Aandelen in bedrijven in opkomende markten zijn nog steeds structureel onderwogen in beleggingsportefeuilles.
Dat constateert Richard Titherington, CIO Emerging Markets Equities van J.P. Morgan Asset Management, in een gesprek met Fondsnieuws.
Aanpassen
Volgens hem worden aandelen van opkomende markten veelvuldig aangehaald als de meest populaire asset van 2009, maar hij denkt dat de exposure van Europese beleggers naar opkomende markten nog steeds onder de maat is.
Door de drastische mondiale veranderingen zijn beleggers genoodzaakt hun investeringsgedrag aan te passen. Maar dat betekent wel dat ze forse teleurstellingen voor lief moeten nemen, is Titherington’s visie.
De CIO vindt dat opkomende markten gewoonweg te groot zijn om te negeren.
‘Circa 50 procent van de economische activiteiten vindt wereldwijd plaats in opkomende markten, maar ze zijn maar goed voor 11 procent van de marktkapitalisatie’, aldus Titherington. ‘Die twee zullen echter de komende tien jaar convergeren.’
‘Abnormaal’
Hij noemt het abnormaal dat 90 procent van wereldbevolking nu niet meetelt, maar voorziet dat er over tien jaar meer balans is op wereldschaal. Dat kan ook niet anders, denkt hij, aangezien de bevolkingsgroei met name in die landen plaatsvindt en omdat het welvaartspeil daar in rap tempo stijgt.
Daarbij kijkt de CIO verder dan de zogenoemde BRIC-landen, ofwel Brazilië, Rusland, India en China. China steekt er met kop en schouders boven uit. Maar beleggers doen er goed aan ook hun blik geleidelijk aan te verruimen, bijvoorbeeld richting Afrika.
Volgens hem zullen Afrikaanse landen, zoals Nigeria, steeds belangrijker worden in de komende tien jaar. Dat heeft met name te maken met hun enorme grondstoffenrijkdommen en omdat de economische band met andere opkomende landen met China in de hoofdrol steeds hechter wordt.
Naast de BRIC-landen is Titherington heel erg te spreken over landen als Indonesië, Turkije en Egypte. Hij noemt ze als voorbeelden van landen met een lage inflatie en relatief stabiele regeringen. Alledrie vindt hij ze het in economisch opzicht goed doen en dat hun economieën veel opener zijn geworden in de afgelopen jaren.
Hoge risico’s
Titherington is ontegenzeglijk een pleitbezorger van het beleggen in aandelen van bedrijven in opkomende markten. Maar hij benadrukt dat investeren aldaar niet zonder gevaren is.
‘Je kan geen hoge rendementen krijgen zonder hoge risico’s te lopen’, aldus Titherington. ‘Dat wordt door beleggers vaak vergeten.’
Vaak is het nog slecht gesteld met de transparantie, regelgeving en het niveau van corporate governance, ook al is er veel verbeterd in een redelijke hoeveelheid opkomende markten.
Volatiliteit
De grote volatiliteit op de aandelenmarkten ziet hij echter als het grootste risico. Dat wordt primair gedreven door de grote mate van speculatie van binnenlandse retailbeleggers, maar ook door buitenlandse partijen die in opkomende markten per definitie speculatief zijn ingesteld.
‘De volatiliteit is iets wat beleggers op de koop toe moeten nemen’, aldus Titherington. ‘Ik zie nu een hoge mate van volatiliteit en dat zal volgend jaar ook zo zijn. En die zal de komende 5 tot 10 jaar hoog blijven.’
Volgens hem is er nog een lange weg te gaan voordat China een volledige participant wordt in de globale financiële markten. Maar als het zover is, zal ook daar de volatiliteit aanzienlijk blijven.
ETF’s
Vanwege het hoge risicoprofiel van opkomende markten ziet Titherington dan ook niets in Exchange Traded Funds (ETF’s) gericht op opkomende markten, terwijl de vraag daarnaar bij Westerse beleggers groeit.
De CIO van J.P. Morgan zegt dat ze in dit geval het minst efficiënt zijn als beleggingsinstrument. Actief beheer vindt hij onvermijdelijk, juist vanwege de risico’s.
‘Voor veel beleggers op de korte termijn kunnen rendementen tegenvallen. Maar het gaat erom te beseffen dat beleggen in opkomende markten iets is waarvoor een lange termijnhorizon en dus een lange adem nodig is.’