Olieraffinaderij
i-fgPMxjq-XL.jpg

Draaien het Klimaatakkoord van Parijs, de elektrische auto en duurzame energietransitie de traditionele boom-bustcylus van olie de nek om? ‘De markt is blind is voor argumenten voor een hogere prijs.’

Er was een orkaan nodig om de oliemarkt wakker te schudden. Orkaan Harvey scheerde langs de Amerikaanse kust en legde een kwart van de olie- en gasproductie stil in de Golf van Mexico, en meer dan 10 procent van de Amerikaanse raffinagecapaciteit.

‘Voor het eerst in lange tijd gaat het weer over de vraagzijde’, zegt energie-econoom Hans van Cleef van ABN Amro. ‘Hiervoor ging alle aandacht uit naar de Amerikaanse olievoorraden en Opec, oftewel de aanbodzijde.’

Of de omslag energiebeleggers van een rampzalig jaar zal verlossen, is de vraag. De MSCI World Energy Index is met -7,71 procent in Amerikaanse dollars (-19 procent in euro) de slechtst presterende index gemeten over de eerste acht maanden van het jaar, waarin de prijs van Brent bijna 8 procent daalde en die van WTI 12 procent.

Beleggingsfondsen in energie(aandelen) laten dubbelcijferige negatieve rendementen zien, terwijl in het speculatievere gedeelte van de markt de eerste slachtoffers zijn gevallen. Andy Hall, een oliehandelaar met de bijnaam God, trok de stekker uit zijn belangrijkste hedgefonds, dat in de eerste jaarhelft flink onderuitging.

Neerwaartse druk blijft

William Amzand, manager van het Threadneedle Enhanced Commodities Fund, raadt op korte termijn olie als belegging niet aan. Dankzij Harvey zal de olieprijs de komende drie tot zes maanden neerwaartse druk blijven voelen.

‘De orkaan heeft een deel van de vraag vernietigd. Doordat veel raffinaderijen moesten sluiten, zijn prijzen van olieproducten zoals benzine en stookolie gestegen, maar WTI is gedaald doordat de olievoorraden stegen omdat er minder afnemers waren. Ik waag mij niet over een voorspelling van de olieprijs op lange termijn.’

Het marktsentiment is zo overdreven negatief dat beleggers blind zijn voor argumenten voor hogere prijzen, zegt Van Cleef. Terwijl die er wel degelijk zijn. De mondiale olievraag groeit sneller dan verwacht, stelde het Internationaal Energieagentschap (IEA) in een rapport dat waarschuwt voor mogelijk flinke prijsstijgingen na 2020 als gevolg van onderinvesteringen.

Olie- en gasconcerns plukken alleen laaghangend fruit, gelet op het geringe aantal nieuwe projecten, terwijl de vraag volgend jaar voor het eerst boven de honderd miljoen vaten per dag zal uitkomen. Vooral de grootste oliemarkt van de wereld Azië heeft grote honger naar het zwarte goud. 

‘Vorig jaar was de MSCI World Energy Index de best presterende sector toen de olieprijs na het Opec-akkoord over een productiebeperking van dertig tot boven de vijftig dollar steeg. Daardoor waren begin dit jaar de verwachtingen hoog.

Sterk negatief sentiment

Nu is het sentiment sterk negatief, gelet op shortposities in energieaandelen. Ik zie echter mogelijkheden voor de sector het beter te doen dan de markt doordat waarderingen verbeterd zijn ten opzichte van begin dit jaar, en energieaandelen goedkoop zijn ten opzichte van de brede markt’, zegt portfoliomanager Pieter Schop van het NN Energy Fund, waarin geïntegreerde olie- en gasconcerns als Shell, Total en BP de hoofdmoot van de portefeuille vormen. 

Van Cleef bekruipt momenteel hetzelfde gevoel als in 2014, toen al vier jaar lang ruim 100 dollar per vat werd betaald en analisten zeiden niet meer te verwachten dat de olieprijs onder de honderd dollar zou duiken.


Nu wordt er geroepen dat olie nooit meer boven de 55 dollar per vat zal uitkomen. De energie-econoom zegt echter niet verbaasd te zijn als in de nabije toekomst de hogere Amerikaanse olieproductie de mondiale vraag niet kan bijbenen, en de Opec moet bijspringen om geen tekorten te laten ontstaan. 

‘Wij gaan uit van 75 dollar voor een vat Brent-olie in 2019. Voorraden zijn snel op- en afgebouwd, en zodra de markt op tekorten anticipeert, slaat het om.’

Het gros van de beleggers rekent op een toekomstige olieprijs van tussen de 45 en 55 dollar. De future voor levering van Brent-olie in 2020 wordt eind augustus voor bijna 55 dollar verhandeld, die voor WTI voor 50 dollar.

Hedgefondsmanager Pierre Andurand zei in augustus de Financial Times echter te rekenen op een terugkeer naar 100 dollar het vat in 2020. Prijzen hebben volgen hem altijd cyclisch bewogen, productiekosten zijn minder hard gedaald dan de industrie claimt en elektrische auto’s hebben onvoldoende invloed op de vraag, die vooral wordt gedreven door vrachtvervoer, de petrochemie en luchtvaart. De Verenigde Staten halen bovendien niet voldoende schalieolie uit de grond om de stijgende vraag naar olie bij te benen. 

‘Enorm prijseffect mogelijk’ 

Andurand, goed voor een totaalrendement van 560 procent sinds 2008, krijgt bijval van David Tepper, de hedgefondsmanager die met succes long ging op banken na de financiële crisis, beleggingsstrateeg Neil Dwane van Allianz Global Investors en strateeg Russ Koesterich van BlackRock, die allen recent energieaandelen bijkochten. Dwane die in 2019 het aanbod ziet dalen en de vraag stijgen, noemt de energiesector ‘een kans voor beleggers’.

De opkomst van de elektrische auto, het Klimaatakkoord van Parijs, de duurzame energietransitie en de schalieolierevolutie zullen de traditionele boom-bustcyclus van olie voorlopig niet de nek omdraaien, zegt Amzand.

‘De komende tien tot dertig jaar zal de wereld afhankelijk zijn van olie. Vooral de transportsector gebruikt olie, elektrische vrachtboten of vliegtuigen bestaan nog niet. Het belang van de petrochemische industrie in de markt neemt toe voorzie ik. Wij kunnen nog niet zonder plastic. Dat zorgt voor nieuwe balans in de oliemarkt, die prijzen kan opdrijven. Het gaat altijd om “the marginal barrel”, de kosten om dat extra vat olie te produceren als de vraag stijgt.’

Amzand weerspreekt de claim dat de energie-industrie minder efficiënt produceert dan zij zelf beweert. ‘Toen de olieprijs vorig jaar naar 30 dollar, 40 dollar, daalde, hebben Amerikaanse schalieolieproducenten grootschalig technologie ingezet om efficiënter olie uit de grond te halen. Tegelijkertijd werden contracten voor diensten als transport en onderhoud heronderhandeld. De snelheid waarmee dat gebeurde, is een sterk staaltje Amerikaans kapitalisme, en leidde tot een deels blijvende verbetering.’

Schop denkt dat de boom-bustcylus van olie zich nog meer laat gelden dan voorheen. De komende twee decennia stijgt de vraag naar olie nog, terwijl alternatieve energiebedrijven steeds meer marktaandeel afsnoepen van de olie- en gasconcerns.

‘Deze bedrijven moeten in de komende drie decennia naast elkaar bestaan. De olieprijs is toch een afspiegeling van vraag en aanbod, die met negentig miljoen vaten per dag nu dicht bij elkaar liggen. Als maar iets verschuift in die dynamiek, heeft dat een enorm prijseffect.’

Author(s)
Categories
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No