lancering van deze synthetische ETF’s op de S&P 500 zijn assortiment uit. iShares kent al de fysiek gerepliceerde iShares S&P 500 Core Ucits ETF, die 37 miljard dollar onder beheer heeft.
Als swap-tegenpartijen treden in het nieuwe BlackRock-product Amerikaanse banken op als JP Morgan en Citi. Deze synthetische ETF houdt ondermeer in dat beleggers in deze ETF geen bronbelasting op dividenden betalen. Fysieke ETF’s, die geregistreerd zijn in Luxemburg of Ierland, betalen die bronbelasting wel.
Synthetische ETF’s werden na de crisis van 2008 bekritiseerd voor het feit dat de tegenpartij-risico’s aanzienlijk waren - zoals duidelijk werd bij de ondergang van Lehman Brothers in datzelfde jaar. Synthetische ETF’s werken namelijk op basis van derivaten, ofwel zogenoemde swap-contracten met zakenbanken: de bank keert het fonds tegen bepaalde kosten simpelweg het rendement van de betreffende index uit.
Er kwam na de crisis van 2008 een discussie op gang, waarin ondermeer toezichthouders als de AFM stelden dat deze producten vanwege de gebruikte constructie voor retailbeleggers te moeilijk te begrijpen zijn. Onder druk van de toezichthouders werden fysieke ETF’s in Europa de standaard en werden marktpartijen ‘gedwongen’ om hun aanbod (deels) om te zetten van synthetische ETF’s naar fysieke ETF’s.
Maar in de Amerikaanse media zegt Ben Seager-Scott, hoofd van multi-assetfondsen bij Tilney Group, dat de lancering van deze ETF op de S&P een ‘echt positieve ontwikkeling voor ETF-beleggers’ is, omdat deze synthetische ETF de performance vergroten ‘in de orde van grootte van 30 basispunten’.
Maar Seager-Scott waarschuwt ook dat ‘de synthetische aanpak niet voor iedereen is weggelegd’. Hij stelt dat beleggers deze producten wel volledig dienen te begrijpen voordat ze gaan beleggen. Maar door professionele beleggers wordt er al langer grootschalig gebruik van gemaakt, vooral omdat het zorgt voor een verbetering van het rendement. Dat is belangrijk nu de fees op ETF’s extreem dalen en beleggers, mede door de “search for yield”, naar aanvullend rendement zoeken.
Brett Pybus, hoofd van iShares Emea en productstrategie, stelt dan ook dat men met de lancering van dit product de keuze voor beleggers vergroot. Zo zag Invesco in februari zijn synthetische ETF op de S&P - de Invesco S&P 500 Ucits ETF (SPXS) - door de 10 miljard dollar aan beheerd vermogen gaan.
Fel debat woedde om synthetisch
Larry Fink, de topman van BlackRock, betitelde in 2011 synthetische ETF’s nog als ‘duivels’. Hij zei op een conferentie van Bank of America Merrill Lynch ondermeer dat als je ‘een synthetische ETF van Lyxor koopt, je een onbeschermde crediteur bent van Société Générale’ (het moederbedrijf en de tegenpartij van Lyxor). Lyxor sprak die aanname indertijd fel tegen.
Aanbieders van synthetische ETF’s, zoals Lyxor, Source, Amundi en DWS, probeerden het tij in deze discussie te keren door er op te wijzen dat fysieke ETF’s ook tegenpartij-risico’s kennen, namelijk dat aanbieders van deze producten aan security lending doen: tegen een marginale vergoeding lenen zij onderliggende stukken van de fysieke ETF uit aan market makers als (zaken)banken.
Maar veel van de ETF-aanbieders voelden zich echter door toezichthouders in Europa onder druk gezet om een draai te maken naar fysieke ETF’s. De website ETF.com schreef indertijd dat iShares - als grootste marktpartij - daarvan het sterkst profiteerde, gelet op de instroom.
Maar afgelopen jaren werd al duidelijk dat de interesse voor synthetische ETF’s, vanwege zijn superieure rendement, weer langzaam maar zeker terugkeerde. Oud-BlackRock medewerker Gert-Jan Verhagen, die sinds 2015 als hoofd ETF’s voor Amundi werkt, zei in 2017 in een interview met Fondsnieuws: ‘wat mij opvalt, is dat Nederlandse partijen steeds vaker naar synthetische ETF’s vragen. Ik verkoop meer fysieke trackers in Nederland hoor, laat dat duidelijk zijn, maar de vraag naar synthetische trackers neemt toe.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: