Amsterdam maakt geen kans financiële instellingen aan te trekken die vanwege de Brexit besluiten hun Europese hoofdkantoor naar het vasteland verhuizen. De internationale grootbanken mijden de hoofdstad vanwege het strenge Nederlandse bonusplafond.
Zij vrezen talent te verliezen aan de concurrentie, onverantwoord hoge vaste salarissen te moeten gaan betalen om het personeel vast te houden en vinden het bovendien niet fijn in Nederland als ‘graaiers’ te worden gezien.
Dat blijkt uit gesprekken die Het Financieele Dagblad had met partijen die de bedrijven spreken over hun overstap.
De Amsterdamse wethouder van Economische Zaken Kajsa Ollongren, die veel bedrijven spreekt over de mogelijkheden voor een overstap naar de hoofdstad, waarschuwde eerder al voor de gevolgen van de strenge bonusregeling. Waar Nederland deze op 20 procent van het vaste salaris heeft gesteld, houden andere Europese lidstaten een bonusplafond van 100 procent aan.
Volgens demissionair minister-president Mark Rutte en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem zou de regeling makkelijk te ontlopen zijn voor buitenlandse instellingen. Voor hen is er een uitzonderingsregel.
De praktijk blijkt echter weerbarstiger. Om als brexit-instelling met een Europees hoofdkantoor in Nederland in aanmerking te komen voor een bonuscap van 100 procent moet een financiële instelling onder meer 75 procent van zijn werknemers buiten Nederland, maar binnen Europa, aan het werk hebben. Aan deze voorwaarde wordt zelden voldaan.
Lees meer op FD.nl