De devaluatie van de Chinese munt laat zien dat als de wereldeconomie in ernstige problemen komt er geen nieuwe stabilisatoren (te vinden) zijn, zo waarschuwt Stephen King, economisch adviseur van HSBC.
King (foto), die deze maand vrijwillig terugtrad als hoofdeconoom van de Brits-Hong Kongse bank om meer tijd en aandacht te hebben voor het schrijven van boeken, stelt dat China meer heeft gedaan dan welk land ook om de wereldeconomie te steunen. Hij waarschuwt dat dat echter niet opnieuw zo hoeft te zijn als de wereldeconomie opnieuw in problemen komt.
Dinsdag daalde de Chinese hoofdgraadmeter met 6 procent, nadat beleggers er rekening mee houden dat de Chinese overheid niet langer bereid is de aandelenmarkten financieel met interventies te steunen.
Devaluatie van Chinese munt
Ondanks de kritische geluiden van Stephen King, denkt ratingbureau Moody’s niet dat er dit jaar een harde landing van de Chinese economie volgt. Wel gaat zij uit van een groeivertraging tot 6 procent, maar dat niveau kan dankzij krachtige overheidssteun gehandhaafd blijven. China groeide de afgelopen jaren meer dan 7 procent.
Vorige week stemden de Chinese autoriteiten onverwacht in met een devaluatie van de yuan, wat op de financiële markten wereldwijd tot volatiliteit en koerscorrecties leidde; beleggers maken zich zorgen over de gezondheid van de Chinese economie. De maatregel rond de nationale munt wordt door velen gezien als een poging de Chinese export te ondersteunen.
‘Schokdemper van de wereldeconomie’
King verklaarde: ‘China acted as a shock absorber for the global economy, a punch bag seemingly able to soak up the recessionary blows that would otherwise have totally derailed global growth’. Volgens hem hebben de Chinese maatregelen geleid tot een oververhitte vastgoedmarkt en sterk opgelopen aandelenkoersen.
De econoom stelt dat door het stimuleringsbeleid het overschot op de lopende rekening van China tussen 2007 en 2014 is gedaald van 10 naar 2 procent van het BBP.
Opkomende markten hebben onder meer zeer sterk geprofiteerd van de Chinese vraag naar grondstoffen, maar de leiding van het land heeft een nieuwe strategie ingezet: niet langer is men gericht op export (met een lagere toegevoegde waarde), maar op de ontwikkeling van binnenlandse consumptie waardoor China minder afhankelijk moet worden van derden. Deze strategiewijziging doet vooral opkomende markten pijn.
Vergrijzing en schuldaccumulatie
King stelt dat Japan en Europa hun munten verzwakt hebben, hetgeen vanzelf tot een sterkere Chinese munt heeft geleid. Hierdoor is er volgens hem sprake van een wereldwijd deflatieproces. Uiteindelijk zal er volgens hem één of meerdere landen zijn die de prijs van deze ontwikkeling moet(en) betalen.
De econoom publiceerde eerder het boek ‘When the money runs out’. Hierin stelt hij dat westerse landen - in het licht van vergrijzing en schuldaccumulatie - fors boven hun stand leven. King wordt wereldwijd als uitgesproken en gezaghebbende econoom beschouwd.