Michel Aubenas, BlackRock
i-Crdjc8G-L.jpg

Een actief fonds dat voornamelijk belegt in groene en sociale obligaties uit opkomende markten. Dat was er tot vorige maand, toen het BlackRock Emerging Markets Impact Bond Fund van start ging, nog niet. Het nieuwe fonds is een van de eerste twee EMD-fondsen met een artikel-9 classificatie onder de SFDR.

Schroders was de Amerikaanse vermogensbeheerder nipt voor, door in juni het Schroder ISF BlueOrchard Emerging Markets Climate Bond fund op te richten. Dat fonds belegt in groene obligaties in opkomende markten. Het nieuwe fonds van Blackrock heeft een breder mandaat. Naast groene obligaties belegt het ook in sociale obligaties en zogenoemde ‘sustainability bonds’, obligaties die meestal worden uitgegeven door banken en een mix van groene en sociale projecten financieren. 

Fondsnieuws sprak met portefeuillebeheerders Jack Deino en Michel Aubenas (foto), twee van de beheerders van het nieuwe fonds.

Beleggers vragen al jaren om een EMD impactfonds. Waarom komt het er nu pas van?

Aubenas: ‘Het antwoord op die vraag is eenvoudig. Er was tot voor kort simpelweg onvoldoende aanbod om een gebalanceerde portefeuille te kunnen samenstellen. Tot voort kort was er maar een handvol landen waar überhaupt groene of sociale obligaties werden uitgegeven. Inmiddels gaat het om staatsobligaties van meer dan twintig landen en honderd bedrijfsobligaties. Dat was voor ons voldoende om een fonds te starten.’

Hoe zit de portefeuille eruit?

Aubenas: ‘70 procent van de portefeuille bestaat uit bedrijfsobligaties en 30 procent uit staatsobligaties. We beleggen nu voor de helft in groene obligaties, 30 procent zit in sociale obligaties en de rest in sustainability bonds, cash en andere obligaties die aan onze ESG-criteria voldoen.’

Minimaal 80 procent van de portefeuille moet belegd zijn in ‘officiële’ groene, sociale of duurzame obligaties volgens de richtlijnen van de International Capital Markets Association (ICMA). 

Deino: ‘Op dit moment zitten er maar 34 obligaties in de portefeuille, maar de doelstelling is om dat te vergroten naar 50 tot 70 naar mate er meer obligaties in de doelgroep worden uitgegeven. De markt groeit namelijk razendsnel. In de drie jaar tot en met 2023 verwacht de International Finance Corporation (IFC) een verdubbeling van uitgegeven groene obligaties van de tot nu toe 226 miljard dollar naar een extra 260 miljard dollar. Alleen al in 2021 is er in opkomende markten al voor 25 miljard dollar aan duurzame obligaties uitgegeven, overigens vrijwel uitsluitend in dollars.’

Sommige beleggers zijn huiverig te investeren in duurzame obligaties in opkomende markten vanwege het risico op greenwashing. Hoe proberen jullie dat te ondervangen?

Deino: ‘Ik heb inderdaad de indruk dat greenwashing in opkomende markten relatief vaak voorkomt, maar dat gebeurt volgens mij meestal niet met opzet. Duurzame financiering is daar nu eenmaal nog een nieuw fenomeen. Maar opzettelijke greenwashing gebeurt natuurlijk wel. Om dat te ondervangen, besteedt ons team van analisten jaarlijks honderden uren aan contacten met uitgevers. Dan gaat het zowel om de vraag waaraan ze de opbrengst van de obligatie-uitgifte gaan besteden als om controle achteraf. Daarnaast classificeren we alle obligaties van lichtgroen tot donkergroen, of lichtgoud voor sociale obligaties. 20 procent van het schuldpapier in het universum komt niet door die eerste test en is dus voor ons niet investeerbaar. Dat betekent niet dat we niet in lichtgroene obligaties kunnen beleggen, want dat doen we ook. Maar in die gevallen houden we wel een extra vinger aan de pols bij de uitgevende partij. We willen dat ze voortgang laten zien in hun duurzaamheidsdoelstellingen. Als dat niet gebeurt, verkopen we die obligaties weer. Daarnaast beleggen we ook niet in sustainability-linked bonds.’

Waarom niet?

Deino: ‘Sustainability-linked bonds (obligaties waarbij de uitgever de hoogte van het rentepercentage koppelt aan een te behalen duurzaamheidsdoelstelling) zijn enorm populair, en vormen op dit moment zelfs de meerderheid van de uitgiftes in opkomende markten. Als het instrument correct wordt gestructureerd met voldoende ambitieuze doelstellingen, dan kan het heel interessant zijn. Maar op dit moment beleggen wij hier niet in, omdat we het risico op greenwashing te groot vinden. Te vaak zijn de doelstellingen die bedrijven zichzelf opleggen niet ambitieus genoeg.’ [een voorbeeld van zo’n obligatie wil Deino liever niet geven]

Zijn er verder nog instrumenten waar jullie niet in beleggen?

Deino: ‘We beleggen niet in obligaties van wapenproducenten of van bedrijven die betrokken zijn bij verkoop van handvuurwapens of tabaksproducenten, want dat vinden we niet in overeenstemming met onze duurzaamheidsdoelstellingen. Fossiele brandstoffen sluiten we niet specifiek uit. Wel stellen we als voorwaarde dat die bedrijven de opbrengsten van hun groene obligatie-uitgiftes inzetten om de energietransitie te versnellen. We willen absoluut vermijden bij te dragen aan het in stand houden van een milieuvervuilende industrie als de olie- en gasbranche.’

En hoe zit het met sociale obligaties die worden uitgegeven door niet-democratische landen, zoals China?

Sociale obligaties zijn nog erg nieuw in opkomende markten. We beleggen in uitgiftes van de Chileense en Mexicaanse overheid. De opbrengsten van de Chileense sociale obligatie ter waarde van 1.6 miljard dollar wordt onder meer gebruikt voor de financiering van onderwijs, gezondheidszorg en voor projecten om de gevolgen van Covid-crisis op te vangen. We zijn nog geen sociale obligaties tegengekomen die niet aan onze criteria voldoen. Of we wel of niet in een sociale obligatie van bijvoorbeeld China zullen beleggen, kan ik zo niet zeggen. Dat zal echt afhangen van de vraag waar ze het geld aan gaan besteden.’

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No