‘Onze beleggingsfilosofie is om bedrijven te selecteren waar iets gebeurt of staat te gebeuren waardoor de onderwaardering van het aandeel binnen twee jaar wordt opgeheven.’
Dat zegt Isabel Levy (rechts op foto), chief investment officer van Métropole Gestion en beheerder van het Europese aandelenfonds Sélection. Dit fonds ligt sinds kort op het schap bij Rabobank.
Een dergelijke ‘katalysator’ voor het aandeel kan een strategiewijziging zijn of een bestuurswissel, maar ook iets heel bedrijfsspecifiek.
Intesa SanPaolo
‘Intesa SanPaolo is de grootste positie in het fonds. Dat is natuurlijk niet vanwege de verwachte groei van de Italiaanse economie, maar wel vanwege de afnemende voorzieningen voor slechte leningen bij deze bank waardoor de winst stijgt’, zegt ze.
‘De markt heeft daar op dit moment geen oog voor, want die is vooral bezorgd over het economische herstel in de regio en de uitkomst van de stresstest voor banken door de Europese Centrale Bank.’
Deutsche Telecom is een ander bedrijf in de portefeuille van het fonds dat Levy samen met Ingrid Trawinski beheerd. ‘De trigger hier is dat er te veel providers in deze markt actief zijn en we de komende jaren een verdere consolidatie verwachten wat ten goede komt aan de marktpositie van de overblijvende partijen.’
Op zoek naar pure overnamedoelwitten is de Française niet. ‘De timing van een overname laat zich te moeilijk voorspellen.’
Vlaggenschip
Sélection is het oudste en grootste beleggingsfonds van de Franse fondsenboutique dat Levy in 2002 samen met François-Marie Wojcik (links op foto) oprichtte. Momenteel bedraagt het vermogen onder beheer van het fonds zo’n 2,4 miljard euro. De portefeuille is met 25 tot 35 Europese aandelen zeer geconcentreerd.
Het fonds heeft een sterk track record opgebouwd sinds de lancering in 2002, maar de performance alleen is niet waar het fonds door gate keepers op geselecteerd wordt, benadrukt Levy.
‘Klanten weten wat ze kopen. Ze kijken daarbij vooral naar het beleggingsproces waar een bepaald rendementsprofiel bij hoort. Zo heeft onze aanpak een hoge tracking error waardoor je in sommige periodes veel beter presteert dan de benchmark maar soms ook slechter.’
Waar beleggingsfondsen nog wel eens van strategie wisselen vanwege tegenvallende prestaties of omdat er een nieuwe team aantreedt, houden Levy en Trawinski al twaalf jaar vast aan dezelfde aanpak.
Beleggingsstrategie
Die begint met het vaststellen van de ‘industriële waardering’ van Europese bedrijven. ‘Daarbij berekenen we eerst de genormaliseerde marge - de marge die een bedrijf over de economische cyclus heen behaalt’, zegt Levy.
‘Deze wordt vervolgens vermenigvuldigd met de “multiple” die in het verleden voor vergelijkbare bedrijven is betaald bij een overname. Voor bedrijven die luxe-artikelen maken is dat bijvoorbeeld minimaal 3 keer de omzet.’
Vervolgens worden de bedrijven gerangschikt op de kwaliteit van hun balans en management. Die moeten beide sterk zijn. Het 7-koppige team van Levy bezoekt daarvoor per jaar zo’n 400 bedrijven.
Tot slot moet er een katalysator zijn die de onderwaardering binnen twee jaar kan opheffen. Er blijft dan een beleggingsuniversum van 200 bedrijven over waaruit de beste ideeën worden geselecteerd. ‘Het proces is dus puur bottom-up. We hanteren geen sector- of geografische criteria.’
Rendement
In de tien jaar tot en met eind 2013 staat het fonds bij de beste 25 procent in de peergroep. Sinds de oprichting van het fonds in 2002 bedraagt het geannualiseerde rendement 8,58 procent tegen 6,74 procent voor de benchmark, de Stoxx Europe Large 200 (dividends reinvested).
Year to date (tot en met 30 september) blijft het fonds echter flink achter met een verlies van -3.33 procent tegen een positief rendement van 7.64 procent voor de index, waarbij de netto-dividenden worden herbelegd.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
Metropole Gestion dringt door tot schap Rabobank