Het samenvoegen van verschillende kleine vermogensbeheerders in één groot geheel is geen sinecure. ‘De verschillende bloedgroepen van eigenwijze vermogensbeheerders maken consolidatie in veel gevallen uiterst complex en rommelig.’
Dat stelt Jan Coen Balt (foto), directievoorzitter bij de onafhankelijke vermogensbeheerder Stroeve Lemberger. Het bedrijf, dat sinds 1818 operationeel is en ruim 900 miljoen euro beheert, wil koste wat kost onafhankelijk blijven in de aanhoudende consolidatieslag. Balt: ‘Stroeve Lemberger heeft het karakter van een familiebedrijf. Wij zijn niet op zoek naar aandeelhouders die slechts zoveel mogelijk dividend uit onze holding willen knijpen.’
Consolidatie
Volgens Balt is het buitengewoon ingewikkeld om van verschillende kleinere vermogensbeheerders een partij te maken met één visie en voldoende sociale cohesie.
‘Oorspronkelijk zijn alle kleine vermogensbeheerders ontstaan omdat de oprichters zo eigenwijs waren om zelf te gaan ondernemen. Ze gingen weg bij de banken waar ze werkten, omdat ze zich niet konden vinden in het beleid en omdat ze meenden het zelf beter te kunnen.’ Die verschillende bloedgroepen maakt consolidatie, volgens Balt, in veel gevallen complex en rommelig.
Balt, die tijdens zijn carrière werkte voor Aegon, Fortis Meespierson, en Theodoor Gilissen Bankiers maakte van dichtbij grotere fusies mee tussen MeesPierson en ABN Amro en tussen Theodoor Gilissen Bankiers en Insinger de Beaufort. ‘Bij die partijen waren de verschillen zo ontzettend groot dat je het contrast tussen de twee bedrijfsculturen duidelijk kon merken. Daarnaast gaan integraties en fusies altijd gepaard met kostenbesparingen en reorganisaties. Wij bouwen het hier liever rustig en autonoom op.’
De directievoorzitter is zich bewust van het feit dat het afhouden van een overname betekent dat er een maximum zit aan het te beheren vermogen. ‘We zouden graag doorgroeien naar 1,5 miljard euro aan vermogen onder beheer. Als je nóg groter wordt, dan worden de lijnen tussen onze klanten en onze beleggers veel te lang.’
De “saaie” vermogensbeheerder
Volgens Balt is het bedrijfsmodel van Stroeve Lemberger, ‘dat gebaseerd is op het leveren van maatwerk voor de klant’, arbeidsintensief en dus kostbaar. Daarom moeten de indirecte kosten zo laag mogelijk zijn, stelt hij.
‘Veel banken hebben een heel leasewagenpark en een complete kunstcollectie aan de muur, terwijl de afstand tussen de klant en de professionele belegger steeds groter wordt. De persoon waarmee je als klant spreekt heeft soms helemaal geen verstand meer van beleggen, die communiceert alleen het uitgevoerde beleid,’ vertelt Balt.
‘Als je sinds 1818 een vermogensbeheerbedrijf runt waaraan twee familienamen zijn verbonden, dan moet je ervoor zorgen dat de keuzes die onze beleggers maken altijd goed te verklaren zijn. Als dat betekent dat je wat conservatiever of “saaier” moet beleggen, dan is dat prima.’
Balt stelt dat goede beleggingskeuzes niet worden gemaakt zonder frictie. ‘Als het goed is verschil je van mening in ons vak, het is geen exacte wetenschap, en dus vergaderen we veel over de te nemen route. Wij debatteren binnen Stroeve Lemberger fel over onze beleggingskeuzes maar uiteindelijk worden beslissingen democratisch genomen.’