Albert Verlinden, BZB
BZB_EmyElleboog_36.jpg

Mifid II zal in 2018 in belangrijke mate de agenda van financieel adviseurs domineren. Dat vertelt Albert Verlinden, voorzitter van de belangenvereniging voor zelfstandig financieel adviseurs (BZB) aan Investment Officer. ‘De nieuwe regelgeving heeft veel meer gevolgen dan de meeste mensen nu inschatten.’

Toegenomen regeldruk, hogere opleidingsvereisten en een steeds mondiger wordende klant zetten het beroep van de financieel adviseur op scherp. Nooit eerder was de procedurelast zo hoog en dat gaat een consolidatieslag teweegbrengen, voorspelt Verlinden. ‘De sector blijft krimpen. Eenmanskantoren bestaan nog amper… We evolueren naar kleinere kantoren van minimaal 3 tot 5 mensen per kantoor, of grotere kantoren met 10 tot 20 mensen.’

Samenwerkingsbemiddeling voor agenten

Die fusies worden lokaal een behoorlijke uitdaging. Agenten die eerst elkaars concurrenten waren, moeten gaan samenwerken. Dat vergt het nodige aanpassingsvermogen, denkt Verlinden. ‘Dit soort lokale fusies wordt momenteel zwaar gestimuleerd door de principaal, maar of dit binnen enkele jaren nog een groot succes is, is nog maar de vraag. Want, wat gebeurt er indien er onderlinge strubbelingen zijn? Momenteel zijn we een bemiddelingsdienst aan het opzetten om bij discussies te bemiddelen tussen agenten onderling.’

Het besef dat Mifid II meer om het lijf zal hebben dan fusies, dringt langzaam tot de sector door. Het probleem is volgens Verlinden dat de Europese regelgeving geen rekening houdt met lokale verschillen. 

‘In België hebben de banken de vrijheid om de documentatie over Mifid II naar eigen inzicht in te vullen. Dat is onduidelijk voor de eindklant, omdat die van verschillende banken dus andere vragenlijsten ontvangt. Bovendien moet hij elke keer opnieuw dezelfde informatie verschaffen. Deze weeffout leidt niet tot meer transparantie en harmonisatie voor de eindklant. Integendeel.’

Omgekeerde wereld

Daarnaast is Verlinden, evenals veel sectorgenoten, bang dat de richtlijn in sommige gevallen het tegenovergestelde effect heeft dan hetgeen zij beoogt: een betere bescherming van de klant. ‘Als je een advocaat bezoekt, hoef je toch ook niet het Belgisch wetboek uit je hoofd te kennen? Neen, het is de advocaat die je het adviseert!  Waarom geldt dit dan wel voor financieel advies?  Als de klant het niet kent, mogen we het hem immers ook niet voorstellen, of hem hierin adviseren.’

Het risico is dat mensen zonder kennis van zaken op eigen houtje naar de beurs trekken omdat ze de waarde van advies niet juist inschatten, denkt Verlinden. ‘Execution only valt niet onder de Mifid-regels, dus die mensen zijn helemaal niet meer beschermd.’

Het zijn volgens de BZB-voorzitter vooral jongeren en mensen met kleine vermogens die zich de kosten van een adviseur zullen besparen, terwijl zij juist het meeste gebaat zijn bij professioneel advies. ‘Een beginnend vermogen laten groeien is de kernexpertise van de adviseur. Het is immers je doelstelling om een langetermijnrelatie aan te gaan met je klant en dan moet je geen domme dingen doen. Nu zal de kleine belegger de weg naar een adviseur pas weer vinden als hij bij wijze van spreken eerst zelf de helft van zijn vermogen op de beurs heeft verspeeld. Dat is de omgekeerde wereld.’

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No