BNP Paribas heeft de rechter gevraagd Binck onmiddellijk te verbieden nog langer gestructureerde producten onder de naam ‘turbo’ te verkopen.
Op 9 september doet de rechtbank Den Haag uitspraak in het kort geding dat de Franse bank heeft aangespannen tegen de grootste online broker van Nederland.
Merk- of soortnaam?
BNP Paribas vindt dat Binck zijn merkenrecht schendt met de verkoop van turbo’s. Vorig jaar nam BNP de portefeuille gestructureerde producten over van RBS, dat de turbo’s in 2007 weer had geërfd van ABN Amro.
Binck op zijn beurt is van mening dat ‘turbo’ vanwege de populariteit van het beleggingsproduct niet langer als merknaam beschouwd moet worden, maar als soortnaam.
Geïntroduceerd door ABN Amro in 2005, hebben de turbo en aanverwante producten een enorme vlucht genomen. ING, ABN Amro, BNP Paribas, Binckbank, Commerzbank en Citibank bieden ze aan. De populariteit van de instrumenten schuilt in de mogelijkheid in korte tijd een flinke klapper te maken.
Werking
Wie gelooft dat de koers van een fonds zal stijgen, kan voor bijvoorbeeld 1,85 euro dat aandeel kopen. Stijgt de koers naar 2 euro, dan maakt hij een rendement van ruim 8 procent (0,15 euro). Hij kan echter ook besluiten voor 0,35 euro een turbo op het fonds te kopen. De 1,50 euro die dan nog nodig is voor een aandeel komt in dit geval van de bank, de hefboom. Loopt de koers nu op naar 2 euro, dan heeft de belegger een rendement van maar liefst 43 procent gehaald op zijn inleg van 0,35 euro.
De keerzijde van dit verhaal is dat de turbobelegger zijn volledige inleg kwijt is wanneer de koers een stukje daalt, in deze theoretische casus tot bijvoorbeeld 1,70. Dat is de rekening die hij betaalt voor het geleende geld van de bank. De belegger die gewoon een aandeel had gekocht, zou slechts een verlies hebben geslikt van een slordige 8 procent.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 5 september 2014