Can Yilmaz CFA
Can Yilmaz CFA.jpg

Pakweg een jaar geleden pleitte Mario Draghi voor een vergaande vereenvoudiging van EU-duurzaamheidswetgeving. Een verdunning van de donkergroene verf waarmee Europese ondernemingen sinds de EU Green Deal werden overschilderd.

De Europese Commissie ging ermee aan de haal en stelde vergaande versoepelingen van de duurzaamheidsrapportage voor. Ondertussen schreeuwt de financiële sector juist om meer duurzaamheidsdata. Hoe nu verder?

Het startschot: uitstel duurzaamheidsrapportage

Of je het nu een vereenvoudiging of een deregulering noemt, het pakket van wijzigingen dat de Europese Commissie begin dit jaar onder de naam Omnibus I presenteerde, is omvangrijk. Twee daarvan – het ‘stop the clock’ voorstel en de ‘ESRS quick fix’ – zijn al aangenomen.

  • ‘Stop the clock’ geeft grote, niet-beursgenoteerde bedrijven (behalve banken en verzekeraars) én het beursgenoteerde MKB twee jaar extra de tijd voor hun duurzaamheidsrapportage. Hun ESG-data hoeft pas openbaar te worden gemaakt over boekjaren die starten op 1 januari 2027 respectievelijk 2028. De grootste ondernemingen krijgen bovendien een jaar extra voor hun due diligence-verplichtingen: pas vanaf 26 juli 2028 moeten zij hun negatieve impact op mens en milieu – en die van hun partners – in kaart brengen én verminderen.
  • ESRS quick fix’ biedt verlichting voor bedrijven die dit jaar al moeten rapporteren krachtens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Tot en met 2026 hoeven zij niet te rapporteren over de verwachte financiële gevolgen van hun duurzaamheidsrisico’s. Ook hoeven zij geen gegevens te publiceren over hun effecten op biodiversiteit, ecosystemen, eigen werknemers en die in de keten, getroffen gemeenschappen, consumenten en eindgebruikers. Bedrijven met minder dan 750 werknemers mogen bovendien voorlopig de indirecte broeikasuitstoot van hun keten achterwege laten.

Kortom, een forse afname van de rapportagedruk. Het Europese Parlement stemde unaniem voor, het Nederlandse kabinet reageerde positief en ook in de markt klinkt opluchting, met name bij MKB-ondernemingen.

Voor de financiële sector zijn de versoepelingen echter problematisch. Zij worstelen al jaren met een gebrek aan duurzaamheidsdata. Data die zij hard nodig hebben. Bijvoorbeeld om duurzame producten te ontwikkelen, duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen, investeringsbeslissingen te nemen, hun duurzaam beleggingsbeleid toe te passen en aan hun eigen rapportageverplichtingen te voldoen. Dat gebrek zal door dit uitstel voorlopig blijven bestaan.

Riemen vast: dit is pas het begin

De omnibuskoker is nog niet leeg. Integendeel. De meest vergaande versoepelingen liggen nog op de onderhandelingstafel van de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Europese Commissie.

De financiële sector zal vooral met belangstelling kijken naar het voorstel om de duurzaamheidsrapportage alleen nog maar verplicht te stellen voor ondernemingen met meer dan 1000 werknemers en een omzet van 50 miljoen euro of een balanstotaal van 25 miljoen euro. Dat is een reikwijdte reductie van 80 procent. Voor overige ondernemingen geldt slechts een vrijwillige rapportagestandaard. Zij hoeven daarnaast slechts informatie te verstrekken aan ondernemingen die wél rapportageplichtig zijn, als het binnen de reikwijdte van hun eigen vrijwillige rapportagestandaard valt.

Als dat voorstel wordt aangenomen betekent het een verdere inkrimping van de hoeveelheid duurzaamheidsdata die voor de financiële sector beschikbaar is. Vooral gegevens over kleinere ketenpartners – vaak belangrijk om een volledig beeld te krijgen van de impact op mens en milieu – zullen verdwijnen uit de verplichte rapportages. Er dreigt een situatie waarin delen van de waardeketen in de mist verdwijnen.

Ga terug naar start

Het gebrek aan duurzaamheidsdata is al langer een doorn in het oog van de financiële sector. Zij zien dat zowel hun klanten als wetgevers steeds vaker eisen stellen op het gebied van duurzaam beleggen. Door het gebrek aan duurzaamheidsdata kan maar mondjesmaat aan die behoefte worden voldaan. Nog even wachten, was dan het antwoord. Met de inwerkingtreding van de Europese wetgeving zou gestandaardiseerde duurzaamheidsdata steeds meer, beter en publiekelijk beschikbaar komen. Maar die belofte lijkt nu deels te worden losgelaten door de politiek.

Financiële marktpartijen zijn dus terug bij af. Simpelweg ‘geen data beschikbaar’ roepen mag niet. Zij vallen dus terug op eerder gebruikte methoden, zoals het direct opvragen van data bij onderliggende ondernemingen of zelf aanvullend onderzoek doen, ESG-dataverstrekkers of externe deskundigen in de arm nemen of eigen aannames formuleren op basis van eigen deskundige oordeel. In veel gevallen zal die data minder accuraat zijn dan met waarborgen omklede wettelijke duurzaamheidsverslaggeving op basis van de ESRS-standaarden. Dat werkt het risico van greenwashing in de hand.

Hoe nu verder

Er waait sinds de verkiezingen van het Europees Parlement in 2024 een stevige dereguleringswind door Europa. Dat maakt de kans aannemelijk dat naast het uitstel verdere versoepelingen zullen worden aangenomen. Versoepelingen die het huidige gebrek aan duurzaamheidsdata in stand houden. De Europese Commissie zou hier nadrukkelijk rekening mee moeten houden in de duurzaamheidsrapportageverplichtingen die zij oplegt aan de financiële sector.

In het vierde kwartaal van 2025 staat de herziening van die rapportageverplichtingen op de agenda. De hoop is dat de Europese Commissie tijdens die herziening het datagebrek erkent en de reikwijdte voor financiële marktpartijen afstemt op Omnibus I. Dat levert duidelijke, realistische en accurate rapportages op. Precies zoals Draghi het voor ogen had.

Can Yilmaz is Regulatory Consultant, lid van de Advocacy Committee van CFA Society Netherlands en werkte onder meer op het Global Dora Programma van ING Bank.

Author(s)
Categories
Access
Public
Article type
Article
FD Article
No