De experts van Candriam benadrukken dat er talrijke onzekere factoren zijn die momenteel het economische debat beheersen.
De Europese economische groei is sinds begin dit jaar sterk vertraagd. De indicatoren van de maakindustrie staan immers onder druk in zowat alle grote Europese landen (in het bijzonder in Duitsland, Frankrijk en Italië).
Florence Pisani (Directeur economische research bij Candriam) verwacht dat die groei stijgt tot 1,6 procent in 2020, hoofdzakelijk dankzij de goede prestatie van de dienstensector, die ‘fungeert als een schokdemper voor de economische groei’.
Zij benadrukt eveneens dat de werkloosheidscijfers blijven dalen, want meerdere landen zoals Duitsland en Nederland hebben nu al een arbeidsmarkt die op volle toeren draait. ‘Europa blijft echter sterk afhankelijk van de wereldwijde groei, met een zeer open economie die afhankelijk blijft van het buitenland.’ De verwachte groei zou wel eens sterk onder druk kunnen komen te staan door de importheffingen van de VS op de autosector, of door een sterke groeivertraging in China.
Handelsoorlog
‘De handelsoorlog zal de komende maanden een hot topic blijven,’ benadrukt Anton Brender (foto), hoofdeconoom bij Candriam, ‘ten minste nog tot de presidentsverkiezingen in 2020.’ En zelfs indien Donald Trump deze verkiezingen zou verliezen, dan bestaat er nog het risico dat de Verenigde Staten en China op lange termijn worden getroffen, omdat de Democraten het niet per se oneens zijn over een hardere positie voor wat betreft de heffingen op Chinese export.
‘China wordt nog steeds niet beschouwd als een bevriend land, maar als een concurrent. En omgekeerd ook, want de Chinese leiders hebben de ontwikkeling van informatietechnologie in China beschouwd als een van de belangrijkste pijlers van het economische beleid tot 2025. Daarom denk ik niet dat de Chinese regering zal toegeven aan de dreigementen van Donald Trump’.
Bovendien denkt Brender dat de handelsspanningen zich verder zullen uitbreiden naar andere economische segmenten, zoals de automobielsector. ‘Het gaat over de sector waar de Verenigde Staten het hoogste handelstekort in vertonen, zeker tegenover de Europese landen zoals Duitsland, Hongarije, Japan en Mexico. Dat laatste land was bijzonder kwetsbaar, en daarom is het geen verrassing dat het al gauw toegaf aan de Amerikaanse eisen zodra er werd gedreigd met sancties. ‘Het ziet ernaar uit dat de Amerikaanse president de komende maanden nog broedt op andere initiatieven op dat vlak’.
Lagere marges
Dit conflict heeft aanzienlijke economische gevolgen, met name in China. Anton Brender benadrukt dat de groei sterk zou moeten blijven, dankzij de stimulusmaatregelen die de Chinese overheid heeft genomen, ‘maar het land heeft steeds minder marge om de economie te blijven stimuleren met kapitaalinvesteringen in duurzame goederen, die vandaag al in zowat alle categorieën op een hoog niveau staan (kleurentelevisies, koelkasten, wasmachines, computers, magnetrons, enz.). Het enige segment wat nog niet verzadigd is, is de autosector, maar daar zijn de marges niet zo hoog.’
In de Verenigde Staten blijft het scenario een zachte landing, met een groei die tegen 2020 zou moeten vertragen in de richting van 1,9 procent, met één of twee renteverlagingen door de Federal Reserve. ‘Het is echter moeilijk voor te stellen dat we in een recessie gaan belanden indien de binnenlandse consumptie overeind blijft. Een toename van de participatiegraad die we al zien sinds 2015 zal de komende maanden echter op zijn limieten botsen. ‘De beschikbare arbeidskrachten beginnen uitgeput te geraken. Als gevolg van zijn maatregelen zet Donald Trump vandaag een grote druk op de Federal Reserve.’
Kwetsbare groei
‘De Europese groei die wij verwachten in 2020 blijft dus bijzonder kwetsbaar, en zal afhankelijk zijn van enkele interne factoren (Italië, Brexit) en enkel externe factoren (China, Trump), waar de Europese landen geen controle over hebben,’ benadrukt Florence Pisani. En tezelfdertijd heeft de ECB vandaag steeds minder marge om een ambitieus monetair beleid te gaan voeren. Zij benadrukt dat het positief is dat de landen de afgelopen maanden zijn overgestapt op een gematigde begrotingsexpansie, maar stelt wel dat een land zoals Duitsland onder zijn mogelijkheden blijft presteren.
‘Het is nu al twintig jaar dat Duitsland niet meer investeert, terwijl het aanzienlijke infrastructuurbehoeften heeft, terwijl de schuldgraad tegen het einde van het decennium zou kunnen terugvallen tot 30 procent van het bbp.’