Cryptocurrencies worden regelmatig ingezet om geld wit te wassen. Financiële instellingen hebben een poortwachtersfunctie en dienen alert te zijn op integriteitsrisico’s. Daarom is grondig klantonderzoek belangrijk. Maar op welk gedrag moeten zij dan letten?
Eind januari publiceerde Europol Financial Intelligence Public Private Partnership (EFIPPP) een document met rode vlaggen. Oftewel: indicatoren op het vlak van virtuele valuta die kunnen duiden op witwassen. In dit artikel geven wij een overzicht van indicatoren, zoals rode vlaggen, en hoe financiële instellingen hier in de praktijk mee kunnen omgaan.
1. Betalen van hoge provisies
Een belangrijke transactie-indicator is het betalen van en/of de bereidheid tot het betalen van hoge provisies voor het omzetten (verkopen) van virtuele activa in ruil voor papiergeld. Op basis van transacties alleen kan niet worden vastgesteld of de betaalde provisie te hoog was.
Combineer daarom de prijsinformatie over de gebruikte wisselbeurs met de waarde van de betaalde provisie. Op deze manier kan vastgesteld worden of de betaalde provisie hoog was en dus of er dus een indicator is die duidt op witwassen.
2. Verzenden of ontvangen van grote bedragen
Ook het verzenden en ontvangen van grote bedragen van of naar een platform voor cryptomunten kan een rode vlag zijn. Wat onder grote bedragen kan worden verstaan, hangt af van meerdere factoren.
De invulling van deze indicator kan per financiële instelling sterk verschillen. Zo speelt het soort producten en diensten dat de instelling aanbiedt mee, alsook de klantsegmenten waar de instelling mee te maken heeft. Belangrijk hierbij is dat de financiële instelling beschikt over een volledig en actueel klantprofiel op basis waarvan bepaald kan worden of er sprake is van een groot bedrag.
3. Smurfen
Een eveneens veelvoorkomende indicator wordt smurfen genoemd. Hierbij wordt er een techniek gebruikt om fondsen te splitsen en te storten op een groot aantal bankrekeningen met fondsen die uiteindelijk worden gebruikt voor de aankoop van cryptomunten van particuliere verkopers die zich in verschillende landen bevinden.
Smurfen is in de praktijk moeilijk te detecteren. Het is een techniek die ervoor moet zorgen dat de transacties onder de meldgrens van de financiële instelling blijven. Samen vormen deze transacties een hoog, meldenswaardig bedrag, maar partieel blijven ze onder die grens. Daarom worden er veel verschillende rekeningen gebruikt. Dat gebeurt op naam van verschillende personen (‘smurfen’) en bij verschillende banken. In het geval van professionele witwassers gebeurt dat ook nog eens in verschillende landen.
In de praktijk valt smurfen op door een relatief hoog volume transacties voor relatief lage bedragen naar eenzelfde begunstigde. Ook zal het opvallen als de klant meerdere rekeningen heeft waar eenzelfde patroon te herkennen is. Zo kan het nog weleens voorkomen dat bij een instelling meerdere rekeningen worden geopend op naam van een en dezelfde persoon, of een aantal aan elkaar gerelateerde personen (familieleden), die worden gebruikt voor witwassen.
Door een gebrekkig klantonderzoek worden de nodige verbanden niet gelegd en de transactiepatronen niet aan elkaar gelinkt, waardoor de praktijken onopgemerkt blijven. Tegenwoordig, met een samenwerkingsverband als TMNL, is het voor de grote Nederlandse banken eenvoudiger geworden inzicht te verkrijgen in dit soort praktijken.’
4. Meerdere, snelle transacties tussen verschillende uitwisselingsplatforms
Een andere indicator is wanneer er meerdere transacties kort na elkaar tussen verschillende crypto-uitwisselingsplatforms worden uitgevoerd, waarbij een duidelijke link tussen de transacties ontbreekt. Dergelijke transacties kunnen wijzen op pogingen om de chain of custody om de respectievelijke blockchains te doorbreken. Of op het verder verkapt doorzetten van de transactie. De chain of custody is de term die verwijst naar het chronologische papierspoor dat documenteert hoe en door wie individuele items van fysiek of elektronisch bewijs werden verzameld en geanalyseerd.
Een belangrijke indicator is het gebruik van een relatief groot aantal verschillende crypto-uitwisselingsplatforms. Niet alle platforms bieden alle soorte crypto’s aan. Vaak heb je echter al voldoende aan een paar grote platforms, zoals Binance, KuCoin en Coinbase. Zij dekken samen het overgrote deel van de cryptovaluta. Als toch blijkt dat een klant gelden stort naar 10 à 15 verschillende platforms, zouden de alarmbellen moeten gaan rinkelen.
5. Niet-verklaarbare crypto-activa
Een laatste red flag is wanneer de hoeveelheid aangekochte crypto-activa niet economisch of financieel verklaarbaar is, gezien het gemiddelde gebruik door de klant. ‘’Aan de ene kant valt het op als de klant opeens voor een groot bedrag crypto’s gaat kopen, terwijl dit niet helemaal aansluit op het profiel dat de instelling heeft van deze klant.
‘Aan de andere kant kunnen gelden (vaak relatief hoge bedragen of een hoog volume aan kleine bedragen) gestort worden op een rekening vanaf een crypto-platform. De witwasser zou dan kunnen betogen dat het gaat om rendement, verkregen uit eerdere investeringen in crypto’s. Omdat crypto’s een hoge volatiliteit kennen kan het nog weleens voorkomen dat een investering in crypto’s in een korte tijd veel geld oplevert.
Wel dient hier altijd een bewijs van opgevraagd te worden in het kader van onderzoek naar herkomst van gelden. Dit kan heel makkelijk uitgedraaid worden op het crypto-platform. Een crypto-account kan eenvoudig aangevuld worden met transfers van crypto’s van andere platforms. Het is daarom belangrijk een dergelijk overzicht op te vragen. Dit toont aan wat is ingebracht en hoe het vermogen is gegroeid.
Lorin Derwish en Sanel Sunje zijn consultants bij Charco & Dique, een adviesbureau gespecialiseerd in compliance, legal en risk management. De klanten zijn onder andere banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsinstellingen en nieuwe financiële initiatieven. Charco & Dique schreef deze gastbijdrage op verzoek van Investment Officer.