De economie zal slechte beperkte littekens overhouden aan de coronacrisis, zo voorspellen Koen De Leus en Philippe Gijsels van BNP Paribas Fortis. Op de markten zien ze een switch van groei- naar waardeaandelen met een cyclisch karakter. Grondstoffen staan dan weer aan het begin van een supercyclus. En value en groei combineren is slim.
De kern van de beleggingsstrategie van BNP Paribas Fortis is nog steeds dat de inflatie licht of minder licht zal blijven oplopen maar dat de centrale banken en de overheden er alles aan zullen doen om de rentes laag te houden.
Dat is alvast de boodschap van hoofdeconoom Koen De Leus (links op de foto) en hoofdstrateeg Philippe Gijsels (rechts) van BNP Paribas Fortis. ‘We zullen nog een hele tijd leven in een wereld van lage of zelfs negatieve reële rente. Dat is een omgeving waarin cash zeer onaantrekkelijk is omdat het aan een zeer snel tempo ontwaardt. Vanuit een beleggingsstandpunt betekent dit dat we nog steeds inzetten op reële activa zoals aandelen, vastgoed, edele metalen, grondstoffen en kunst’, zegt Gijsels.
Waardeaandelen
De eerste vijf maanden van het jaar werden ook gekenmerkt door een sterke sectorrotatie van groei- naar waardeaandelen die vaak ook een cyclisch karakter hebben. Vorig jaar, tijdens de lockdowns, waren het vooral de groeiwaarden, de technologiewaarden of de stay-at-home-stocks die het bijzonder goed deden. Het waren de bedrijven die sterke omzetgroei en sterke winstgroei konden laten zien in een wereld waar die omzet en die winst voor vele andere bedrijven wegviel.
Dit jaar – met het uitzicht op vaccins – zet de markt meer en meer in op aandelen die profiteren van de heropening van de economie en het cyclische herstel. Omdat de inflatie oploopt en daaraan gekoppeld ook de rentevrees, doen technologiewaarden het minder goed omdat die veel van hun winsten in de toekomst hebben en dus meer gepenaliseerd worden als die winsten of vrije cashflow verdisconteerd worden naar vandaag.
Gijsels: ‘We blijven bij onze barbellstrategie die we al een hele tijd hanteren, waarbij we een combinatie maken van groei- en waardeaandelen. Deze laatste groep zal het meeste blijven profiteren van een heropleving van de economie. Maar groeiaandelen links laten liggen en niet opnemen in de portefeuilles is ook geen goed idee. Want dit zijn en blijven de bedrijven en technologieën van de toekomst.’
Moeilijke zomermaanden
Hoewel BNP Paribas Fortis voor de iets langere termijn positief blijft voor reële activa, zijn er ook signalen dat de aandelenmarkten op korte termijn overkocht zijn. Gijsels: ‘Bovendien zien we hier en daar ook tekenen van euforie en speculatie. De zomermaanden zouden dan ook wat moeilijker kunnen zijn en we zien de volatiliteit toenemen. Daarom is het geen slecht idee om hier en daar wat veiligheid in de portefeuilles in te bouwen.’
Supercyclus voor grondstoffen
Gijsels ziet nog altijd een groot potentieel voor de grondstoffenmarkten. ‘Nauw samenhangend met de sterke performance van cyclische waarden en de waardeaandelen is de sterke stierenmarkt van de grondstoffen. We geloven dat we hier nog maar aan het begin staan van een supercyclus die wordt gedreven door zowel vraag- als aanbodelementen.’
Aan de vraagkant is er de aantrekkende wereldeconomie, de sterke vraag uit China en de elektrische revolutie waarvan de impact nog steeds onderschat wordt. Aan de aanbodzijde is er de onderinvestering in nieuwe capaciteit van de afgelopen vele jaren. Daardoor zullen veel metalen binnenkort in deficit gaan, wat de prijzen nog verder fors kan doen oplopen.
Littekens
Met de komst van de zomer en de vaccins kijkt iedereen ook naar het nakende economisch herstel. Dat oogt alsmaar rooskleuriger, onder meer door de opeenvolgende herstelplannen in de Verenigde Staten.
BNP Paribas Fortis verwacht daar een economische groei van bijna 7 procent dit jaar en nog eens 4,7 procent in 2022. Ook Europa profiteert daarvan. Daarvoor wordt dit jaar een economische groei voorspeld van 4,2 procent en volgend jaar een groei van 5 procent.
De Leus: ‘Na vroegere recessie herstelde de economie doorgaans noch tot het prerecessie-groeipad, noch bereikte men het groeiritme van voor de krimp. Hoe groter de littekens, hoe groter de permanente schade.
Maar ondanks de scherpste crisis sinds de Grote Depressie zou het deze keer wel eens anders kunnen zijn. Begin volgend jaar bevinden de Verenigde Staten zich al opnieuw op het prerecessie-groeipad. De vraag is of de trendgroei die van voor de crisis zal overstijgen en of de andere landen zullen volgen.’