i-Chtm3Lw-L.jpg

Er is best interesse van vermogensbeheerders voor het overnemen van branchegenoten, maar koper en verkoper hebben vaak een andere perceptie van de waarde van het over te nemen bedrijf, concludeert KPMG.

De consolidatie in de vermogensbeheermark is een veelbesproken onderwerp in de sector. Eerst omdat velen voorspelden dat er een fusiegolf op gang zou komen. Later vanwege het uitblijven ervan.  Directieleden Astrid Ton en Ronald van Barneveld van depotbank voor zelfstandige vermogensbeheerders InsingerGilissen Services denken dat de vertraging vooral is opgelopen doordat de markten het de afgelopen jaren zo goed hebben gedaan. Vermogensbeheerders voelden daardoor niet de druk om een fusie door te zetten. 

Toch merken ze dat er links en rechts wat lijkt te veranderen. Er zijn méér gesprekken gaande en partijen die met elkaar spreken, blijven langer in gesprek. Tenminste, dat is wat Ton en Van Barneveld terughoren van vermogensbeheerders. En de noodzaak voelen ondernemers ook wel, denken ze. Omdat voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving tijdrovend is en kostbaar. Daar komt bij dat een aantal van de huidige vermogensbeheerders tegen zijn pensioen aanloopt en iemand zoekt die de zaak kan overnemen.

Intussen zijn er ook partijen die denken dat de consolidatieslag er vooralsnog níet komt. KPMG verwacht dat er pas beweging komt als er iets gebeurt waardoor de fees plotseling omlaag gaan. Aan het woord zijn Marcel Groenendijk en Stefan Agterberg, die vanuit het adviesbureau transacties begeleiden bij fusies en overnames onder private banks en vermogensbeheerders. 

Trek in groei

Hun conclusie volgt op onderzoek onder een twintigtal zelfstandige vermogensbeheerders, naar aanleiding van diverse door hen begeleide deals. Aan de koperskant ontmoetten ze volop interesse. ‘Als je weer zoiets hebt, weet je ons te vinden’, klonk het keer op keer.  De vermogensbeheerders hadden de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in hun backoffice, personeelsbestand en software, en hadden wel trek in groei en extra assets, merkten de twee adviseurs. 

Echter, aan de verkopende kant kwamen amper vermogensbeheerders bij de transactieafdeling van KPMG aan de deur. Groenendijk: ‘Missen we een stukje van de markt, vroegen we ons af. Waarna de ronde langs vermogensbeheerders volgde om een antwoord te krijgen op die vraag.’

Er waren heus wel partijen die wilden verkopen, maar het daadwerkelijke probleem bleek een andere: een mismatch tussen koper en verkoper. Groenendijk legt uit dat de waarde van een bedrijf op verschillende manieren berekend kan worden. Door een percentage van het beheerde vermogen te nemen, vaak 1 tot 1,5%, óf door de winst met een factor te vermenigvuldigen. Twee verschillende formules, waarvan de uitkomst een andere is. Daartussen zitten namelijk nog fee-inkomsten over het beheerde vermogen, en kosten. 

En precies daar wringt het. Volgens Groenendijk rekenen kopers in de vermogensbeheermarkt meestal met de eerste formule bij het vaststellen van de waarde van een bedrijf, terwijl verkopers juist wat terug willen zien voor de winst die ze de afgelopen tijd hebben behaald. Krijgen ze dat niet, dan gaan ze liever nog een paar jaar zelf door, zodat ze die winst kunnen opstrijken, weten de adviseurs uit de vorig jaar gevoerde gesprekken.

KPMG ziet de mismatch als een van de belangrijkste oorzaken voor het uitblijven van een consolidatieslag, naast wat het adviesbureau het ‘niet-financiële argument’ noemt: het feit dat veel vermogensbeheerders na hun carrière bij een grootbank nu genieten van de vrijheid die ze hebben als zelfstandige. Agterberg: ‘Ze willen niet terug naar - oneerbiedig gezegd - lijstjes en protocollen. An sich erkennen veel partijen wel de voordelen van een fusie, maar dan in de overnemende rol.’

Chiel Beaumont van vermogensbeheerder Beaumont Capital heeft een achtergrond in het bankwezen, net zoals zijn partner Wynand van der Zandt. Hij voelt zich als een vis in het water als ondernemer en peinst niet over een fusie. Sterker nog, hij heeft net de papieren rond voor een scheiding van zijn voormalig zakenpartner Dijkstra, met wie hij tot 1 februari ruim twaalf jaar Dijkstra Beaumont Wealth Management vormde. Dat betekent globaal een halvering van zijn klantenbestand, maar Beaumont vertrouwt erop dat dat weer aangroeit. Hij ziet de nieuwe regelgeving bovendien niet als een probleem. ‘We ervaren geen structureel hogere kosten en hebben de aanpassingsslag niet als lastig ervaren.’ Naar zijn weten heeft de hele industrie dat wel voor elkaar.

Fintechs

Kortom, Beaumont ziet de sector niet zomaar in een consolidatieslag belanden. Het uitblijven daarvan hoeft volgens KPMG helemaal geen problemen op te leveren. Groenendijk en Agterberg zien in toenemende mate het gebruik van fintechs. Zelfstandige vermogensbeheerders kunnen de software van dat soort partijen gebruiken voor hun mid- en backoffice en op die manier samenwerken met anderen zonder dat ze hun eigen onafhankelijkheid verliezen.

Ton van InsingerGilissen Services ziet díe ontwikkeling niet zomaar voor zich. ‘Je moet schaalgrootte hebben wil je een fintech kunnen inzetten. Het is niet gratis. Daarbij: waarvoor zouden beheerders een fintech moeten inzetten? Ik kan het me voorstellen voor iets als record keeping, maar dat vormt maar een heel klein deel van de werkzaamheden van een vermogensbeheerder.’

Is het überhaupt gewenst, een consolidatie? Ton en collega Van Barneveld zeggen het jammer te vinden als veel kantoren met een eigen signatuur verloren gaan. De verscheidenheid aan nichepartijen wordt dan kleiner. 

Een zegsman van AFM zegt dat het wat ver gaat te zeggen dat de toezichthouder fusies stimuleert. ‘Maar wij zien wel dat verschillende ontwikkelingen maken dat kleinere vermogensbeheerders kwetsbaarder kunnen zijn dan een jaar of vijf geleden. Meer vermogen onder beheer kan een hoger inkomen betekenen en daarmee leiden tot een betere financiële positie van de onderneming.’

Dit artikel verschijnt woensdag 21 maart in het Fondsnieuws-magazine, met de themabijlage ‘vermogensbeheer’. Fondsnieuws-abonnees kunnen dit artikel over consolidatie nu al lezen.

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No