Bluemetric Van der Kuilen
kuilen.jpg

Duurzame investeerders wijken steeds vaker uit naar private markten, omdat ze op publieke markten met uitdagingen worden geconfronteerd. Theoretisch is dit een geschikte route voor wie financieel en maatschappelijk rendement wil combineren, maar praktisch is ook deze weg niet vrij van hobbels.

‘Wie kan het iets schelen dat Miami binnen 100 jaar 6 meter onder water staat? Amsterdam staat al eeuwen onder water en dat blijft een mooie plek.’ Het zijn niet de woorden die je zou verwachten van het hoofd Duurzaam Beleggen van HSBC Asset Management. Hoewel Stuart Kirk naderhand toegaf dat hij zijn controversiële uitspraken in 2022 liever anders had verwoord, waren deze gebaseerd op een oprechte zorg over de rol van investeerders in het verduurzamen van de wereld.

Gevraagd naar zijn zienswijze op ESG-investeren, benadrukt Kirk het belang van directe inspraak in het beleid van bedrijven. Hiermee impliceert hij dat het ineffectief is om maatschappelijke impact te realiseren via reguliere publieke investeringen zonder directe inspraak.

Paradoxale publieke impact

De doelstelling van ESG-beleggen via publieke instrumenten is bedrijven te motiveren om te vergroenen via een verlaging van hun kapitaalkosten. Als de vraag naar aandelen of obligaties daalt, moeten bedrijven hogere rendementen en rentetarieven bieden om investeerders aan te trekken. Daarmee wordt het verwerven van kapitaal kostbaarder en zal men investeringsprojecten kritischer moeten beoordelen. Zodoende kunnen investeerders (in theorie) bestuurlijke beslissingen beïnvloeden.

Echter, in de praktijk blijkt de invloed van ESG-beleggers op kapitaalkosten doorgaans te klein om invloed uit te oefenen op bestuursbesluiten. Recent onderzoek suggereert zelfs een potentiële negatieve milieu-impact van duurzaam beleggen. Zo maakt het verlagen van de kapitaalkosten groene bedrijven nauwelijks duurzamer. Tegelijkertijd bezuinigen bruine bedrijven, geconfronteerd met hogere kapitaalkosten, op de implementatie van groene initiatieven en worden daarmee vervuilender. 

ESG-beleggers dienen op publieke markten daarnaast rekening te houden met een afwijkende risico-rendementsverhouding. In theorie kunnen ESG-aandelen bescherming bieden tegen duurzaamheidsrisico’s. Echter, de systematische voorkeur voor duurzame bedrijven vanuit beleggers leidt tot een hogere prijs c.q. lager verwacht rendement. Anders gezegd, investeerders vereisen financiële compensatie voor het beleggen in “bruine” bedrijven (en vice versa). Onderzoek onderschrijft dat bedrijven met hogere ESG-scores gemiddeld genomen lagere rendementen behalen. 

Een alternatieve route

De toenemende relevantie van maatschappelijk rendement en de obstakels die beleggers via publieke markten ondervinden, maken duurzaam beleggen een populair thema binnen private markten. Private equity-giganten TPG en KKR haalden reeds omvangrijke fondsen op (7,3 miljard dollar respectievelijk 2,8 miljard dollar) met ESG-doelstellingen. Via directe zeggenschap in het bestuur van private ondernemingen streven impactmanagers financieel rendement na via het doorvoeren van ESG-gerichte bedrijfsverbeteringen.

Een concreet voorbeeld is de investering van Pymwymic in Mosa Meat, een Nederlandse producent van kweekvlees. Via onder meer kapitaalverstrekking, strategisch advies en ondersteuning bij ESG-monitoring draagt Pymwymic bij aan de groei van Mosa Meat, waarmee zij naast financieel rendement ook vermindering van broeikasgasemissies en dierenwelzijn nastreeft. Zo kunnen private markten in theorie een effectieve manier bieden om maatschappelijk en financieel rendement te combineren. Toch kent deze markt ook uitdagingen die relevant zijn voor investeerders:

  • Transparantie en rapportage. Naarmate het aantal aanbieders op de markt groeit, wordt het uitdagender om échte impact te onderscheiden van greenwashing. Specifieke regelgeving in Europa (zoals de SFDR) en Noord-Amerika (zoals de CCAA) kunnen transparantie over duurzaamheid verhogen. Niettemin zijn ESG-rapportages beperkt uniform, waardoor greenwashing een voornaam aandachtspunt blijft voor investeerders.  
  • Track record. Historische (financiële) prestaties vormen een belangrijk criterium bij de beoordeling van fondsmanagers. Echter, gelet op de actualiteit van maatschappelijke impact zijn veel managers relatief kort actief in het segment. Omdat behaalde maatschappelijke en financiële resultaten tot aan de exit vaak moeilijk te evalueren zijn, is het lastiger om de capaciteiten van impactmanagers te beoordelen. Dit leidt tot meer intensieve due diligence trajecten met nauwgezet onderzoek naar tussentijdse ontwikkelingen van portefeuillebedrijven.  
  • Prijszetting. De toenemende concurrentie rondom maatschappelijk verantwoorde bedrijven heeft een opdrijvend effect op waarderingen, wat een negatieve invloed heeft op financiële rendementen. Hoewel een permanente “ESG-premie” ook kan leiden tot hogere verkoopprijzen, is dit op basis van het beperkte gerealiseerde track record van impactmanagers lastig te beoordelen. 
  • Gedeelde belangen. De beloningsstructuur van fondsmanagers is afhankelijk van financiële prestaties. Om de belangen van impactmanagers in lijn te brengen met die van hun investeerders, is het wenselijk dat de financiële compensatie mede wordt gekoppeld aan behaalde maatschappelijke resultaten. Dit ontbreekt momenteel bij veel managers en wordt bemoeilijkt door de meetbaarheid van resultaten.  

Navigeren naar duurzame waardecreatie

De groeiende wens om de wereld te verduurzamen leidt tot complexe dilemma’s bij het beheren van een portefeuille. Door uitdagingen van ESG-investeringen op publieke markten vinden investeerders steeds vaker hun weg naar private markten, waar fondsmanagers directe invloed uitoefenen op bestuursbesluiten. Echter, al vormen private markten in theorie een geschikte route om financieel en maatschappelijk rendement te combineren, er zijn meerdere uitdagingen waar investeerders zich bewust van dienen te zijn.

Een impactplan kan voor investeerders als leidraad dienen bij de praktische implementatie. Belangrijke onderwerpen hiervan zijn onder meer (i) maatschappelijke doelstellingen en criteria, (ii) de afweging tussen financieel en maatschappelijk rendement, (iii) sectoren en regio’s, (iv) opzet en diepgang van het due diligence (impact)raamwerk en (v) rapportagevoorwaarden.

Jorian van der Kuilen is associate bij Bluemetric, adviseur voor onder meer family offices en een van de kennisexperts van Investment Officer.

Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No