Buitenlandse beleggers en centrale banken zullen steeds meer geld stoppen in Chinese staatsobligaties. Ze bieden een relatief hoge yield en zijn een veilige belegging.
Dat zegt Freddy Wong, hoofd Fixed Income Azië-Pacific bij Invesco, in een gesprek met zusterplatform Fondsnieuws. Hij trad vorig jaar in dienst bij de Amerikaanse vermogensbeheerder. Daarvoor was hij bij Fidelity International jarenlang verantwoordelijk voor vastrentende beleggingen in China. Wong ziet dat China al vanaf 2010 bezig is met het openen van zijn obligatiemarkten voor buitenlandse beleggers. ‘Dit zorgde niet direct voor een substantiële instroom aan buitenlands geld. Pas in de laatste vier tot vijf jaar zien we een versnelling, na verbetering van de infrastructuur en internationalisering van de renminbi’, vertelt Wong.
De Chinese bank promoot de renminbi als reservemunt in de wereld en heeft met buitenlandse centrale banken valutaswapovereenkomsten gesloten. Wong: ‘Dit vergroot de liquiditeit van de onshore renminbi obligatiemarkt en maakt het voor buitenlandse beleggers dus aantrekkelijker om hierin te investeren.’ Hierdoor zijn ook indexbouwers Chinese staatsobligaties gaan opnemen in hun obligatie-indices. Zo zullen ze vanaf oktober 2021 deel uitmaken van de FTSE Russell World Government Bond Index. Vorig jaar debuteerde Chinees RMB-schuldpapier al in de Bloomberg Barclays Global Aggregate, de meest gevolgde wereldwijde obligatie-index.
Enorme instroom
Opname in deze benchmarks heeft volgens Wong meer buitenlands geld aangetrokken. ‘Internationale beleggers hebben nu circa 9 procent van de onshore Chinese obligaties in handen, tegen nog slechts een paar procent enkele jaren geleden.’ Dan gaat het dus om Chinese RMB staatsobligaties en obligaties van de drie Chinese overheidsbanken: China Development Bank, Agricultural Development Bank of China en de Export-Import Bank of China.
Deze onshore obligatiemarkt heeft volgens Wong een omvang van meer 15.000 miljard dollar en is nog altijd duidelijk ondervertegenwoordigd in wereldwijde benchmarks. ‘China is nu al de tweede obligatiemarkt wereldwijd. Het gewicht van China zal vanzelfsprekend verder toenemen, maar dit gaat heel geleidelijk om grote prijsschokken te voorkomen. Alleen al de opname in de Bloomberg Barclays index leidt tot een potentiële jaarlijkse instroom van $200 tot $400 miljard’, aldus Wong. ‘Uiteindelijk gaan internationale obligatiebeleggers hun blootstelling aan China verder groten en zal hun aandeel toenemen naar 40 tot 60 procent.’
Wong: ‘Aangezien buitenlandse partijen zoals gezegd nu nog slechts 9 procent van de onshore markt in handen hebben, is de potentiële instroom enorm. Bovendien zullen centrale banken volgen, naarmate de internationale rol van de renminbi als reservevaluta belangrijker wordt. Zij gaan immers meer renminbi-reserves aanhouden en zullen dit veilig willen beleggen in Chinese staatsobligaties. Over de toekomstige koers laat Peking geen misverstand over bestaan: het buitenlands bezit van financiële activa in China zal alleen maar toenemen.’
Lokale schuldenberg
De Chinese tienjaarsrente van 3,2 procent oogt erg aantrekkelijk vergeleken met de negatieve yields in de eurozone en de Amerikaanse tienjaarsrente van circa 0,8 procent. ‘De Chinese rente past goed bij de verwachte, duurzame economische groei van de Chinese economie met 3 tot 4 procent per jaar op de lange termijn’, zegt Wong. In tegenstelling tot andere centrale banken heeft de People’s Bank of China geen programma’s voor kwantitatieve verruiming. Ook is de inflatie niet ver verwijderd van de 3 procent doelstelling. ‘Daarmee is de situatie in China een stuk gezonder dan die van de Verenigde Staten.’
De huidige spread van meer dan 200 basispunten vergeleken met de tienjarige Amerikaanse Treasuries vindt Wong dan ook eerder te hoog dan te laag. Zo wijst hij erop dat de spread in 2016 nog op circa 80 basispunten stond, terwijl China nu een relatief sterke fiscale positie heeft en bovendien de pandemie bedwongen heeft. Mede doordat China het virus in tegenstelling tot de Verenigde Staten onder controle heeft en de Chinese economie daardoor snel herstelt, is de renminbi dit jaar sterk gestegen ten opzichte van de dollar. ‘Ik zie op de lange termijn zeker ruimte voor een verdere appreciatie van de renminbi, maar er is nu ook speculatie gaande en het risico van winstnemingen neemt toe. Enige voorzichtigheid op korte termijn is daarom op zijn plaats’, waarschuwt Wong.
Hij maakt zich geen zorgen over de hoge schulden bij lokale overheden en de vaak verborgen schulden bij ‘local government financing vehicles’. ‘Lenen is geen probleem zolang je cashflow genereert en de schulden kan terugbetalen. Vooral voor China is groei noodzakelijk, omdat je hier geen negatieve rentes hebt zoals in Japan en Europa. Als China zijn economische groei niet kan handhaven, dan wordt de schuldenberg van lokale overheden in China pas een probleem. Ik zie echter geen grote obstakels die China van het huidige groeipad af kunnen brengen.’
Een veilige haven wil Wong Chinese staatsobligaties nog niet noemen. ‘Tijdens de piek van de coronacrisis in maart ging alles in de verkoop en zagen we de spreads wereldwijd oplopen. Chinese staatsobligaties gaven echter geen krimp en bleven uitermate stabiel. Zo bezien bieden ze beleggers wel degelijk veel zekerheid. Maar van een veilige haven is pas sprake als de renminbi de status van reservevaluta krijgt. Dat zal nog even duren.’