Niet individuele aandelen maar beursgenoteerde indextrackers zijn nu favoriet onder beleggers om mee te speculeren op de aandelenmarkt.
Dat zei John ‘Jack’ Bogle, de 86-jarige oprichter en voormalige topman van Vanguard, donderdagmiddag tijdens de Morningstar-conferentie in Amsterdam.
‘Het volume in ETF’s is nu groter dan in aandelen’, zei hij met enig afgrijzen.
Bogle, die sprak via een videoverbinding in de VS, maakte indexbeleggen groot en moet weinig hebben van actief beheer. Er gaat geen interview voorbij waarin hij niet van leer trekt tegen deze vorm van beleggen.
Met sommige ETF’s, de heel grote zoals de bekende SPDR S&P 500 of enkele van Vanguard zelf, kan hij nog leven omdat ze voor een belangrijk deel worden gebruikt door institutionele beleggers die ze aanhouden voor de lange(re) termijn.
Maar beleggers in de meeste ETF’s gebruiken ze om mee te speculeren op koersstijgingen. De markt timen is in zijn ogen echter een ‘losers game’, door alle transactiekosten zullen de meeste beleggers bij de index achter blijven.
Waanzin
ETF’s die gebruikmaken van een hefboom (leveraged ETF’s) betitelt hij als ‘waanzin’.
Ook voor zogenoemde smart bèta ETF’s heeft de krasse Amerikaan geen goed woord over. Deze ETF’s proberen extra rendement te behalen door erkende factorpremies als momentum, small caps of value te oogsten.
Maar volgens hem is er geen enkel bewijs dat de bestaande producten daartoe structureel in staat zijn. ‘Het komt op mij over als een tijdelijk fenomeen.’
Uiteindelijk gaat er niks boven het beleggen in een indexfonds en daar vervolgens niet meer naar om te kijken. ‘De beste bet die je kunt maken is om helemaal geen bet te maken.’
Disruptief
In het gesprek met Scott Cooley, ‘director of policy reseach’ bij Morningstar, nam Bogle zijn gehoor ook terug naar de begindagen van het indexbeleggen. Hij zei dat iedereen het eerste indexfonds had kunnen lanceren, maar dat niemand er het motief voor had.
Na een moeizame start is indexbeleggen nu al geruime tijd bezig aan een stormachtige opmars. Bogle nam zelfs het modewoord ‘disruptie’ in de mond.
Angst dat er nu te veel mensen in indexproducten zitten, is volgens hem ongegrond. ‘20 tot 25 procent is nu geimmobiliseerd. Maar het handelsvolume is nu veel groter dan toen ik in 1951 aan het werk ging in deze sector. Dus daar zie ik geen probleem.’
Dat de markt minder efficiënt wordt door het grote aantal indexbeleggers, ontkent hij niet. Maar dat wil volgens hem niet zeggen dat ook een groter deel van de actieve beheerders de markt zou kunnen verslaan.
Opnieuw uitvinden
Actieve managers zullen zich sowieso opnieuw moeten uitvinden, en vooral de kosten moeten verlagen. De beleggingswereld is volgens hem veranderd in een harde business. ‘Vroeger was het een professie, waarbij je je concentreerde op een of twee fondsen, nu is het vooral business. Niet de belegger in het fonds komt op de eerste plaats, maar de beheerder.’
De kosten (expense ratio) van het gemiddelde actief beheerde beleggingsfonds bedroegen in 1951 0,50 procent, nu is dat 0,85 procent. Die kostenstijging verbaast hem, voor wie weet dat het totaal beheerde vermogen explosief is gegroeid van 3 miljard dollar naar 16.000 miljard dollar. ‘Hoe is dat nou mogelijk?’ vraagt Bogle zich retorisch af.
Harttransplantatie
Hoe de beleggingssector er over veertig jaar uit zal zien, zegt hij niet te weten. Wel dat de sector in beweging is en beleggers het belang van kosten steeds meer inzien. ‘How ya gonna keep ‘em down on the farm after they’ve seen Paree?’, vraagt Bogle zich in de woorden van zanger Andrew Bird af.
Of hij dat allemaal gaat meemaken, denkt hij gezien zijn leeftijd niet, al sluit hij het niet helemaal uit. ‘Het is precies twintig jaar geleden dat ik van een 26-jarige overledene het hart kreeg. Eigenlijk ben ik dus pas 46 jaar oud’, grapte hij.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
- ‘Professioneel fondsbeheer is volksverlakkerij’
- Jack Bogle: Kosten actief fonds bijna 4%
- Hans Betlem: De atoombom van Bogle